<^,leuwe textieiweelóeió r EN HUN BEHANDELING 6 I^xoor de eeuwen heen heeft de mens de J voor zijn dagelijkse leven noodzakelijke textielgoederen vervaardigd van mate- rialen, die hem door moeder natuur werden geboden. Denken wij maar aan de ons zo vertrouwde weefsels van natuurlijke oor sprong zoals wol, natuurzijde, linnen en ka toen. Vóór 1920 werd men nog niet over stroomd met de vele wasmiddelen, zodat het wassen en het strijken van genoemde weef sels geen geheimen inhielden voor de huis vrouw. Hoe heel anders werd het, toen de synthe- tische vezels een rol in ons textielleventje gingen spelen, waarbij dan nog komt, dat de zeepfabrikanten ook niet stil hebben gezeten en de huisvrouwen hebben overladen met in hun laboratoria uitgevonden wasproducten. De he dendaagse techniek heeft ons een overvloed van nieuwe weefsels gegeven, die b.v. door hun voortreffelijke imitatie van kostbare stoffen, nu in een veel ruimer bereik zijn komen te liggen, dan dit voorheen het geval was. Was natuurzijde vroeger een artikel voor de meer welgestelden, de kunstzijde of rayon is thans voor bijna een ieder bereikbaar en voldoet in vele opzichten. Maar weet U hoe U b.v. deze kunstzijde moet wassen? Het wordt niet gemakkelijker het antwoord te geven als ik IT nog daarbij vertel, dat er twee soorten rayon zijn. Yiscose-rayon en Een praatje vrouwen en hopen te acetaat-rayon, beide met bepaalde eigen schappen, maar onderling zeer verschillend. De gedachte komt vanzelf bij II op hoe nodig het is. dat U op de één of andere manier aan de weet moet' komen, hoe of U te werk zoudt moeten gaan indien b.v. een japon gewassen en gestreken dient te wor den, opdat geen teleurstelling achteraf het gevolg zal zijn. Want voor viscose-rayon is overmatig koken, borstelen of wringen be paald niet goed en het drogen in de zon is ook af te raden, evenals een flink warm strijkijzer. Acetaat-rayon lost beslist op als een druppeltje aceton, U weet wel, dat mid del om Uw nagellak te verwijderen, bij ongeluk op Uw japon of ondergoed terecht komt en te warm strijken kan ook smelten van de stof teweegbrengen. Het is maar een „weet"! Maar hoe zoudt IJ al deze dingen kunnen weten? Het is al heel moeilijk voor U om vast te stellen met welke stof U te doen hebt. Daarvoor behoeft U zich geens zins te schamen, want zelfs de doorgewin terde textielman zou zonder zijn instrumen ten beslist niet precies kunnen zeggen waaruit een stof is vervaardigd. Bovendien zoudt U van alle nieuwe stoffen en dat zijn er nogal wat moeten weten wat U er wèl of niet mee kunt doen op reinigingsgebied. Wij hebben het tot nu toe nog alleen maar gehad over rayon, maar onze textiel-weldoe ners hebben het hierbij niet gelaten en gaven ons nylon, orlon, terylene, sa ran en wat hier nog op zal gaan volgen. Allemaal verschil lende vezels waarvan stoffen worden gewe ven voor kleding en woningtextiel. Het zou misschien nog te overzien zijn als het hierbij bleef, maar men is op het idee gekomen stof fen te vervaardigen waarin men is gaan mixen b.v. wol met nylon, rayon met vult U zelf maar in. Als men een bepaald aantal garens heeft, kan men door samen voeging oneindig veel combinaties maken met andere garens, en prachtige weefsels opbouwen. Voor U wordt het wél mooier en aanlokkelijker, maar niet gemakkelijker de stoffen te herkennen en dus te weten hoe U ze reinigen moet. Uit het bovenstaande s blijkt zonneklaar, hoe zeer U er mee gebaat bent indien er een mid del zou worden gevon den, waardoor U de juiste aanwijzing krijgt hoe textiel behandeld moet worden bij het wassen en strijken., Voor IJ is van minder belang of U weet welke de grondstoffen zijn waaruit het weefsel bestaat. Wél wordt U geholpen, als door een teken of label was- en strijkvoorschriften worden gegeven. Nemen wij b.v. „everglaze". Het is een ka toenen weefsel dat door een bewerking met speciale harsen „kreukherstellend" is ge maakt. Deze populaire stof met of zonder ingedrukte figuurtjes heeft door de „finish", die men op de katoen heeft toegepast, een mooie satijnglans gekregen. Ook heeft de voor huis zij die het worden stof hierdoor belangrijke voordelen gekregen, zoals: minder aanhang van vuil, kreukherstel lend, vlug droog na het wassen en niet absoluut noodzakelijk te strijken. Als U daarbij nu maar wist dat U „everglaze" niet in een sop van boven 60° C van een zelfwerkend was middel moet stoppen of indien U met zeep wast, de fles met bleekwater dicht moet laten. De op de katoen aangebrachte hars zou de chloor vasthouden en bij het strijken zuren ontwikkelen, die gaten zouden ver oorzaken. Heel nuttig is, dat steeds meer stoffen en kledingstukken in de handel van was- en strijkvoorschriften worden voorzien. Dan komt 't er slechts op aan, dat deze voor schriften nauwkeurig worden opgevolgd. Er bestaan vele wasmiddelen. Men kan deze indelen in twee groepen, te weten: a. wasmiddelen, die op zeepbasis zijn bereid, b. wasmiddelen, die geheel synthetisch zijn. In de laatste komt dus geen zeep voor; men behoeft hiervoor het water ook niet te ont harden, daar de hardheid van het water alleen bij zeep een rol speelt. Iedere groep kan onderverdeeld zijn in nict- zelfwerkende wasmiddelen en zelfwerkende wasmiddelen. Niet-zelfwerkend wil zeggen, dat geen bleekmiddel is toegevoegd; zelfwer kende wasmiddelen bevatten een bleekmid del. Dit bleekmiddel is meestal geen chloor- preparaat, maar een ander middel dat het weefsel niet aantast. Wèl moet men oppas sen met gekleurd goed: de kleurstof is n.l. gevoelig voor dit bleekmiddel. Het bleek middel begint reeds bij 30° C (bijna koud) te werken en bereikt zijn maximale werking bij 60° C (heet). Gekleurd goed moet men dus in een zelfwerkend wasmiddel koud wassen. In een niet zelfwerkend wasmiddel kan de wastemperatuur iets hoger zijn. Verder vindt U dikwijls op een pak wasmid del de aanduiding „optisch actief" of „actiel wit". Dit duidt op de toevoeging van een preparaat, dat de vezel niet aantast en boven dien ongevaarlijk is voor gekleurd goed. Het is een ingewikkelde verbinding, die maakt dat wit goed in het daglicht witter lijkt dan het in werkelijkheid is. Het is dus te verge lijken met het U welbekende blauwsel Met leedwezen geven wij kennis van het overlijden van de heer H. STAAL, gepensionneerd bankwerker te Rot terdam, in de ouderdom van 74 jaar, en van het overlijden van de heer TH. VAN RIET, gepensionneerd autogeenlasser te Am sterdam, in de leeftijd van 71 jaar.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1954 | | pagina 6