Ce n atsc heicl swoor cl V 3 NU de beide personeelsfeesten te Rotter dam en Amsterdam voorbij zijn, waar bij al mijn medewerkers en ik gelegenheid kregen van elkaar afscheid te nemen, wil ik even tegenover allen verklaren hoezeer ik waardering heb voor het werk van allen, die daaraan medegewerkt hebben, en nog eens in het algemeen mijn grote dankbaarheid daarover uitspreken. In de eerste plaats tegenover de Directie, die deze feesten mogelijk gemaakt heeft en daarbij een plaats, voor dat gene wat mij ter harte ging, heeft ingeruimd. Ten tweede aan de beide commissies van voorberei ding, die (daar heb ik iets van gemerkt) zich daar zeer veel moeite voor gegeven hebben, doordat betrekkelijk laat zij pas zeker waren van de lokaliteiten waarin en de data waarop de feesten ge geven konden worden. De sprekers van de beide avonden hebben het al heel mooi gemaakt. Ik zeide later, dat, als de helft maar juist was van al het vriendelijks dat zij over mij gezegd hebben, ik dan toch meende op een niet ongeslaagde carrière te kunnen terugzien. Zowel uit hun woorden als uit de hele hou ding van de zalen straalde mij een hartelijk heid toe, die mij zeer veel goed heeft gedaan. De fraaie albums, die mij als herinnering ge schonken zijn, heb ik nu eerst rustig kunnen doorzien. Zij zijn beide, wat inhoud en uitvoe ring betreft, voortreffelijk, terwijl de gedachte dat allen daaraan meegedaan hebben, ze voor mij bijzonder waardevol maken. Een bijzonder woord van dank wil ik uitspre ken tegenover de Heer Gimbel voor het bij elkaar brengen van allerlei herinneringen, die nog onder personeel en gepensionneerden leven in verband met mijn bestuurstijd (en vroeger). Dit keurig uitgevoerde boek ben ik 's nachts om twee uur na mijn thuiskomst be ginnen te lezen enik ben pas naar bed gegaan toen ik het helemaal door genomen had, wel een be wijs hoe boeiend en aardig de inhoud is. Ook de diverse bloemstuk ken hebben mijn kamers enige dagen op prettige wijze opgevrolijkt. En wanneer ik ten slotte mijn waardering tot uiting breng voor het telegram uit Soerabaja, dan geloof ik dat ik hiermede volstaan kan, waar ik getracht heb even mijn gevoelens naar aanlei ding van deze avonden te schetsen. De goede wensen voor mijn toekomst aan vaard ik gaarne en wens U allen het beste naar lichaam en geest in de toekomst toe. Dr. H. P. Heineken.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1951 | | pagina 3