Amerikaanse impressies
regeringsdakota, dr. de Graaff en de adjudant van de Prins, de
heer Geertsema. Het is altijd leuk om ergens ver van huis Hol
landers te ontmoeten en natuurlijk waren we al gauw aan de
praat over onze reiservaringen. Even later voegde zich ook de
Prins bij het gezelschap. Hij toonde zich hoogst verbaasd om
zelfs op het kruidnageleneiland van Zanzibar óók nog een land
genoot te vinden. Maar de reden van mijn bezoekje was gauw
duidelijk. Het is er warm en er zijn geen brouwerijen en dus is
een goed importbier er altijd welkom! De Prins vertelde enthou
siast over zijn reis naar Afrika en bleek ook goed op de hoogte
te zijn van de exportsuccessen van onze brouwerij. Na een har
telijk afscheid en „goede reis en happy landings", startte de
Hollandse Dakota met Prins Bernhard aan de stuurknuppel.
Langzaam en zeker steeg hij in de trillende tropenlucht. Aan
boord waren twee dozen van ons bier. Die hadden wij er maar
ingezet want Afrika is een dorstig land!
Terug op het vaste land wachtte mij nog een ander avontuur.
Nee, ik zal niet proberen U bang te maken over de Mau Mau
in Kenya. Niet dat het leven daar op het ogenblik nu zo gezel
lig is, want die kleine groep van zwarte rakkers maken Kenya
erg onveilig. Praktisch iedereen heeft altijd een revolver bij
zich, ook de dames en dat is niet overbodig, maar wel lastig.
Soms gaat zo'n revolver op een onverwacht ogenblik af en dat
wil nog wel eens wat onaangenaamheden veroorzaken.
De verkoopleider voor ons bier in Nairobi lag een week in het
ziekenhuis omdat er door een ongelukje met een revolver een
kogel in zijn knie was gekomen. Maar als je een revolver hebt,
dan voel je je toch wel veel prettiger in de duisternis van de
tropennacht die toch al zo griezelig is door de vele onbekende
geluiden van dieren en planten. Als de wind even door een
bananenboom speelt zou je zweren, dat er zich een ongewenste
vreemdeling door de haag heen werkt. En we weten allemaal,
dat je bij dergelijke spannende omstandigheden veel meer spo
ken ziet dan er werkelijk zijn. Maar ook dat went vrij spoedig.
Kenya is overigens een prachtig bergachtig land met duizenden
bloemen. Bovendien is het een van de wildrijkste gebieden van
\frika en op een Zondagmiddag werd ik mee uitgenomen om
ons geluk eens te beproeven. We zouden proberen foto's van
wild te maken. U zult begrijpen hoe enthousiast ik was toen ik
na 6 km al een kudde giraffen zag die heel nieuwsgierig bleven
staan kijken en zich zó gedwee lieten fotograferen, dat ik et
in mijn opgewondenheid een heel filmpje aan spendeerde. Mijn
gids kalmeerde mij met de opmerking, dat ik wat zuiniger moest
zijn, want dat dit nog niets was en ik dus ook nog films moest
hebben voor de antilopen, apen, hyena's, buffels, zebra's,
leeuwen enz. En hij kreeg groot gelijk. Mijn gastheer vertelde
veel van de gewoonten van al die dieren. Dat giraffen gemak
kelijk te fotograferen zijn omdat ze zo nieuwsgierig zijn. Maar
ook, dat deze langpoten haast nooit worden aangevallen, omdat
ze zulke geweldige harde klappen uitdelen. De leeuwen verto
nen zich zelden vóór zonsondergang. Ze zijn lui en jagen alleen
als het niet anders kan, maar stellen zich ook tevreden met wat
het luipaard overlaat. Die luipaarden zijn niet lui, die vallen
alles aan, als ze de kans schoon zien. Ik zag een leeuwin met
twee welpen rustig peuzelen aan een zebra. Nog geen 50 meter
verder liepen de „overlevenden" rustig te grazen. Ze wisten maar
al te goed, dat deze dame niet lastig meer zou zijn.Er is geen
heldenmoed voor nodig om foto's te maken. Een auto interes
seert hen niet, want die ruikt niet naar een lekker hapje. Maar
het is niet geraden om uit te stappen. Het was een buitenkansje
om de kampioen Waterbok van het seizoen te zien. Dat zit n.l.
zo: wij zagen deze zeldzame kudde van grote reeachtige dieren
en al gauw bemerkten wij, dat er maar één mannetje (met
horens) bij was. Dat was de grote held, want in het voorjaar
wordt er onder de mannen geweldig gevochten. De kampioen
krijgt alle wijfjes (voor dat seizoen) en alle andere mannetjes
vormen een afzonderlijke „vrijgezellenkudde". Onze heer water
bok was dus de gelukkige voor dat jaar en het was hem aan te
zien: groot en koninklijk stond hij ons aan te staren tot wij
hem te dicht benaderden en hij het sein voor vertrek gaf. De
wijfjes bleven nog even staan kijken
Toen we in de schemering naar huis reden, zagen we in de
buitenwijken van de stad een paar jakhalzen. Die gingen eens
neuzen of er nog wat te vinden was bij de huizen. Vuilnisbak-
kcnschooiers zijn het. Maar gelukkig volkomen ongevaarlijk.
Die Zondagmiddag is onvergetelijk en als ik thuis de lantaren
plaatjes van de kleurenfoto's projecteer, dan ben ik in eens
weer in Afrika met de negers, de koffieboontpjes, de dieren en
de geluiden en de grootse pracht van dit onmetelijk rijke we
relddeel. Dat ik het een beetje griezelig voncl toen mijn gastheer
de revolvers op tafel legde, de luiken sloot en de alarm-installa
tie „op scherp" zette, ben ik allang weer vergeten. Dat radio
Londen vertelde over wind en motregen, kon ons niet deren,
want ook in deze kleine vesting in Afrika was ons bier weer
reuze best.
PLOOY
Wanneer men op een zon
nige Zondagmiddag in New
York eens geen afspraken
heeft dan kan ik U advise
ren een bezoek te brengen
aan het hoofdkwartier van
de Verenigde Naties. „The
Headquarters of the United
Nations" zoals hier gezegd
wordt, is gelegen tussen de
42ste en 48ste straat en
wordt aan de oost- en west
zijde begrensd door de East
River en de First Avenue.
Dit ongeveer 7 hectaren
grote gebied is tot interna
tionaal grondgebied ver
klaard en het is niet het
slechtste stukje van New
York dat ook nog een beetje van ons is.
Wanneer men via een natuurstenen trap het grote terras voor het
hoofdgebouw betreedt heeft men een prachtig uitzicht over de East
River en hoewel het hier een centrum is van toeristisch bezoek zal
men moeten toegeven dat dit internationale stukje grond één van
de weinige rustige plekken in New York is.
Het 39 verdiepingen hoge secretariaatsgebouw steekt met zijn hoekige
doch zeer harmonieuze lijnen scherp af tegen het in zwierige stijl
opgetrokken gebouw dat hier „The Assembly Building" heet en dus
het gebouw is waar de vergaderzalen gevestigd zijn van de algemene
vergadering, de veiligheidsraad, de economische en sociale raad
enz. enz.
Het gebouw van het secretariaat is ondanks zijn eenvoudige strakke
vormgeving een mooi gebouw. De oost- en westgevel zijn geheel
opgetrokken uit glas en aluminium. Het glas is blauw-groen en dit
geeft niet alleen de gevel een mooie kleur maar het heeft het grote
voordeel dat deze soort glas de warmte absorbeert en de invloed van
de zonnestraling afweert, wat nodig is om de air-eonditioning goed
te laten funetioneren. De air-conditioning is ook van een bijzondere
constructie, in iedere kamer kan men nml. een „eigen" temperatuur
ontwikkelen, de verschillen kunnen tot 12 graden oplopen. Dit is ook
wel nodig want in dit gebouw werken mensen uit alle landen van de
wereld die uit de aard der zaak aan geheel verschillende temperatu
ren gewend zijn. De noord- en zuidgevel zijn opgetrokken uit fraai
grijs marmer uit de staat Vermont.
De bezoeker die zich door allercharmantste vrouwelijke gidsen iaat
rondleiden komt echter niet in het secretariaatsgebouw, daar zijn
nml. alleen kantoren gevestigd waar hard werkende mensen niet
gestoord willen worden.
Het pronkstuk is het lagere sierlijke Assembly gebomv dat is opgetrok
ken uit marmer en kalksteen en dat we betreden via één der zeven
hoge zilver-nikkelen deuren. Maar daarover een volgende maal.
Ti
10