Op een verhuizing VJ 2 RAMPSPOED. Toen het nieuwe jaar enkele dagen oud was hoorden wij de opmerking: 1953, een getal waar nu letterlijk niets bijzonders aan is. Wat zullen wij dat jaar gauw vergeten zijn. Nu het jaar nauwelijks vijf weken oud is, staat al vast dat wij het nóóit zullen vergeten. In enkele uren gingen door een vloedgolf als wij in geen eeuwen beleefden, meer mensen levens verloren en werd waarschijnlijk een grotere materiële schade toegebracht dan door het bombardement van Rotterdam in 1940. Onder de slachtoffers bevinden zich tenminste één afnemer van onze brouwerij en een perso neelslid van één onzer afnemers, terwijl enkele employé's en zeer velen onzer relaties ernstig gedupeerd zijn, hetzij door waterschade, hetzij door gehele of gedeeltelijke verwoesting van hun bedrijfspand, hetzij door het wegvallen van hun afzetgebied. Hoevelen van hen treuren om familieleden of vrienden is ons onbekend, maar onze gevoelens van deernis gaan uit naar allen wier verdriet ernstig is, zo ernstig, dat wij het nauwelijks kunnen peilen. Eens te meer hebben wij leren beseffen, hoe klein wij zijn wanneer de natuur ons haar kracht doet gevoelen. Hebben wij leren besef fen hoe weinig zin het heeft voorspoed en geluk in gezin en werkkring als een verkregen recht te beschouwen, omdat het ons elk ogenblik kan worden ontnomen, rentmeesters als wij zijn van al hetgeen wij ons hebben weten te verwerven. Dit hoeft ons niet te ontmoedigen, doch mag wel gevoelens van overmatig zelfbewustzijn uit bannen. Deze ramp heeft, meer dan enige andere welke ons land ooit is overkomen, gesproken tot het gehele Nederlandse volk, ja tot de gehele wereld. De bijdragen, welke tot van de verste uithoeken der aarde binnenkomen om de finan ciële nood te lenigen zijn indrukwekkend. Ook U bent niet achter gebleven en hebt spontaan Uw deel afgedragen. Velen van U zullen nog méér gedaan hebben, via de kerken of de radio-actie, of wel particulier aan getroffen vrienden of verwanten. Aan onze bewondering voor deze krachtige en menslievende hulp willen wij toevoegen be wondering voor de kranige wijze waarop de getroffenen deze ramp hebben doorstaan en de kracht waarmee zij de opbouw reeds ter hand hebben genomen. Zij zijn daarbij een voorbeeld voor ons allen om niet te treuren en bij de pak ken neer te zitten, maar om de normale arbeid en het normale leven zo spoedig mogelijk te hervatten. Is het niet typerend, dat wij binnen enkele dagen uit de getroffen streken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland en zelfs uit Zierikzee en Tholen dringende verzoeken kre gen om bestellingen met de meeste spoed uit te voeren, waarbij men ons de verschepingsgele genheid haarfijn wist duidelijk te maken? Daar gaf men het voorbeeld: wij gaan zoveel moge lijk onze gewone gang, wij werken dóór. Zo zullen de geslagen wonden het snelst kunnen genezen, want elke vertraging in de terugkeer naar het normale leven maakt onherroepelijk nieuwe slachtoffers, zoals velen reeds al te dui delijk hebben ervaren. 6 Februari 1953. de intrede van het Nieuwe jaar hielden onze directieleden in Amsterdam en Rotterdam weer hun gebruikelijke Nieuwjaarstoespraken, waar in zij hun beste wensen uitspraken voor 1953 en een overzicht gaven van wat 1952 ons had gebracht. En dat bleek bij nadere beschouwing nogal mee te val len, want al is en blijft het hoge kostenpeil veront rustend, er werd méér bier verkocht dan het jaar tevoren en daar moet het tenslotte toch van komen. Moge 1953 ons resultaten brengen, welke die van zijn voorganger nog overtreffen, dan kunnen wij op 31 December met een tevreden gevoel de brouwerij deur achter ons dichttrekken. Ons dorp dat is de brede, rechte weg niet, die tussen bijna steedse winkelramen het snelverkeer opvangt en haastig doorstuurt naarnee, ik noem in dit verband geen namen Ons eigenlijke dorp ligt stil ter zij; 't hoort van de weg alleen 't geruis der banden en onderscheidt nauwkeurig Buick van vrachtknots, want men is zeer gebrand op rang en standen. De huizen zijn vaak groot en meestal oud; de tand des tijds heeft het gewonnen van de schilder; de gore kleur werkt echter geenszins storend: het staat haast dichterlijk, het staat verstilder De huizen hebben uitgebreide serres; die staan nu kil en nameloos verlaten te wachten tot het weer zo ver is, dat de vacantiegangers worden losgelaten Des Zondags gaat de brede voordeur open en komt Mevrouw in stemmig zwart naar buiten, het kerkboek duidelijk zichtbaar in de handen, twee recht twee averecht om de verschraalde kuiten. De mannen óók in 't zwart, het trouwpak meestal, dat trekkend in de knopen wordt ontmot; de kinderen dragen nog matrozenpakjes en een gezicht van ik verveel me rot Ons dorp telt geen café's; een enkel kroegje ligt zeer verstopt in een der stilste hoeken; het is vulgair om etablissementen, waar men „gelagen zet" veelvuldig te bezoeken. Voor de Cultuur zorgt 't Nut van 't Algemeen met lezingen van plechtige meneren; soms speelt men ook toneel: „De Dronkaard" of zo iets: 't zijn altijd stukken, waar je van kunt leren! Ons dorp is mooi: Op de beboste heuvels klinkt U dat lied in elke struik en stam; ons dorp is mooi en bovenmenselijk vredig, maar God, wat is het ver van Amsterdam! vdz

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1953 | | pagina 2