nze Hillman had ons zonder mankeren Franse grens gebracht en we bereidden ons voor om deze laatste douanebarrière te nemen en snel door te rijden naar Parijs, waar wij 's avonds 9 uur nog een afspraak hadden. De douane bleek echter geheel andere plannen met ons te hebben. Nadat men, al visiterend, had ontdekt dat wij een normaal filmcamera wilden in voeren in la douce France kwamen de GRENSINCIDENT tongen los. Regeling zus, verordening zo, voorschrift dit, bevel dat.... U komt er met de camera niet in. 't Is erg spijtig, maar gaat U even terug naar de Franse ambas sade in Den Haag. of nog eenvoudiger stort hier direct 2500,— cautie en U komt erdoor! Daar zaten wij met de ons toegewezen reisdeviezen en 50.— Hollands geld. En cle minuten werden kwartieren, en de kwartieren werden uren en de hoofden bleven „nee", of liever „non" schudden. De waard van het muiieren ingevuld grenscafé schonk een vurig glaasje wijn en beklaagde ons zeer. Bij wijze van de monstratie legde hij af en toe diepe rim pels in zijn groezelig voorhoofd om ons te laten merken hoe er werd nagedacht. Wij i begrepen, dat als iemand ons kon redden, hij het moest zijn. „Monsieur Bernard", als een geweerschot knalde deze naam van zijn lippen en voldaan over zijn vondst vulde hij onze kelken opnieuw met Frankrijks roem. Monsieur Bernard had zijn office aan de overzijde van de straat en had iets te maken met inklaren van goederen voor zo ver wij de woordenvloed, die de kastelein na zijn eerste atoom- kreet over ons heen deed vloeien, konden begrijpen. Wij naar Monsieur Bernard, die met dromerige hondenogen de nieuwe grensbewoners opnam en met een half oor het droevige cameraverhaal aanhoorde. Al thans ten dele aanhoorde, want we waren nog niet aan onze dra matische financiële climax toe, of hij schudde op de gebruike lijke internationale wijze „non". Maar nu waren wij niet zo snel meer af te wijzen, met deze laat ste kans voor ons achter zijn afgeleefd bureautje lieten wij ons geheel gaan, aangevuurd door de prettige werking van de vin rouge! „Monsieur Bernard, wij komen van de Hei- neken's Brouwerij en we moeten naar Pa rijs. Vannacht komen er twee camions over de grens en die moeten we morgen opvan gen voor het maken van een filmopname." „Ah... mon cher monsieur, dat is heel wat anders, pour la brasserie Heineken! Maar dat gaat natuurlijk." De kreet Heineken werd doorgeschreeuwd naar het achterkan toor en na veel for te hebben werd de camera verzegeld. In Parijs zou de douane dit zegel weer plechtig verbreken. Er werden ongeveer duizend handdruk ken met mijnheer Bernard gewisseld en we mochten Frankrijk binnenrijden op de naam van Heineken. 't Was middernacht toen we aanbelden bij onze afspraak, Jan (Paris vous parle) Brusse. Gelukkig wist hij nog een goed adresje waar men zelfs op dit uur begreep wat Franse kaas wil zeggen en waar een fles rosé maar 180 francs kostte. Ti. Ytzen Brusse filmt de flessenparade naar de etiketteermachine vanaf de pasteuri- seermachine. De tapperij in filmlicht. De camera draaitde meelwagen wordt langzaam in bewe- ging gebracht.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1952 | | pagina 9