tot leRinq enöe veRmaeck Herinnering uit 1935 ZOMER 1954 J 10 Zo af en toe kom je, op zoek naar héél iets anders, tussen oude spullen iets tegen, dat je aandacht een ogenblik gevangen houdt. Eerlijk gezegd heeft de foto, welke U hier boven vindt afgebeeld en die enige weken geleden toevallig in onze handen kwam, de aandacht langer dan één ogenblik geboeid, langer zelfs dan misschien in een drukke tijd van personeelsvacanties wel gewenst was. De afbeelding stelt voor de huldiging van de heer J. Kamps, vroeger magazijnchef en nu hoofd van de afdeling inventarissen en de technische verzorgingsdienst, ter gelegenheid van diens zilveren jubileum, welke foto ongeveer 20 jaar geleden werd genomen. De reden dat U dit plaatje hier aantreft is niet zozeer om U de Rotterdamse stafleden nog eens te tonen in hun gedaante van vóór 20 jaar, maar vooral omdat de centrale figuur, onze populaire Koos Kamps, geluk kig weer hersteld in ons midden is terugge keerd, nadat hij lange tijd rust had moeten houden. Voor het geval U de (jonge) gezichten op de foto niet alle thuis kunt brengen, laten wij hieronder de namen volgen van degenen, die U hier vindt afgebeeld in de toenma lige directiekamer van onze oud-directeur ir J. Th. Berkemeier. Van links naar rechts: F. Poel. R. Vestergaard, jhr P. R. Feith, dr F. A. de Graaff, J. P. Stock, E. Grevink, J. Kamps, W. Boerdam, ir G. J. J. v. Goor (f), E. Verbiest, mr K. L. Beijen, dr F. Mendlik, ir J. A. Emmens, ir J. J. Poutsma, W. A. Drijver (f) en I. Weeda (f). Ik ben slachtoffer geworden van de drank. De ellende is, om precies te zijn, op de eerste en enige zomerdag van Augustus over mij gekomen. Deze dag bracht ons een weldadig zonne tje en 23° C. in de schaduw. Wat doet men op zo'n dag als op rechte dorstgevoelens de mens kwel len? Men drinkt een glas bier. Maar tussen drinken en drinken is verschil. Men kan een glas bier in drie, vier teugen met redelijke tussenpozen lot zich nemen, men kan het in één slok verzwelgen om daarna met het beken de smakgeluid zijn verlangen naar meer te uiten. Het glas dat mij werd voorgezet was van koelte aangeslagen. Het schuim was dik en romig. Onder die omstan digheden smaakt het bier als een melange van room, honing en cham pagne, terwijl het geurt als bloeiende kamperfoelie. Ik ging er eens echt voor staan. Ten slotte is het een moment in je be staan, dat nuttigen van een volmaakt getapt glas volmaakt bier. Het koele glas in de rechterhand, de Imkerhand op de heup, hoofd en romp zover mo gelijk naar achteren gebogen, en in een lange verkwikkende teug ver dween de koele lafenis in mijn keel. Maar nu komt de nare verrassing. Toen ik mij weer voorover wilde bui gen, kreeg ik een hevige scheut in de zij en werd ik voor de keus gesteld in mijn stoere drinkhouding te volharden of een smart te overwinnen, die zelfs voor een man bijna ondragelijk is. Ik bleek tijdens het genieten van de godendrank slachtoffer geworden te zijn van spit, die verraderlijke aanval van spierrheuma, die de mens op de meest ongelegen ogenblikken kan overmeesteren en mishandelen en bij de toeschouwer in plaats van deernis integendeel onverholen vrolijkheid opiuekt. Met bijeenraping van alle moed, waar over ik als man beschik, ben ik er in geslaagd mijn lichaam weer in nor male stand te brengen zonder het van pijn uit te gillen, hetgeen mij ondanks mijn deplorabele toestand een gevoel van trots verschafte. Elke beweging, elke ademtocht veroorzaakte een helse pijn. Slechts indien ik de zoeven be schreven drinkhouding aannam, was ik er vrij van. Zodra ik onbespied was, stond ik dan ook met opgeheven rechterarm, linkerarm in de zij en ver naar achter gebogen hoofd en romp. Ik wist nu wat het betekende slacht offer van de drank te zijn. En ik heb mij in deze smartelijke en smade lijke uren verbeeld, model te staan voor een beeldhouwer, die in opdracht van de blauwe vaan de ellende van het drankgebruik had weer te geven, als afschrikwekkend voorbeeld voor alle dorstenden! De moraal van deze geschiedenis Ledig nooit 1/a liter in een teug. Nut tig liever 3/3 liter in drie teugen. En hoedt U bij deze nuttige bezigheid voor het te ver naar achteren buigen van hoofd en romp. Soms hoor ik zachtjes huilen

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1954 | | pagina 10