OUDEJAARSDAG Krijt 12 Eén onzer Rotterdamse medewerkers (afd. pek- kerij) zond ons een Oudej aarsherinnering, welke wij hieronder weergeven. Wij zaten met ons bataljon eind 1949 in Probo- linggo, voorbij Soerabaja. Wij lagen met het Verbin- dingspeleton in een ruim huis. Mijn baantje was bij de telefoon als centralist, 's Morgens vijf uur wordt er gebeld. „Djam bêrapa sêkarang"') wordt gevraagd. „5 uur", antwoord ik. We zullen gelijk maar opblij ven, want 's morgens en 's avonds is het hier lekker fris, wat van de middaguren niet gezegd kan worden. Achter het gebouw klinkt geroezemoes van stemmen. Zwervende honden, gladdakkers, blaffen. Uit de kam pong klinkt het gebler van kleine kinderen. Over de weg lopen enige mensen met hun pikol2) over de schouder. Op de voorste mandjes brandt een lichtje, dat op klapperolie brandt. Ze gaan naar de passar3) toe. „Oudejaarsdag", denk ik. Ik zie de mensen in Holland lopen, kragen op tegen de kou en door de sneeuw baggerend. Hier wordt het weer een dag van zweten, maar stel daar tegenover de machtige natuur, volk en zeden van Indië, dan zeg ik: geef mij maar Indië. De andere jongens zijn ook al opgestaan. Er wordt niets aan Oudjaar gedaan door het leger, bij ons ten minste niet. Dus roepen we een „familieraad" bijeen. „Jongens, allemaal een tientje lappen en vanavond Hollands eten en een avondje van maken." Allen stemmen vóór, maar waar halen we de spullen van daan? Hier is zoiets niet te krijgen, wel in Soerabaja. Wat nu? Even een telefoontje naar de Luit. „Mogen we met de fouragewagen naar Soerabaja?". Dit wordt goedgevonden. Wij naar Soerabaja, eventjes bood schappen doen, 200 km visa versa! We gaan natuur lijk naar de Toendjoengan, een brede, westers aan doende weg. Welke Soerabajaan kent niet Toko Kwang en Hotel Hellendoorn? We kopen appelmoes, 4.50 per blik, aardappelen 1.50 per kilo en natuur lijk Heineken's. Terug gaan we naar de kampong: kippen kopen en bierglazen halen (afgesneden limo- nadeflessen). Nu nog even naar de kok om te vragen of hij tijd vindt om het klaar te maken. Dat lukt. Nu naar de ziekenverpleger om lakens voor de tafels en borden. Geen zieken aanwezig, dus ook dat lukt. Nu nog versiering voor aan de wand en op tafel; kaarsen hebben we van thuis nog. Om zeven uur komt de kok en de baboe met de spullen. Dat ziet er fijn uit. Kippensoep, kip, aard appelen, appelmoes, wat een dag! Er wordt niet ge geten maar geschranst. Alles opgeruimd, plaats maken voor „Heineken's". Het is zó weg. Er worden herinneringen opgehaald, vooral als het wat later is geworden. Het Heineken's bier smaakt dan nog beter met die warmte. Het is haast 12 uur geworden. „Nu jongens, proost en op een spoedige thuisreis." Daarna nog even drukte door de telefoon met de gelukwensen van en naar de andere buitenposten en het nieuwe jaar is begonnen. We hopen het volgende Oudjaar in Holland te mogen beleven. J. d. K. ,,Hoe laat is het." -) Bamboelat met touw, waaraan 2 mandjes. Markt. Laten we voor de aardigheid aannemen, dat het een bierwagen was. Zo'n vierwieler met een paard er voor, als U begrijpt, wat ik bedoel, 't Geval stond voor een groot café in de stad. De voerman rolde de fusten bier via de kurkenzak op straat en daarna het café binnen. Waarom hij na elk vat op straat gekiept te hebben, een streepje op één der wagenwielen zette, is mij niet erg duidelijk. Misschien om de tel niet kwijt te raken!? Ik stond er zo bij te kijken, toevallig, omdat ik op mijn vrouw wachtte, die een hoedje aan 't kopen was in de winkel naast 't café. Een hoedjeEnfin, daar wil ik het niet over hebben, 't Belemmerde mij alleen maar een glas bier te gaan kopen. Vanwege de prijs van 't hoedje, ziet U! Toen de voerman zijn achtste vat naar binnen rolde en er acht streepjes op 't wagenwiel prijkten, kwam er een hondje, 't Beestje keek mij aan, daarna naar 't wagenwiel, snuffelde aan de krijtstreepjes en deed iets. Het slot is gauw verteld. De voerman kwam naar buiten, doch voordat hij zijn negende vat van de wagen rolde riep een jochie, dat ik eerst niet had opgemerkt: „Hé baas, die hond hep in je boekhouding staan te knoeie." J.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1954 | | pagina 12