Pijpluizen err it je gaat over de tong 10 Ik ben een liefhebber van een goede pijp tabak en U begrijpt dus, dat de schrik mij om het hart sloeg, toen ik hoorde, dat er in de buurt van de brouwerij pijpluizen waren waargenomen. De aardigheid was er voor mij meteen af; ik kreeg een rare smaak in mijn mond en voelde een sterke neiging tot krabben. Ir. Bartels stelde mij in zekere mate gerust: de pijpluizen had den niets te maken met de oud-vaderlandse gewoonte van het ..toebacksuyghen" en overigens betrof het hier geenszins een nieuwe biologische ontdekking maar een oud en bekend ver schijnsel, dat slechts in de actualiteit was gekomen door een telefoongesprek met een boze meneer en een daarop volgende verzoenende en zelfs geestige brief van diezelfde meneer. Toen ik Vrijdagmorgen zo tegen half negen per fiets Uw fabriek passeerde aldus onze briefschrijver fietste ik door een wolkje vliegjes, tenminste dat was de eerste indruk, maar dat kon natuurlijk niet, want vliegjes vliegen niet zomaar in de tweede helft van November tegen een argeloze fietser aan. Toen ik, almaar doorrijdende, een vliegje uit mijn ogen veegde en daarbij over mijn gezicht streek, scheen er iets bijzonders met mijn gezicht te zijn gebeurd, want toen ik direct daarna een tram passeerde, begonnen enige jonge vrouwelijke pas sagiers op mij te wijzen en te grinniken. Ik verklaar U hierbij plechtig de gedupeerde briefschrijver is nog steeds aan 't woord, lezers van Vers van 't Vat dat ik mij tamelijk onop vallend door het leven pleeg te bewegen en dat ik zoveel mogelijk probeer niet te worden nagewezen en/of uitgelachen. Op dat moment besefte ik, dat ik niet getroffen was door vliegjes, maar door wat men vroeger populair in de Rotter damse haven noemde „pijpluizen" en dat ik door het vegen over mijn gezicht een mislukte Zwarte Piet geworden was. Deze „pijpluizen" waren kennelijk van Uw fabriek. Nu neem ik als V. v. 't V.-redac=teur het woord van de brief schrijvende fietser weer over want ik kan natuurlijk niet dul den, dat wij, Heineken's Brouwerij, worden beschreven als fabrikanten van pijpluizen. Wat wij maken is beroemd all over the world en als er bij al die flessen en fusten, die de brouwerij dagelijks verlaten, eens een enkel luissie meekomt, dan moet daaraan naar onze mening niet zo zwaar worden getild. Goed, hier was een regenjas bevuild, hier was het niet onknappe (Overgenomen uit „Shipbuilding and Shipping Record") DROOMSCHIP Het is nog niet zo lang geleden, dat de heer Niarchos opzien baarde met de tewaterlating van 's werelds grootste tanker en aangezien er thans nog grotere tankschepen in aanbouw zijn, mag men verwachten, dat binnenkort andere met dezelfde grote koppen in de bladen zullen pronken. Van groter belang is echter de tewaterlating van de eerste grote biertanker ter wereld, voor gebruik in de Hollandse binnen wateren, een schip dat niet minder dan 1200 hl. van de favo riete drank van de Hollanders kan vervoeren. Degenen, die varen op de mooie schepen van de General Steam Navigation Company, die wijn brengen naar de Britse kusten, zullen hun Hollandse collega's op dit schip wel be en zeker schoongewassen gezicht van een hupse jongeman ten aanschouwen van de bloem van Rotterdams kantoor- en win keljuffrouwen bezoedeld met een vettige, zwarte, verraderlijke door de lucht zwevende substantie. Maar de getroffene moest zelf toegeven, dat er aan de regenjas weinig eer meer was te behalen en dat het gezicht na een grondige zeep-bewerking spoedig weer glansde in zijn oude schoonheid. Maar de hoed. de goeie lichtgrijze hoed! Die moest naar de stomerij en dal kostte drie guldens Nederlands courant. Het was een droevig moment voor de heer Bartels, toen hij het slachtoffer moest meedelen, dat de brouwerij zich voor dergelijke schaden niet aansprakelijk kan stellen. Maar ook nu weer nam het slachtoffer voornoemd de zaak sportief op. Hij vond, dat hij een ervaring rijker was geworden, een ervaring zo schreef hij die slechts de luttele som van 3.— en enig ongemak heeft gekost. Wat koopt men tegen woordig voor deze som? Zeer weinig, mijne heren, zeer weinig. Gaf onze briefschrijver met deze woorden al blijk van een levensrijpe filosofische inslag, het slot van zijn brief bevestigt die indruk volkomen: Uw zaak afbreuk doen, zegt hij, door bv. om te schakelen van Heineken's op Amstel of Oranjeboom heeft geen zin, want U zou het niet merken en ik wel. De heer Bartels heeft de brief driemaal gelezen en toen zijn hand al strijkende in de richting van zijn hart gebracht. Na tuurlijk konden wij, om geen precedent te scheppen, de fietser geen schadeloosstelling toekennen, zelfs niet voor de drie gul den van zijn hoed, maar een redelijk mens is zijn Heineken's waard en waarom zouden wij, als we zoveel over „public rela tions" praten, er ook niet eens aan dóen? Zodat er na de eerste brief nog een tweede kwam, ditmaal over vloeiend van erkentelijkheid. En hiermede was het pijpluizen- incident op voor allen bevredigende wijze gesloten. De toekomst is echter niet zonder zorgen en het zou misschien aanbeveling verdienen, dat onze technici zich in verbinding zouden stellen met het Ministerie van Verkeer en de A.N.W.B. Wellicht is er een nieuw verkeersbord te creëren, want ik zie niet in, waarom honderden wegen in Nederland versierd zijn met bordjes van „overstekend wild" op plaatsen, waar ik zelfs nog nooit een kat heb zien oversteken, terwijl argeloze fietsers op de Crooswijksesingel zonder enige waarschuwing geconfron teerd worden met hele wolken overstekende pijpluizen! vdz. nijden 0111 hun positie, want het droeve feit is, dat over het algemeen de producten van de Franse wijngaarden de Britse zeelui niet erg liggen en degene, die eens een reis maakt aan boord van de „Ringdove" of „Grebe" zal bemerken, dat hoeveel wijn er ook in de ruimen is de hofmeester hem niets anders zal aanbieden dan jenever of bier. Dorstige zeelui verachten het sap van vruchten, maar zouden graag in de verleiding willen komen om de vracht van een biertanker aan te spreken, zelfs wanneer deze slechts Hollands bier vervoerde. (Kom, kom, de schrijver zal bedoelen: juist omdat deze Hollands bier bevat, want het Hollandse bier is het meest gevraagde ter wereld. Iets wat een Engelsman na tuurlijk niet weet! - Red.) De vraag werd te berde gebracht op welke wijze zo'n schip te water gelaten moest worden. Bij tankschepen van andere aard werd soms geopperd, dat er toch eigenlijk iets anders dan champagne aan te pas moest komen en in dit geval lijkt de keus van de drank niet moeilijk. Maar, merkt een Amerikaans tijdschrift heel aardig op, wat zou men met bier in de tanks denken van een tewater lating met zoute krakelingen?

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1956 | | pagina 10