15 FAMILIE EXCURSIES. Na negen excursies te Rotterdam kunnen wij con stateren, dat de belangstelling daar voor de brouwerij zowel van onze personeelsleden als van hun echt genotes verheugend groot is en nog steeds toeneemt blijkens regelmatig binnenkomende aanmeldingen. Hoewel er nog voor maanden voldoende gegadigden zijn, kunnen chefs en bazen de door hen verzamelde opgaven steeds doorgeven aan de Sociale afdeling. In Amsterdam is men gereed om met de rondleidin gen te beginnen. Wij wekken bij deze de Amsterdammers op, zich zo spoedig mogelijk aan te melden. Wegens seizoen- en vacantiedrukte zullen de excur sies omstreeks April tot September stopgezet moeten worden en ook daarom is het prettig als wij spoedig in Amsterdam kunnen beginnen. J. C. VERMEULEN f Op 8 Januari 1953 overleed vrij onverwacht de heer Johannes C. Vermeulen, die gedurende 45 jaar zijn werkzaamheden verrichtte bij Hei- neken Rotterdam. Deze sympathieke figuur, die vanaf 1932 met pensioen was, zal voor diegenen, die hem gekend hebben in dankbare herinne ring blijven voortleven. NAGEKOMEN BERICHTEN. De jaarlijkse doorlichting in Amsterdam heeft geen „verdachten" opgeleverd; blijkbaar een gezond vak, dat brouwersvak. De heer C. A. den Boer van de garage-werkplaats in Rotterdam werd op 7 Februari verblijd met de geboorte van een zoon Antonie Pieter. Onze harte lijke gelukwensen. De heer J. M. C. Michilsen van de emballage-afde ling te Rotterdam kreeg eveneens gezinsuitbreiding. Op 14 Februari werd zijn dochtertje Elisabeth Huber- tina geboren; hartelijk gefeliciteerd. De heer J. H. Jansen, gepensionneerd in Rotterdam, is na een verblijf van 9 maanden in het ziekenhuis weer thuis gekomen. Ook naar hem gaan onze ge lukwensen uit. Van de Redactie Zoals U reeds is medegedeeld verschijnt dit „Vers van 't Vat" aanzienlijk later dan oorspronkelijk in de bedoeling lag. Het blad was reeds geheel gezet toen dit besluit werd geno men en de redactie heeft gemeend zo min mogelijk ivijzigin- gen te moeten aanbrengen. Verscheidene bladzijden moesten niettemin worden veranderd om later binnengekomen berich ten en foto's te kunnen plaatsen, waardoor de indeling van ilil nummer enigszins afivijkl van de gebruikelijke. DE PAARDEN VAN DE BROUWERIJ. Toen ik het November-nummer van „Vers van 't Vat" in handen kreeg, trof mij de voorpagina met haar mooie paardekoppen. Voordat het „motor- paard" op straat verscheen, was een brouwerijwagen met twee paarden een aantrekkelijk gezicht in de Amsterdamse straten. Vooral de mensen van buiten, die een dag in onze hoofdstad waren, bleven stilstaan om het te bewonderen. Hoe mooi deze mensen het vonden, mocht ik voor enige jaren nog eens horen van een caféhouder uit de Gelderse Achterhoek. Wij waren met vacantie in die streek. Het was nogal warm en U weet wat dat zeg gen wil: een pracht van een dorst. Wat doe je dan om die kwijt te raken? Een lekker glas bier drinken! Wij lieten ons dan ook spoedig op een klein terrasje neervallen. De caféhouder zag onze warme gezichten en zonder dat wij iets bestelden, was het: „Ik zie het al, alle maal bier". Toen hij met de nodige glazen buiten kwam, vroeg een van ons: „Hoe wist U, dat wij alle maal bier moesten hebben?" „Oh", zei hij: „Dat is gemakkelijk genoeg, het is nu toch geen weer om hete koffie te drinken en Amsterdammers drinken nogal graag bier." Waarop een van ons vroeg: „Hoe weet U dat wij van Amsterdam komen?" Waarop de caféhouder in zijn Gelders dialect ten antwoord gaf: „Ik ben ook wel eens in Amsterdam geweest!" Nadat wij hem verteld hadden, dat wij werkzaam waren aan de Heineken's Brouwerij, vroegen wij hem zijn in drukken over Amsterdam. In Amsterdam was natuurlijk veel moois te zien, maar wat hij altijd het mooist had gevonden, waren de wagens van brouwerijen, volgeladen met die ton nen bier en die mooie peerden er voor en hij vond het jammer, dat dit beeld van de Amsterdamse straten zo goed als verdwenen is. Ik voor mij kon niet anders doen dan hem gelijk geven. Maar wij waren het er ook over eens, dat het motorpaard, in deze tijd van snelheden, niet gemist kan worden. Nadat wij van onze dorst volkomen genezen waren (want het was niet bij één glas gebleven) namen wij afscheid van die Gelderse caféhouder. Hij hoopte ons het volgende jaar weer te zien en: „zeg tegen de baas, dat hij niet alle peerden weg moet doen. Het is zo'n mooie reclame voor het bier." H. de G. N. P. M. MORTIER uit Amsterdam, die al geruime tijd ziek was, overleed op 14 Februari j.l., en H. LOTZE, gepensionneerd machinist, kwam op 16 dezer te overlijden. Aan de nabestaanden betuigen wij op deze plaats onze oprechte deelneming.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1953 | | pagina 15