Bij de intrede van 1957
De dagen rondom de jaarwisseling vragen als het ware om rust en noden tot inkeer
en bezinning. De dagen zijn steeds korter geworden en de natuur verstart het lijkt
of zij de adem even inhoudt.
Voor alle werkende mensen viel Kerstmis ditmaal gunstig. De HBM'er heeft er twee
vrije maandagen bijgewerkt resp. gesnipperd en bovendien kon hij, als hij dat wilde, zich
verdiepen in het jaarverslag van zijn Maatschappij, dat voor het eerst vóór de feest
dagen is verschenen. Dat is van alle betrokkenen een mooie prestatie geweest en wij
willen, zonder namen te noemen, op deze plaats uitdrukking geven aan onze grote
waardering.
Het verslag geeft goede resultaten en wij mogen gerust zeggen, dat wij dankbaar en
tevreden mogen zijn over wat 1956 heeft gebracht en de toekomst niet zonder ver
trouwen en optimisme tegemoetzien.
De laatste uren van het Oude Jaar zijn meer dan de gelegenheid voor het nemen van
welverdiende rust in een sfeer van gepaste vrolijkheid, wanneer daartoe aanleiding is
en de gelegenheid daartoe bestaat. Zij noden tot het nemen van afstand van het roezige
alledaagse leven en tot een nadenken over wat werkelijk belangrijk en wat bijkomstig is.
Wanneer wij denken aan wat zich in de afgelopen maanden buiten ons land heeft
afgespeeld en zich nog afspeelt, dan rijst de beklemmende vraag of het werk, dat wij
allen met volle inzet van onze persoon en energie voor Heineken verrichten, van werke
lijke betekenis of slechts van bijkomstig belang is.
Persoonlijk zijn wij bereid deze vraag zonder aarzeling bevestigend te beantwoorden.
Wanneer het leven ons voor een taak stelt, dan moeten wij die zo goed mogelijk
vervullen en het doet er niet toe of die taak groot of klein is en op hoog of laag niveau
ligt. Wie zal trouwens uitmaken wat in dit verband klein of groot, boog of laag is?
De moderne wetenschap heeft duidelijk aangetoond, dat het onzichtbaar kleine atoom
even belangrijk is als het onbevattelijk grote heelal. De bescheiden medewerker, die
zijn werk in de puntjes doet, heeft voor onze Maatschappij waarde, evenals de hoogst
geplaatste bedrijfsleider.
Dat het grote werk in Den Bosch vlot verloopt, zodat nu twaalf maanden na de eerste
paal de uitvoering nagenoeg bij is vergeleken met het schema, is van belang. Toch
was het besluit om in Den Bosch te gaan bouwen, nog belangrijker en het allerbelang
rijkste is, dat te zijner tijd gezegd kan worden, dat dit besluit èn de planning èn de
uitvoering juist zijn geweest.
Het is verheugend te mogen constateren, dat Heineken in 1956 haar positie in buiten
en binnenland heeft kunnen behouden en versterken. Van werkelijk belang was het
besluit, dat in 1956 genomen is om het beleid van de binnenlandse verkoop te cen
traliseren.
Dit besluit houdt ten nauwste verband met de brouwerij in Den Bosch, die begin 1957
in bedrijf komt, aanvankelijk als bierverwerkingsbedrijf, een jaar later als complete
brouwerij. Wij krijgen dan drie „units", ieder met een eigen commerciële leiding
met daarboven een topleiding, die coördineert en het algemene beleid voor het hele
land bepaalt.
Zo is ook in studie en in voorbereiding de organisatie' van een Personeelsdienst voor het
Nederlandse bedrijf van Heineken: centraal geleid met een afdeling van elk der drie
brouwerijen.
Op zichzelf was de installatie van onze Ondernemingsraden te Amsterdam en
Rotterdam niet zo belangrijk; belangrijker is het feit, dat de Ondernemingsraden
werken en het zich laat aanzien, dat de beoogde samenwerking tussen directie en
personeel conform de letter van het wettelijke voorschrift, maar in de goede Heineken-
geest, zal worden bereikt.
O
Wij willen besluiten met al onze medewerkers een gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar
toe te wensen, voor henzelf en voor allen die hun dierbaar zijn. En moge de sfeer bij
Heineken blijven, zoals zij altijd is geweest, een sfeer, waarvan mr. Beyen vorig jaar
getuigde, dat zij „uitzonderlijk genoemd mag worden en die als een kostbaar bezit is
te beschouwen voor onze vennootschap en niets meer of minder dan een geluk voor
elke persoon die daaraan is verbonden".
De Directie