Bij de opening van het hengelseizoen
8
Misschien /egt de datum van 1 Juni U hele
maal niets. Maar U moogt zich ervan over
tuigd houden, dat voor omstreeks viermaal
honderdduizend Nederlanders die datum er
een is van het grootste belang. Het is de dag
waarop, na vele weken gesloten te zijn, het
hengelsportseizoen weer wordt geopend,
waarop men dus weer in de binnenwateren
mag vissen.
Hengelen
Een sport, verguisd door de velen die er niets
van weten. Een sport, met vele misverstan
den omhangen als daar zijn het oude wanbe
grip dat de hengelaar is: een stok met aan
het ene einde een luiaard en aan het andere
een wurm. Een sport die al te vaak en al te
zeer ten onrechte wordt geassocieerd met
jenever en overdreven verhalen Maar
een sport, die voor de beoefenaren vreugden
oplevert ontelbaar.
Hengelen is zonder enige twijfel de meest
beoefende tak van ontspanning in Nederland:
het aantal geregistreerde hengelaars (want
wie ouder dan vijftien jaar is heeft een hen-
gelvergunning nodig, zodat men de cijfers
kent) is groter dan het aantal leden van alle
voetbalverenigingen in Nederland bij elkaar...
Hengelen is bovendien een sport die wordt
beoefend door letterlijk alle soorten mensen;
ik heb aan de waterkant gestaan tussen een
arts en een opperman, ik heb gesprekken ge
voerd over karpers vissen met ingenieurs
en loopjongens, ik heb de snoek achtervolgd
in polders waar dominees en bakkersknechts
kwamen en aan de waterkant vielen al
tijd alle verschillen in rang en stand weg en
was iedereen eenvoudig: sportvisser.
Hoe moet men aan iemand die nooit hengelt
duidelijk maken wat het fascinerende van
deze sport is? O, er zijn wel zaken die ieder
een kan navoelen; men moet al een volledige
asfaltziel hebben om niet te begrijpen hoe
heerlijk het is, voor dag en dauw in de zomer
morgen (de goede hengelaar is een half uur
voor zonsopgang aan het water) zijn woning
te verlaten, door de nachtstilte de stad uit te
trekken, de polder binnen te rijden op het
uur dat de eerste rode vegen aan de horizon
het ontwaken van de nieuwe dag voorspel
len, en aan het water te komen, dat geheim
zinnig, matzilver ligt te blinken. Men moet
al oneindig ver van de natuur zijn weggedre
ven om niet iets te gevoelen van het majes
teitelijke van een zomerdag op de machtige
plassen van Holland; ach, om daar in een
bootje te zitten, te luisteren naar de kleine
geluiden van rietzanger en meerkoet, karekiet
en een overvliegende reiger, om het riet, een
zwart, geheimzinnig oerbos in de morgen, te
zien groeien tot een fonkelend woud van
trillende lichtschachten als de zon er door
heen valt, en tegen de avond weer te zien
overgaan in een oord van wonderlijk ge
heim Er is geen landschap zo mooi als
een Hollandse polder met vaarten en poelen,
sloten en plassen, er is geen water zo goed als
het Nederlandse, er is geen dag zo goed als
die met zon en wind, de hengel in de hand,
wordt doorgebracht op of aan het water
iedere adept van de hengelsport zal dat be
amen. En bij slecht weer? Dat heeft weer zijn
eigen charme; de loeiende wind over de pol
der, tie striemende regen die de hengelaar een
dag lang achtervolgt, zij maken hem, ook in
eigen verbeelding, tot een stoere figuur, tot
een man die in zich weer iets voelt kloppen
van die atavistische jachtdrift die onze verre
voorouderen bezielde
En de spanning van de vangst, natuurlijk.
I)e spanning van het plotseling uit het water
stijgen, langzaam en rustig, van de zware
zinker het bewijs dat de brasem, meters
onder het wateroppervlak, het aas in de bek
heeft genomen en er nu mee wegzwemt. De
spanning van het tjoeketjoeketjoek waar
mede een stevige rietvoorn de Rotterdam
mer, een eenvoudige staande dobber laat be
wegen De spanning die de hengelaar
voelt als een onweerstaanbaar door de worm
gebiologeerde baars een rijtje kurkjes met
zich meetrekt, onder water
Het aantikken, het zetten van de haak, en
dan, als het een grote vis is: het gevecht. Het
gevecht dat aan sportiviteit, aan waarde ook
voor de hengelaar wint als de laatste vist vol
gens het weidelijke principe: Geef de vis een
kans, vis met licht materiaal, heel dun nylon,
een zeer slanke hengel. En dan de voldoening
als na een zware strijd, die soms wel een
kwartier wil duren, een karper van een pond
of zes (en er zijn er van meer dan twintig
in onze wateren!) in het schepnet verdwijnt....
Het is misschien voor iemand, die nooit heeft
gehengeld niet doenlijk, te gevoelen wat de
ras-hengelaar gevoelt wanneer hij aan de
waterkant zit. Maar wie wel eens, zelf geen
hengelaar zijnde, in de trein zat temidden van
mannen die, met hengelstokken beladen,
terugkeerden van een dag in de polder of op
de plassen, moet loch wel eens een gevoel van
jalouzie hebben gekregen. Zij zien er zo heer
lijk voldaan uit, zij zijn rozig van zon en
wind, hondsmoe van het sjouwen door de
polder of het uren roeien over de plas maar
in hun ogen schijnt nog de zon, en in hun
gedachten verwijlen zij nog bij die verrukke
lijke dag, toen zij daar achter in de polder
stootten op een school grote rietvoorn of mid
den op de plas de brasem naar hun voerplek
lokten.
Probeert U het dit seizoen ook eens, te gaan
hengelen. Het is een goedkope, goede sport,
het is een sport die U weer nader brengt tot
de natuur, waarvan al te velen in deze maat
schappij te zeer vervreemden. Het is een sport
die op weinige plaatsen op aarde zo prachtig
beoefend kan worden als in het goede, Neder
landse land.
ANTON VAN DER VET