De ondernemingsraden geïnstalleerd
3
Op 17 februari werden onze ondernemingsraden door de
heer Feith geïnstalleerd, en wel 's ochtends te Rotterdam en
's middags te Amsterdam.
De directie had voor deze eerste vergaderingen bestuursleden
van de vakverenigingen uitgenodigd, zodat de plechtigheid in
Rotterdam werd bijgewoond door de heren W. van Staveren en
D. Schinkel (Alg. Bedrijfsgroepen Centrale), C. Schoof (St.
Willibrordus), P. H. Daane (Chr. Bedrijfsgroepen Centrale) en
S. Vogelaar (Ned. Chr. Beambtenbond), en in Amsterdam door
de heren W. Liefaard (Alg. Bedrijfsgroepen Centrale), J. Klaas-
sen (Christelijke Bedrijfsgroepen Centrale) en de heren J.
Smit en J. Sauer namens St. Willibrordus.
Omdat uiteraard niet het gehele personeel de installatie kon
bijwonen, moest de directie een selectie maken. En wat lag
meer voor de hand dan de in de verkiezingen verslagen kandi
daten hiervoor uit te kiezen?
Zo vonden dus de eerste vergaderingen in „openbare zitting"
plaats, waar de installatierede van de voorzitter, de heer Feith,
een aandachtig gehoor vond.
Aangezien deze rede elders in dit nummer is afgedrukt, zullen
wij daar niet uit citeren, maar meteen overschakelen op de
hartelijke woorden en de goede raaadgevingen welke hierop
volgden.
„Sterke Frans", zoals de heer Huybrechtse te Amsterdam
wordt genoemd, memoreerde de voorlopers van de onder
nemingsraad: de Raad van Advies en later de Kern, welke in
stellingen zulk een heilzame invloed hebben gehad en hij gaf
de goede raad mee om steeds het belang van de brouwerij
voorop te stellen, aangezien de bestaanszekerheid van het per
soneel afhankelijk is van het voortbestaan van de brouwerij.
De heer Liefaard riep de leden van de ondernemingsraad toe
de kunst te verstaan om de dingen in het groot te zien. En
daarmede onderstreepte hij nog eens dat de Raad er vooral
voor moet waken niet te ontaarden in een praatcollege over
allerhande klachten van individuele aard.
Een dergelijk geluid had de heer Vogelaar 's ochtends reeds
te Rotterdam laten horen, zodat wij wel mogen aannemen
dat onze ondernemingsraden zich aan deze fout niet zullen
bezondigen! Ook de heer Feith immers had hier al voor ge
waarschuwd in zijn installatierede.
Maar keren wij nog even terug naar Amsterdam, om de heer
Liefaard verder aan het woord te laten. Deze ervaren vak
bondsbestuurder drukte de leden van de ondernemingsraad
onder andere op het hart steeds naar eigen inzicht en naar
eigen eer en geweten te handelen. Flet behartigen van de
belangen van anderen is moeilijk, en negen van de tien keer
doe je het fout, maar één ding is zeker, zei de heer Liefaard,
en dat is dat je het beslist fout doet wanneer je een standpunt
verdedigt waarvan je zelf niet overtuigd bent. Degenen die
je gekozen hebben moeten begrijpen dat het vertrouwen dat
ze daarmede aan je gegeven hebben, meebrengt dat je dan
ook naar eigen beste weten moet kunnen optreden. Een
goede raad die de aanwezigen stellig in hun oor hebben
geknoopt.
Te Rotterdam sprak zijn collega Van Staveren, die gewaagde
van het belang om steeds een basis te vinden voor vruchtbaar
overleg. Hij wees er op, dat een goede samenwerking in de
ondernemingsraad een goede toekomst voor Heineken belooft.
Soortgelijke woorden liet te Amsterdam de heer Smit horen,
die de betekenis van de ondernemingsraad schetste als een
middel om de menselijke verhoudingen op een hoger plan te
brengen.
Zowel in Amsterdam als in Rotterdam volgde op de installatie
en de speeches de benoeming van een secretaris. Voor beide
brouwerijen werd op voorstel van de voorzitter bij acclamatie
de heer Kettner benoemd tot secretaris en de heer Oosterbroek
tot adjunct-secretaris, zodat op die manier in een uniform
voorzitterschap en secretariaat de eenheid van de bedrijven
te Amsterdam en Rotterdam tot uiting komt.
Tot slot kwam het reglement van de ondernemingsraad aan
de orde. De heer Feith zette uiteen dat het exemplaar dat de
leden voor zich hadden liggen, een voorlopig reglement is, dat
door de Bedrijf.scommissie is goedgekeurd. Dit reglement moet
thans door de ondernemingsraad definitief worden vastgesteld.
Vandaar dat de heer Feith voorstelde het voorlopige reglement
eerst rustig te bestuderen, zodat het in de volgende vergadering
behandeld kan worden.
Conform werd besloten, waarna met het eigen produkt op
een goede toekomst werd geklonken.
üe Amsterdamse ondernemings
raad: vd.n.r. de heren N. Burgers
(27 dinenstj.); J. B. Eibers (34
dienstj.); A. J. Elver ding (34
dienst j.P. M. Lakeman (16
dienstj.)J. Romers 34 dienstj.)
mr. E. C. Kettner (secretaris)Jhr.
P. R. Feith voorzitter)M. H. de
Jong (26 dienstj.); J. L. Jansen
(12 dienstj.); A. T. de Rooy (4
dienstj.); J. F. Stap (9 dienstj.);
J. A. Roose (15 dienstj.); F. J.
Huybrechtse (34 dienstj.).