Pedrohaal de natuur! r HERHALINGSOEFENINGEN 1951 VJ 2 Het Amsterdams Toneel Gezelschap is het nieuwe seizoen begonnen met de opvoering van „De Lan dauer met zes Paarden," een Spaans blijspel. Volgens de kritieken van de onfeilbaren in de kranten was het geen hemelhoge Kunst, maar ik heb me toch een avond kostelijk geamuseerd met dat prachtig getypeerde stelletje ouwetjes, voor wie de tijd is blij ven stilstaan en die in gedachten nog steeds leven omstreeks de eeuwwisseling. Een oude sofa en een nog oudere bank, opgesteld in een stoffige kamer van een oud en stoffig kasteel, is in hun naïeve ver beelding een prachtige landauer, bespannen met zes vurige paarden. Zweepklappend rijden zij in deze landauer naar theaters en wedrennen, naar hoffeesten en plechtige ontvangsten. Zij gaan er ook mee de natuur in. „Pedro, haal de natuur" wordt er dan gecomman deerd en Pedro haalt een imitatieboom met imitatie- bloemen en zet die neer temidden van de vervallen heid en de mufheid van het vergane interieur. Maar voor de arme ouwetjes wordt de papieren boom een bloeiende boomgaard, een lusthof, waar de zon haar milde stralen over uitgiet, waar kabbelende beekjes, geurende bloemen en kwinkelerende vogels de hele inventaris van de natuur completeren. Ik moest er toen aan denken, hoe ook wij nu de vacanties weer afgelopen zijn het voor een groot deel van illusies moeten hebben. Wij hebben allemaal langere of kortere tijd gezworven over de Veluwe, geluierd aan het strand, geklommen in Oostenrijk of misschien alleen maar een paar dagen gevist in Amstelveen of Overschie, maar in ieder geval heb ben wij de natuur gezien en er al naar onze aanleg en het weer, dat we hadden, van genoten. Nu zijn we weer terug in de stad en als straks de bladeren neerdwarrelen van de platanen in het We teringplantsoen, dan zullen we misschien met wee moed denken aan de bossen, waar we in onze vacan- tie rondzwierven en die in de herfst op z'n schoonst zijn. Maar als we dan de huizen, de woonarken en de speeltuin wegdenken, dan kunnen we ons misschien in gedachten verplaatsen naar Bennekom of Ruurlo of noem maar op waarheen. De illusie kan zo mooi zijn. U herinnert zich de golvende velden met goudgele gerst, waar we van de zomer doorheen reden? De wolken torenden er boven en het was Holland op z'n mooist. Hoe krijgen we de illusie daarvan terug? Het is zo eenvoudig. U stapt zo'n rustige, gezellige zaak binnen, waar een Pedro achter de toonbank troont. „Pedro, breng de natuur," zegt U, en als het een goede Pedro is, met dat tikje filosofische inslag, dat elke goede kellner en elke goede waard dient te hebben, dan zal hij U een glas Heineken's brengen als een schilderij. En als U dat bedachtzaam uitdrinkt, dan zult U de korenvelden weer zien, dan hebt U de natuur gevangen in Uw glas, dat is zelfs veel meer dan een illusie, dat is Enfin, leest U dat maar in de CBK-advertenties. vdz WACHTWOORD Bij oefeningen behoort een wachtwoord. Vroeger sprak men een onbekende aan met „Wachtwoord", waarop dan het vastgestelde wachtwoord moest volgen uit de mond van de aangehoudene. Dit is nu veranderd. Nu worden twee woorden gebruikt, nl. één waarmee de aangehoudende wordt aangesproken, waarop dan een zgn. weerwoord volgt. Bij één van de grote nachtoefeningen van de laatste weken had men als wachtwoorden vast gesteld: „Heineken's Limonade"!! Generaal Dürst Britt, de bekende comman dant van de 7 Dec.-divisie, bezocht in die nacht de oefeningsterreinen. In het bataljonshoofd kwartier gaf hij de wens te kennen een bezoek te brengen aan de soldaten in hun schutters putjes. Een aanbod om een gids mee te geven werd van de hand gewezen en de generaal begaf zich dus in de duisternis op weg naar de stel lingen. Hij had nog maar enkele honderden meters gelopen, toen plotseling een soldaat voor hem stond en hem toevoegde: „Heineken's De generaal, onbekend met het weerwoord, reageerde vrij snel met „Bier." Enkele ogenblikken later werd de generaal gevankelijk door enkele soldaten de compies- commandopost binnengevoerd! NACHTOEFENINGEN Het was donker, zelfs erg donker. In alle stilte hadden de mannen de stellingen betrok ken, waar bij het krieken van de morgen een vijandelijke aanval kon worden verwacht. Ik ging even contact opnemen met een collega van de nevencompagnie. Na enig zoeken en met behulp van gefluisterde aanduidingen, vond ik hem. Ik wilde m'n zaken afwikkelen, maar hij hield me even op en zei: ,,'n Ogenblik, ik heb vanavond zoveel water gedronken, ik moet zo ontzettendEnfin, de duisternis maakte van de hei één grote „krul", dus zonder zich te ver wijderen werd een klein denneboompje het slachtoffer. Plotseling klonk heel duidelijk een stem vanaf de voet van het denneboompje: „Regent het Luit?"

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1951 | | pagina 2