P. RAAYEN t
Mag het geen Spanjaard zijn?
10
Het is tegenwoordig voor de meisjes moeilijk om
aan de man te komen. Ze doen hun best, daar niet
van, maar er zijn misschien te veel meisjes of te wei
nig mannen.
Zulke meisjes, die dagelijks hun schrijnend tekort
beseffen, worden dikwijls ook nog gekweld door ma's
die meewarig om hen heen drentelen en aan alle
vriendinnen met een tragische zucht verkondigen
„het is nog steeds niet gelukt, en het kind lijdt er zo
onder".
Meisjes die met dit probleem en met deze ma's tob
ben en die van het gezanik af willen, raad ik aan „ga
in je vacantie eens naar Spanje".
Spanjaarden zijn verlooflustig en tegenwoordig zeer
schoon.
Als je nauwelijks uit de trein gestapt bent heb je al
een candidaat achter je aan, hoewel ik lichtelijk te
leurgesteld in Holland terug kwam omdat ik meende
dat hij zich niet had verklaard.
Maar toen ik thuis op mijn gemak met een diction-
naire aan de hand van zijn brieven zo'n beetje naging
wat hij wel allemaal tegen me gezegd kon hebben,
bleek dat ik mij toch ook met hem verloofd had, op
een ijzig smal bergpaadje waar ik gedacht had, dat
hij mij vroeg of ik hoogtevrees had.
Ik had zijn reactie, om mij te gaan zoenen toen ik
„ja" zei (want ik heb hoogtevrees) wel een beetje
vreemd gevonden. Maar Holland is zo'n vlak land,
wat weten wij hier van de geneesmethoden van hoog
tevrees af!
Behalve mijn angst dat ikzelf naar beneden zou val
len was bij deze zoenmanoeuvre nog de doodsangst
gekomen dat hij naar beneden zou kukelen, want ik
kende de weg niet en zag mezelf al doodhongeren in
de bergen. Verhit door nervositeit had ik mij dus aan
hem vastgeklampt en dat had hij voor smachtende
liefde aangezien.
Maar dat is dan ook de enige vervelende herinne
ring die ik aan mijn Spanjaard heb.
Later dreigde de verloving nog een keertje spaak
te lopen, toen hij mij schreef dat hij naar mij ver
langde en naar Holland wilde komen, of ik maar een
baan voor hem wilde zoeken.
Daar zat ik even mee, want ik wilde hem niet te
duidelijk laten merken dat ik hem hier niet hebben
wilde. Ik ben dus echt ernstig begonnen iets voor hem
te bedenken.
Maar wat. moet een Spanjaard, die niets anders dan
Spaans spreekt, in Holland beginnen. Die kan alleen
op 5 December terecht. De rest van het jaar is hij
werkloos.
Als het nu nog een Italiaan was, die zou je allicht
in het ijs kunnen onderbrengen of daar vind je in het
graniet nog wel emplooi voor.
Zijn antwoord op mijn vraag wat voor werk hij in
Spanje deed (dat was tijdens onze korte kennisma
king nog niet ter sprake gekomen) heeft mij, met be
hulp van diverse dictionnaires en bevriende Spaans
georiënteerde relaties nooit verder gebracht, dan dat
het iets te maken had met de stier en vechter ij.
Met die referentie dorst ik het wel aan om ijverig
en volhardend bij alle patroons die zonder zaten mijn
Spanjaard aan te bevelen.
Alle afwijzingen stuurde ik trouw naar Spanje op
en ik heb hem getroost door hem er op te wijzen dat
een jaar maar twaalf maanden heeft (dat wil som
mige mensen nog wel eens ontgaan) en dat ik dus
gauw weer bij hem zou zijn.
Want dat is ook het grote voordeel van een zo verre
verloofde, dat je nooit hoeft te kienen waar je met je
vacantie naar toe zult gaan. Voor mij niet de pijni
gende vraag „waar moet ik deze zomer nu weer naar
toe?" En niet al die moeizame overwegingen als „ik
zou wel naar de middernachtzon willen, maar dat is
zo koud, Italië lokt ook, maar dat is weer zo warm".
Voor mij ligt hier geen probleem. Ik ga naar Spanje.
Ik ben nu drie jaar verloofd, ik ben driemaal in
Spanje geweest, er zijn nog uitgestrekte gebieden van
Spanje die ik niet ken.
Op den duur?Ik wil natuurlijk wel eens iets
meer van de wereld zien. Italië b.v. moet een prach
tig land zijn. Er schuilt een gevaar in, ik weet het, dat
ijs en graniet hier in Holland kan complicaties geven.
Daarom adviseer ik ook, als je rustig wilt beginnen
„neem een Spanjaard. Vraag je moeder of het geen
Spanjaard mag zijn".
i mi lit mi hum in mi mi mi hi mi minimi
Pé Raayen is gestorven.
Op 70-jarige leeftijd, na een kortstondige ziekte,
heeft hij het leven vaarwel gezegd, het leven, dat hij
zo lief had en dat hij heeft geleefd met een intensi
teit, als maar aan weinigen is gegeven.
Raayen was het leven zélf. Het brandde in hem met
een verkwistende gloed, een gloed, die anderen ver
warmde, inspireerde, opzwiepte somtijds. Hij had
volksleider kunnen zijn en revolutionnair, maar hij
zou dan altijd de barricaden hebben verkozen boven
de sinistere holen der conspiratie.
Hij is 25 jaar voorzitter geweest van de Sportclub
H.B.M., de vereniging, waarvan hij de voornaamste
oprichter is geweest en die een zo grote plaats in zijn
hart innam. Hij heeft met zijn voorzittershamer vele
tafels gebeukt en hij heeft duizend speeches gehou
den, geen gewone speeches, maar Raayen-speeches,
waar mythologie en vaderlandse geschiedenis aan te-
pas kwam. Clio zal daarbij weieens gebloosd hebben,
maar het kon ons niet schelen of hij Jan van Schaffe-
laar van de scheve toren van Pisa liet springen of
Odysseus dingen in zijn schoenen schoof, waar hij
volgens Homerus part noch deel aan had. „C'est le ton,
qui fait la musique" was een van zijn meest geliefde
en meest gebruikte uitdrukkingen en de toon van Pé
was altijd vol enthousiasme en levensdrift en het slot-
vuurwerk van zijn „three cheers" heeft nog nooit ge
faald in te slaan.
Wij hebben van Raayen gehouden. Wij waren zijn
vrienden.
En zijn klanten waren zijn vrienden; en zijn agen
ten. Hij heeft als Heineken's pionier door zijn bezie
lende persoonlijkheid prachtige resultaten bereikt.
Nimmer in de Heineken's geschiedenis is iemand bij
zijn 25-jarig ambtsjubileum zo groots en welgemeend
gehuldigd als hij.
Een Heineken's wereld zonder Raayen zal vreemd
zijn, want al was hij dan sinds vijf jaar met pensioen,
hij bleef bezoeker van onze clubavonden, hij bleef
zijn voortdurende belangstelling tonen in alles wat
Heineken betrof.
Hij heeft een rijk leven gehad, afwisselend en
succesvol. Hij heeft veel gezien en veel meegemaakt,
hij heeft veel zorgen gekend, maar ook vreugde, veel,
veel vreugde, en die vreugde heeft hij uit de gulheid
van zijn warme, soms zo kinderlijke hart kwistig aan
zijn medemensen uitgeschonken. Kalm en rustig is hij
gestorven, is de laaiende fakkel gedoofd, vanzelf
Moge dit alles een troost zijn voor zijn vrouw en
kinderen, wier verdriet door ons allen wordt mede
gedragen.