^'üoorjaarótrip op 7 Juni 1953
12
De dag van deze „reis" want
dat was het in feite, hoewel wij gaan
deweg de neiging hebben gekregen
om als wij niet over de grenzen komen
over een „uitstapje" te praten en het
was zeker meer dan dat de dag van
de reis dan, kan naar alle zijden en
in alle opzichten als een bijzonder
vreugdevolle worden beschouwd.
Het was „de" dag van de Perso
neels Unie, die hierdoor haar wel
eens betwiste bestaansrecht zonne
klaar aantoonde.
Het was een vreugdedag voor de
Heer Honig, die een „feest" als dit al
zolang gewenst heeft en die hiervan
misschien wel het meest heeft geno
ten.
Ieder persoonlijk zou van deze dag
genoten hebben, ook wanneer hij
precies hetzelfde buiten het Heine-
ken's verband zou hebben beleefd.
Maar het feit, dat wij dit alles tezamen
als één, in een uitstekende geest samen
„op stap" zijnde Heineken's familie mochten mee
maken, heeft daaraan een glorie gegeven die op
zich zelf al voldoende zou zijn geweest om de tocht
tot een feest te maken.
Dit alles doet niets af aan de enorme verdienste
van de uitstekende organisatie en de gunsten waar
mee de weergoden ons zo kwistig hebben bedeeld,
waardoor het welslagen van het geheel natuurlijk
in belangrijke mate werd bevorderd.
Wij laten hieronder nog enige indrukken volgen
die overigens door elke deelnemer nog met vele
andere zou kunnen worden aangevuld, omdat de
ervaringen zelf, zowel groepsgewijze als persoonlijk,
nog een zekere mate van verscheidenheid boden.
Uit de vele gesprekken die nog dagen na afloop
zijn gevoerd is wel duidelijk naar voren gekomen
dat ieder tot en met genoten heeft. Er is onbezorgd
en veel gelachen, onder meer toen de gepensionneerde
dikkerd bij Ouwehand per ponnywagentje van de bus
naar het restaurant zou worden gebracht. Hij stapte
achter in en meteen hing het arme knolletje in de
lucht te spartelen. Of een onzer oudgedienden, die per
ongeluk een kroes bij zich had en daaruit minstens
60 van de 270 bezoekers van het St. Hubertusslot heeft
gelaafd. Dat hij bij het lage waterkraantje rugpijn en
een paar doorweekte broekspijpen kreeg, vond hij
helemaal niet erg, maar wel, dat een der vrouwen hem
na twee volle kroezen ook nog een dubbeltje voor het
toilet vroeg.
Voor het fraaie museum van KröllerMüller
onder auspiciën van de Heineken's Personeels Unie
cMmóterdam
waren ongeveer 45 klanten. De overigen verkozen
de heerlijke zon van die dag en de vrijheid of be
klommen de Franse berg. Grote hilariteit bestond er
nog lang onder de gepensionneerden over het feit,
dat twee daarvan blijkbaar zodanig in de feestroes
waren geraakt, dat ze pas na veertien dagen be
merkten eikaars hoed te hebben gedragen. De Heer
van der Horst, die op de heenweg door zijn aanwe
zigheid op een of ander kruispunt zijn adhaesie met
deze tocht kwam betuigen, werd spontaan gedag
gezwaaid.
In totaal waren er 670 deelnemers aan deze trip,
een aantal, dat op een gegeven moment de organi
satoren in verlegenheid dreigde te brengen. In aller
ijl werd het aantal broodjes voor de lunch op 2700
gebracht, terwijl ook op het podium van „Musis
Sacrum" tafels moesten worden geplaatst.
Op de terugweg ontstond vrijwel in elke bus een
geïmproviseerd cabaret, waardoor de stemming niet
afzakte, doch eerder nog steeg.
De kranige chauffeurs brachten ons heelhuids
thuis, voorafgegaan door de motorrijders der Rijks
politie in hun glimmend leren jassen. Wie deze
sportieve gezagdragers wel eens als bullebakken
mocht hebben beschouwd, heeft hen nu wel van een
andere zijde te zien gekregen.
De Unie kan zich gelukkig prijzen een voorzitter
als de Heer Stap te hebben, die ook ditmaal bewezen
heeft een organisator van formaat te zijn. Alles
behoudens een klein onvoorzien oponthoud is
perfect volgens plan verlopen. De vijftien busleiders
hebben het op prijs gesteld iets van de zorg van de
Heer Stap te hebben kunnen overnemen en zich met
grote toewijding van die taak gekweten.