3 de intrede van het Ml ieuwe ^-aan3 hebben onze directeuren, de Heren Honig, Feith en Emmens, de gebruikelijke Nieuwjaarstoespraken ge houden, die over het algemeen niet in mineur waren gesteld. Speciaal de grote vooruitgang van onze export stemde tot verheugenis. In Rotterdam heeft de Heer Vestergaard in de Raads- kelder nog een „sales promotion" speech gehouden, waarin hij een ieder opwekte voor bier in het alge meen en voor Heineken's bier in het bijzonder een propagandist te worden en er op uit te zijn door de wijze waarop men zijn werk verricht en de afnemers (in de ruimste zin, dat zijn dus alle bierdrinkers, m.a.w. vrijwel iedere burger en burgeres) tegemoet treedt goodwill voor ons product en onze maatschappij te kweken. Mijnheer de Redacteur, Ik heb in Uw veelgeroemde blad gelezen, dat de Heer A. naar Lagos is vertrokken, dat de Heer B. in Caracas is aangekomen, dat de Heer C. op door reis naar Soerabaja in Singapore is geweest en dat de Heer D. met Europees verlof komt. Ik vind het natuurlijk machtig interessant om te lezen, maar we leven in een super-democratische tijd en daarom wil ik bij deze krachtig protesteren tegen Uw eenzijdige voorlichting! Hebt U ons ooit meegedeeld, Mijnheer de Redac teur, dat de Heer R. om 8 uur uit Amstelveen vertrok en met wind-mee om 8.25 uur aan het Tweede Wete ringplantsoen was (met tegenwind 5 minuten later)? Hebben wij er ooit kennis van kunnen nemen, Mijn heer de Redacteur, dat de Heer Z. met tussenlandin gen in Amersfoort en Apeldoorn veilig in Winters wijk was gearriveerd? Die dingen zijn waard om vermeld te worden, Mijn heer de Redacteur; dat is Heineken's geschiedenis in zijn oervorm! Zie de Heer V. voortkruipen in zijn Opeltje langs de Afsluitdijk. Mist, kou en golven rondomme (ik zeg rondomme) en ver, ver is de Friese kust! Maar intussen ligt de Heer X. in een luie stoel op een promenadedek, drijvende ergens in de Middellandse Zee en bakt bruin in een sub-tropisch zonnetje. Waarom vertelt U niet, Mijnheer de Redacteur, van de Heer P. die ergens in Klazienaveen in de troebele ogen blikt van een cliënt-na-zijn-twaalfde- borreltje op het zelfde ogenblik dat de Heer Y. zich verdrinkt in de hemelsblauwe zielsspiegels van een liefelijke stewardess, ergens op 3000 m hoogte, air conditioned, boven de oerwouden van India? Ik begrijp U wel, Mijnheer de Redacteur; Alexan- drië, Karachi, Singapore, Djakarta, het klink alle maal zoveel poëtischer, zoveel melodieuzer dan Put ten, of Gasselternijeveen, of Broek in Waterland en U denkt natuurlijk Uw lezers met die mooie namen te lijmen. Maar ik verzeker U, mooie Redacteur, dat ik eens in een klein hotelletje in Ermelo een spek- pannekoek heb gegeten, waar geen kreeft en geen kip en geen zalm van de K.L.M. tegen aan kon. En dat was nog maar gewoon op de begane grond. Waar mee ik maar zeggen wil, dat het binnenland ook schoons en waardigs en interessants genoeg biedt om Uw kostbare velletjes te vullen. Maar beschouw dit in hemelsnaam niet als een aansporing om aan het buitenland en deszelfs prominenten minder plaats toe te staan, want eerlijk, de gesprekregisters tegenover onze relaties hebben sinds het ver schijnen van Vers van 't Vat een dankbaar aan vaarde uitbreiding ondergaan. Ik ken mijn aardrijks kunde van de Heineken's wereld nu evengoed als in 194244 van Rusland en ik strooi mijn wijsheid kwis tig rond, nonchelant of met nadruk, al naar het in mijn kraam te pas komt. Het geeft daarbij niets als ik mij eens vergis, want ik wist tenslotte een jaar geleden ook niet waar Caracas lag en de mensen tegen wie ik erover opschep zijn meestal niet verder dan ik toén. Zo ziet U, Mijnheer de Redacteur, hoe het verkeren kan. Dit stukje, als elk rechtgeaard ingezonden stuk met vurig protest begonnen, is nog met een lofzang ge ëindigd. Ik zou dus zeggen: ga maar zo door, maar als U effe tijd hebt, denkt U dan ook eens aan Bak- keveen, of Burgervlotbrug, of Goes, of Haarlem, of Noordbroek? Dank U balleefd voor de plaatsing. Uw liefhebbende BINNENLANDER.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1952 | | pagina 3