„HET BROUWERS MANNENKOOR
Cliché r „Het Nieuws van den Dag".
29 September 1951, half driestralend herfst
weer en op het terrein van onze brouwerij een
glimmende autobus van „Happy Days", die ons
koor naar Soestduinen bracht, om een concert te ge
ven in het sanatorium „Zonnegloren". Het was een
prachtig tocht door het Gooi en om 4 uur stonden
wij opgesteld in de hal van het sanatorium, alwaar
wij werden ontvangen door de adj. directrice Zr.
Kleij, die ons mededeelde, dat onze collega K. Smink
bij het concert aanwezig mocht zijn. Inderdaad za
gen wij hem enige minuten later verschijnen.
Dit was voor hem een ontroerend moment zo plotse
ling een 40-tal collega's de hand te kunnen schud
den.
Enkele van de uitgevoerde werken waren o.a. „La
Forza Del Destino" en „het Nonnenkoor", met mede
werking van de sopraan Nelly v. d. Meulen en
onze vriend Dammers als pianist.
Na in de hal te hebben gezongen, hebben wij nog
een 4 a 5 tal terrassen bezocht waar vele patiënten
lagen. Hier hebben wij één werkje gezongen, dat
gevolgd werd door een accordeonsolo van onze jong
ste medewerker, Cor Muys.
Na afloop werden wij in de recreatiezaal door Zr.
Kleij toegesproken, die het bestuur, dirigent en
leden namens alle patiënten dankte voor de prettige
en gezellige middag, die deze mensen bezorgd was.
Hierna werd koffie geserveerd (geassisteerd door
onze eigen medewerkers Muys, Van Ling en Ver
meulen).
Op de terugtocht hebben wij genoten van het prach
tige avondlandschap en hebben tot afscheid in Am
sterdam nog een glaasje Heinekens gedronken.
Van onze medewerking aan het grote Heineken's
feest in het Concertgebouw op 10 November was
U allen getuige, zodat een verslag hiervan over
bodig is.
In „Het Nieuws van de Dag" van Zaterdag 3 Nov.
j.l. lazen wij een artikel van de heer Nico v. d. Lin
den over bedrijfskoren, ditmaal „HET BROUWERS
MANNENKOOR", dat wij hieronder gedeeltelijk laten
volgen.
N. BURGERS, Secr.
„Brandende Dorst"
Gezeten in de prettige taveerne van Heineken's
Bierbrouwerij, omringd door de heren: Th. van
Essen, ere-lid, N. Burgers, secretaris en J. A. Klase-
ner, penningmeester, vernamen wij, hoe „Het Brou
werskoor" tot stand kwam.
Een brandende dorst naar geestelijk evenwicht deed
zich in het bezettingsjaar 1943 gelden. Dat men in
het brouwersbedrijf een dorst als onlesbaar zou
beschouwen, mag niet worden verwacht en men
kwam tot resultaten.
De oprichter, Ir. Schippers, had in deze moeilijke
tijden echter heel wat te schipperen voordat men
kon beginnen met de repetities. Daarvoor had
men niet slechts een dirigent nodig, die „goed" was,
doch tevens een met een goede naam; men had
geen betere kunnen kiezen dan Bertus Brouwer.
In aanmerking nemende, dat voor het eerst de zang
kunst werd beoefend, waarbij spanning en geestdrift
niet ontbraken, is het verklaarbaar dat de zui
verheid wel eens ontbrak: de toon werd te hoog
genomen.... Op strenge wijze klonk daar bovenuit
de stem van de dirigent, die riep: „Lager nemen,
heren! Lager nemen!" En daarop vlogen allen naar
de bar in de repetitiegelegenheidhoewel er
toevallig alleen pils voorhanden was.
Na de hervatting klonk alles veel lager, doch
spoedig wist de dirigent te bereiken, dat er glas
helder werd gezongen. Nog dezelfde avond was
Brouwer al bij de brouwers getapt en in „goede
stemming" bleek het koor zelfs nog in de pauize
te kunnen „klinken".
Onafgebroken kwam men wekelijks bijeen, de
verfrissing genietende die de koorzangbeoefening
bracht. Doorzettingsvermogen was oorzaak dat het
kodr niet „op de fles" was, toen eindelijk de lang
verwachte bevrijding was gekomen en de vereniging
in het licht kon treden.
Goede concerten konden nu worden gegeven, de
voorbereiding hiervoor was lang genoeg geweest.
Wat deze brouwers vloeiend tot stand brachten,
ging er bij het publiek zo gretig in, dat men er vol
van was. Prijzenswaardig is, dat niet slechts de
stemmenindeling, doch evenzeer volgens de rangschik
king van het personeel, hoog en laag in het koor
is vertegenwoordigd.
Inmiddels zijn er uitstekende vorderingen gemaakt,
zodat reeds in de moderne talen wordt gezongen.
Is het daarom niet begrijpelijk, dat dirigent Brou
wer na iedere geslaagde repetitie kan zeggen: „Het
koor is weer best!"