^Rondleidingen door Wet bedryj 9 Nu de grote zomerdrukte achter de rug is, kan een begin worden gemaakt met de uitvoering van een plan, dat reeds enige tijd geleden werd gemaakt. Wij willen n.l. het gehele personeel in de gelegen heid stellen, om in gezelschap van hun echtgenote, moeder of verloofde, de brouwerij te bezichtigen. Voor de werker in de brouwerij geldt, dat hij door de geleidelijke uitbreidingen een steeds kleiner deel van het gehele productie-proces kan overzien. Geen wonder, dat velen het belang van hun eigen aan deel in dit productieproces onderschatten en daar door minder voldoening genieten van hun arbeid, dat hun toekomt. Degenen, wier arbeid op commercieel of admi nistratief gebied ligt komen uiteraard slechts zelden in de brouwerij, zodat er voor hen stellig veel te zien zal zijn. Voor allen geldt, dat een bedrijfsbezoek de nauwe onderlinge samenhang van de werkzaamheden dui delijk maakt. Door een ogenschijnlijk geringe on achtzaamheid kan het werk van een ander verzwaard of de kwaliteit van het product geschaad worden. Wij stellen ons voor, dat de rondleidingen het meest aan hun doel zullen beantwoorden wanneer de groepen niet meer dan 16 a 20 deelnemers zullen tellen. Het zal dus geruime tijd duren, voor ieder aan de beurt gekomen is. Mede daardoor geldt de volgende en enige beper king: om voor deelname in aanmerking te komen, moet het dienstverband met de brouwerij minstens 1 jaar bestaan. Verder zal het ons verheugen zoveel mogelijk leden van ons personeel met hun echtgenotes de brouwerij te kunnen laten zien. U behoeft zich slechts bij Uw afdelingschef of baas op te geven om te zijner tijd een uitnodiging te ontvangen. J. A. EMMENS. Het is zover, de film is klaar. Het heeft veel hoofdbrekens gekost, ettelijke dagen zijn ermee gemoeid geweest en verre reizen zijn ervoor gemaakt. Maar nu is hij er, en hij mag er zijn ook. Hierboven laten wij U één beeld uit onze film zien: een opname op een der idylische Amsterdamse grachtenbruggetjes.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1952 | | pagina 9