HET HANDVEST DER VERENIGDE NATIES 4 „Wij, de volkeren van de Verenigde Naties, vastbe sloten sociale vooruitgang en betere levensstandaarden in grotere vrijheid te bevorderen, hebben besloten onze pogingen te verenigen om.... internationale samenwerking te verwezenlijken bij het oplossen van internationale vraagstukken van economische, sociale, culturele of humanitaire aard...." Aldus staat geschreven in het Handvest van de Verenigde Naties, dat op 24 oktober 1945 in werking trad. Sinds dien zijn elf jaren verlopen en vooral in de eerste jaren is het oordeel over de Verenigde Naties ook in Ne derland niet altijd gunstig geweest. Er was kritiek, er was twijfel, en op sommige ogenblikken kon men zelfs spreken van een openlijke vertrouwenscrisis. De Verenigde Naties zijn de kinderziekten van de eerste jaren echter goeddeels te boven gekomen en er is langzamerhand in de gehele wereld een toenemend vertrouwen in de organisatie ontstaan. Terugblikkend op de afgelopen jaren zou men het keerpunt willen leggen in 1950. In de zomer van dat jaar traden twee besluiten van verstrekkende betekenis in werking. Van po litieke aard was het niet te onderschatten besluit van de wereldorganisatie tot onmiddellijk optreden tegen de com munistische aanval in Korea. Dank zij de militaire en econo mische hulp van tientallen landen waaronder Nederland kon de aanvaller worden teruggeslagen en konden orde en rust in Korea worden hersteld. Door dit directe en ge zamenlijke optreden bewees de wereldorganisatie, dat zij sterker was clan de vooroorlogse Volkenbond en dat zij be reid was en in staat om ook tegen inbreuken op de wereld vrede krachtig op te treden. De tweede belangrijke gebeurtenis in de zomer van 1950 was van sociaal-economische aard. In juli van dat jaar werd na melijk een begin gemaakt met de uitvoering van een groot scheeps programma tot het verlenen van Technische Hulp aan de minder ontwikkelde gebieden der aarde, waardoor de hierboven aangehaalde regels uit het Handvest der Verenigde Naties konden worden verwezenlijkt. Dit programma stelt zich ten doel om de bevolking van de economisch ten achter ge bleven gebieden zoveel mogelijk deelgenoot te maken in de technische kennis en kunde van de hoger ontwikkelde landen. Na een aarzelend begin is dit programma van de Verenigde Naties in de afgelopen zes jaren uitgegroeid tot een wereld omvattende inspanning om de welvaart van de minder ont wikkelde landen te verhogen en om de levensstandaard van de bevolking in deze gebieden te brengen op een mens waardig niveau. De Verenigde Naties doen dit werk niet alleen. Zij werken daartoe samen met de zogenaamde Gespecialiseerde Organi saties. Dit zijn internationale lichamen, die zich gespecialiseerd hebben op een bepaald terrein van de internationale samen werking op sociaal, economisch, cultureel of humanitair ge bied. Een van de meest bekende daarvan is de Internationale Arbeidsorganisatie, die zich sinds 1919 bezig houdt met de bevordering van de sociale rechtvaardigheid door inter nationale samenwerking van regeringen, werkgevers en werk nemers tot verbetering van de arbeidsvoorwaarden en van de levensomstandigheden van de arbeidende bevolking. Meer dan honderd internationale arbeidsverdragen zijn door deze organisatie tot stand gebracht. Daaronder bevinden zich ver dragen betreffende de acht-urige werkdag, loonbescherming, betaalde vakantie, verbod van kinderarbeid, bedrijfsveiligheid, vrijheid van vakverenigingen, enz. Andere gespecialiseerde organisaties zijn bv. de Wereld gezondheids-organisatie, die o.a. over de gehele wereld met toenemend succes de strijd tegen besmettelijke ziekten heeft aangebonden; de Voedsel- en Landbouworganisatie der Ver enigde Naties (FAO), die met goede resultaten streeft naar een verhoging van het voedselniveau en de levensstandaard van de wereldbevolking door internationale samenwerking op het gebied van de produktie en de verdeling van alle voedsel- en landbouw-, bosbouw- en visserijprodukten; de V.N. Or ganisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO), die zich onder meer richt op de internationale samenwerking tot volksopvoeding en cultuurspreiding en tot bestrijding van het analfabetisme in de minder ontwikkelde landen; de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling, die door het verstrekken van leningen in sommige landen waaronder Nederland het herstel van de geleden oorlogsschade heeft vergemakkelijkt, en in andere landen de ontwikkeling van de economie bevordert; voorts nog enkele andere internationale lichamen, die zich o.m. bezig houden met de bevordering van de burgerluchtvaart, het internationale post- en telegraaf- verkeer, de wereldhandel en de internationale uitwisseling van weerkundige gegevens ten dienste van de landbouw en van de zee- en luchtvaart. Al deze gespecialiseerde Organisaties werken in nauw ver band samen met de Verenigde Naties bij de uitvoering van het programma van Technische Hulpverlening aan de nog minder ontwikkelde landen. Deze hulp aan de minder ontwikkelde gebieden geschiedt door de uitzending van deskundigen, door het beschikbaar stellen van studiebeurzen en door de verstrekking van goederen en kapitaal. Voor dit laatste is momenteel een speciaal orgaan in oprichting, namelijk SUNFED, het Speciale Fonds van de Verenigde Naties voor Economische Ontwikkeling. Dit geheel van activiteiten van de Verenigde Naties zou men kunnen beschouwen als een soort van internationale „Marshallhulp" van de hoger ontwikkelde landen aan de minder ontwikkelde gebieden der aarde.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1956 | | pagina 4