HET BIERTJE IN DE LOOP DER EEUWEN
14
"||||l
Vumi.minulinil
J. HARMSEN,
Proef ziederij, R'dam,
7 April 1953 40 jaar
C. SLINGERLAND,
Bottelarij, A'dam,
26 April 1953 25 jaar
J. KOENDERS,
Hulpkuiper, A'dam,
26 April 1953 25 jaar
A. J. BACKER,
Bijrijder, A'dam,
30 Aprii 1953 25 jaar
HET GLAS
Cornells had een glas gedronken
Vóór aan de straat;
Men had hem kwistig ingeschonken
Hij wist geen raad.
Hij had een afschrik van te liegen
En Chlorophyl
En zou hij nu zijn vrouw bedriegen,
Die arme ziel?
Hij stond onthusseld en bewogen
Zijn mouwtje komt.
Zij ziet de tranen in zijn ogen;
Hij scheen verstomd.
„Heeft Nelis", zei ze, „wat bedreven?"
„Wat scheelt eraan?"
,,'k Heb", zei hij, „Vrouwtjelief, zo even"
„Weer kwaad gedaan."
„Terwijl ik in de kroeg op 't hoekje
„Te zitten zat,
„Ging mij daar alsmaar beter smaken
„Het gerstenat.
„Maar als Uw Nelis 't van zijn leven
„Niet weder doet,
„Dan wilt gij immers 't. hem vergeven?
„Gij zijt zo goed!"
„Niet wéér doen?" sprak de vrouw geschokken,
„Gij lijkt wel gek!
„Kom, samen naar die kroeg getrokken,
,,'k Heb óók ie el trek!"
Wie altijd wil de waarheid spreken.
Wordt wèl beloond;
Die logens zoekt voor zijn gebreken
]Vordt. nooit verschoond!
Hieronymus x'dz.
Anno 53 Anno 1553 Anno 1953