B. J. VERBIEST t Afscheid van de heer W. M. van Haaften 5 Ofschoon aan deze hulp de gedachte van de solidariteit der wereldbevolking ten grondslag ligt, wordt daarmee door de hoger ontwikkelde landen tevens een gerechtvaardigd eigen belang gediend. Laten we als voorbeeld ons eigen land nemen, dat bij de uitvoering van de V.N.-programma's voor Tech nische Hulp de viercle plaats op de wereldranglijst inneemt. Nederland moet industrialiseren om aan zijn groeiende be volking welvaart en werkgelegenheid te kunnen verschaffen. Een groot deel van onze produktie moet worden uitgevoerd, omdat daarvoor in het binnenland niet voldoende afzet is te vinden. Wij zijn dus aangewezen op de buitenlandse markten. Ook andere landen, die in soortgelijke omstandigheden ver keren als wij, moeten trachten om hun produkten op deze buitenlandse markten aan de man te brengen. De produktie wordt echter steeds opgevoerd, en op een gegeven ogenblik zal daarvoor op de bestaande buitenlandse markten geen plaats meer zijn. Er zal dus moeten worden gestreefd naar een uit breiding van onze afzetmarkten in het buitenland. Een dergelijke afzetmarkt zou gevonden kunnen worden bij de miljoenen-bevolkingen van Azië, Afrika en Latij is-Amerika, doch deze landen kunnen onze goederen op dit ogenblik niet betalen, ofschoon zij onze produkten graag zouden invoeren. Er moet dus gezorgd worden, dat deze landen over „koop kracht" gaan beschikken. Dit nu is het doel van de samen werking van de Verenigde Naties ten behoeve van de hulp aan de minder ontwikkelde gebieden. Wanneer wij dus daaraan onze medewerking verlenen, zullen wij daardoor op den duur onze eigen welvaart bevorderen en de werkgelegenheid in ons eigen land veilig stellen. Om deze reden spelen cïe Nederlandse regering, het Nederlandse bedrijfsleven en verschillende Nederlandse vakverenigingen en partikuliere organisaties een leidinggevende rol in het Technische Hulpprogramma van de Verenigde Naties. Thans maakt de organisatie van de Verenigde Naties andermaal een moeilijke tijd door. Hoe de moeilijkheden in Egypte, in Hongarije, in Noord-Afrika zullen worden opgelost? Wij weten het niet als deze regels worden geschreven. Maar laten wij hopen dat het gezag der Verenigde Naties versterkt uit deze moeilijkheden te voorschijn zal komen. Daar zal de wereldvrede wèl bij varen. Op 30 juni 1956 overleed op 86-jarige leeftijd te 's-Gravenhage, waar hij sedert zijn pensionering woonde, de heer B. Verbiest, vader van de aan de meesten uwer beter bekende heer E. Verbiest, ver tegenwoordiger te Rotterdam. Ook de heer B. J. Verbiest was vele jaren ver tegenwoordiger van onze brouwerij en dat in de tijd toen onze gehele buitendienst tut slechts enkele krachten bestond, die dan ook een bijzonder gewichtige positie bekleedden met een grote mate van zelf standigheid. De heer B. J. Verbiest bereisde niet alleen de zuidelijke provinciën van Nederland, doch tevens geheel België, waar hij optrad als délégué de la Brasserie Heineken. Zijn verdiensten in dat land voor de bloei van het horecabedrijf werden door de Koning der Belgen beloond met zijn onderscheiding tot Ridder in de orde van de Belgische Kroon. Maar ook in ons land spreken de oudere horecaondernemers nimmer anders dan met respect en waardering over deze grote figuur in de jaren van de opkomst van ons bier als landelijk merk. Wederom is ons een markante figuur ontvallen, die een eervolle plaats in de geschiedenis onzer onderneming zal blij ven bezetten. Op 1 oktober jl. nam de heer Van Haaften, verkoopleider te Amsterdam, wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd afscheid van de brouwerij. In de Taveerne van de brouwerij werd een receptie gehouden waarbij van de zijde van de groothandel zeer veel belangstelling werd getoond. Op deze receptie kwam ook dr. Heineken afscheid nemen van zijn oud-medewerker (zie foto). Wij wensen de heer Van Haaften nog gaarne vele jaren in goede gezondheid toe.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1956 | | pagina 5