Nederlandse Industrie
in de vreemde
NA DE KAMP
2
ii
Wij laten hieronder volgen het tweede gedeelte van
„Nederlandse Industrieën in de Vreemde", welk
artikel is verschenen in „Nederlands Fabrikaat" en
afkomstig is van de hand van wijlen ir. G. J. J. van
Goor.
Gedurende de tweede wereldoorlog werden de
brouwerijen van Beck in Batavia en Singapore als
vijandelijk eigendom door de regeringen in beslag
genomen en later verkocht, bij welke gelegenheid de
brouwerij*) in Singapore door de Malayan Breweries
werd overgenomen.
In het eerste jaar na de tweede wereldoorlog werd
veel aandacht besteed aan het herstel en de weder
opbouw van de brouwerijen in Singapore en Soera-
baja. In hetzelfde jaar werd contact verkregen met
de United Africa Company Ltd. (Unilever). Samen
met haar en enige Afrikaanse handelshuizen werd
in Lagos een brouwerij opgericht, waarvan Heineken
zich met de technische leiding belastte.
De laatste aanwinst is de brouwerij La Criolla in
Venezuela. Aanleiding tot de belangstelling voor deze
brouwerij was de wens een vestiging te verkrijgen in
een land met harde valuta gelegen buiten de in-
vloedsspheer van de politieke onrust, welke inmid
dels over Azië en Afrika was gekomen. In 1950 kwam
in Caracas met medewerking van vooraanstaande
Venezolaanse zakenlieden de C.A. Cerveceria Heine
ken de Venezuela tot stand. Oorspronkelijk was het
de bedoeling zelf een brouwerij te bouwen, doch toen
zich in 1951 de mogelijkheid voordeed de pas in 1949
gebouwde brouwerij La Criolla over te nemen, werd
niet geaarzeld hiervan gebruik te maken. Deze brou
werij wordt zowel technisch als commercieel door
Heineken geleid.
Door de geografische ligging van de verschillende
bedrijven van het Heineken's concern is een grote
spreiding van belangen verkregen.
Nederlandse, door Heineken in haar eigen bedrijven
opgeleide experts op technisch en commercieel gebied
worden bij de verschillende buitenlandse bedrijven
gedetacheerd. De nauwe band tussen de moedermaat
schappij en de dochterondernemingen wordt niet al
leen bewaard door een intensieve briefwisseling doch
ook door persoonlijk contact gedurende de Europese
verloven van deze gedetacheerden en door reizen van
de in Nederland werkzame stafleden naar de buiten
landse vestigingen. Verder oefent de moedermaat
schappij controle uit op de producten en op de com
merciële leiding van de verschillende bedrijven, ter
wijl de inkoopafdeling van de brouwerij te Rotterdam
centraal voor alle fabrieken de essentiële grondstof
fen en hulpmaterialen koopt.
In vergelijking met de moedermaatschappij in
Nederland zijn de buitenlandse brouwerijen oorspron
kelijk op kleine schaal opgezet. De vraag naar bier is
in de verschillende gebieden in de loop der jaren
dusdanig toegenomen, dat de brouwerijen geregeld
uitbreiding behoeven, welke uitbreiding wordt voor
bereid door en uitgevoerd onder toezicht van de tech
nische afdelingen in Nederland.
Het door de verschillende dochterondernemingen
geproduceerde bier wordt door de bevolking van de
betreffende landen dus wel zeer gewaardeerd.
Wat de export betreft werd in de aanvang van dit
artikel reeds gememoreerd, dat de positie van Heine
ken op de exportmarkten na 1920 verbeterde.
Na de tweede wereldoorlog kon de export van
Heineken tot het tienvoudige van voor 1940 worden
opgevoerd. Hieraan dient onmiddellijk te worden toe
gevoegd, dat hoe fraai deze ontwikkeling ook is, zij
slechts mogelijk was door de aanschaffing van zeer
kostbare installaties, met name bottelarij-machines.
Aanzienlijke investeringen waren in verband hier
mede nodig, waarbij niet uit het oog mag worden
verloren, dat de exportactiviteit door oorzaken van
buitenaf (bv. invoerbeperkingen) plotseling ernstig
kan worden getroffen.
Het ligt derhalve voor de hand dat het van zeer
groot belang is, dat de geïnvesteerde middelen zo
spoedig mogelijk kunnen worden afgeschreven.
Resumerend kunnen wij dus vaststellen, dat Heine
ken langzamerhand is uitgegroeid tot een groot
lichaam, hetwelk vertakkingen heeft in Nederland,
België, Frankrijk, Singapore, Indonesië, Egypte, Bel
gische Congo, Nigeria en Venezuela en voorts haar
product exporteert naar meer dan vijftig landen, ver
spreid over de gehele wereld.
Archipelago (Red.)
Hoe zeer men elders in de wereld meeleefde met
de watersnood, welke ons land heeft getroffen, be
wijst een briefje dat een employé van de Brasserie de
la Meuse op 6 Februari zond aan één onzer Amster
damse lezers, die hij toch slechts oppervlakkig kent.
Hij bood daarin een plaats aan voor een kind, dat
enige tijd zou mogen verblijven in het huis van zijn
schoonouders, ergens buiten Avignon.
Zulke aanbiedingen zijn er vele gedaan, speciaal
door Fransen, en wij die wel eens twijfelen aan de
goede gezindheid der volkeren, die er soms op uit
schijnen elkaar het leven zuur te maken, mogen ons
gelukkig prijzen dat er in deze nood bewijzen te over
ontvangen zijn, welke er duidelijk op wijzen, dat er
geen reden is om aan de uiteindelijke goede gezind
heid van onze medemensen te twijfelen. En dit is dan
weer één van de positieve dingen, die ons deze ramp
heeft geleerd.
Hoewel wij weten, dat vele personeelsleden ook op
andere wijze een bijdrage aan het Rampenfonds deden
toekomen, willen wij hier even vermelden dat door
inhoudingen op lonen en salarissen een flink bedrag
bijeengebracht werd.
Op 7 Maart j.l. werd reeds een chèque van
11.000,overhandigd, terwijl in April nog ongeveer
500,aan het Rampenfonds werd overgemaakt.
Ook enkele gepensionneerden hebben hun steentje
bijgedragen om deze som te bereiken. De directie
heeft 50.000,geschonken,