m VROUW TOT VROUW
14
Met leedwezen geven wij kennis van het
overlijden op 10 Juni 1951 van de heer
W. F. H. BLANKENZEE,
gepensionneerd portier te Amsterdam, oud
74 jaar.
Lieve Agaatha,
Wij zijn druk doende met onze vaeantieplannen. John
voelde het meest voor de zeekant, maar mij leek de Veluwe
verkieslijker en wij gaan dus naar de Veluwe. Gelukkig laat
John mij ook geheel vrij in de keuze van hotel. De enige
eisch die hij stelt is, dat er een goed glas bier geschonken
wordt.
Je kunt overigens in die keuze niet voorzichtig genoeg
zijn. Zo herinner ik mij hoe ik vorig jaar tijdens mijn va-
cantie, tegen mijn gewoonte in, geleden heb aan een zeel
slechte nachtrust en hoe ik pas een van de laatste dagen van
mijn verblijf aldaar tot de ontstellende ontdekking kwam,
dat dit bleek te liggen aan de schandelijk slechte kwaliteit
van kussenslopen. Op mijn aanmerking hierover bij de
directie werd mij beleefd maar volkomen onverschillig voor
mijn ongerief al die dagen, medegedeeld dat dit de enige,
kwaliteit was die zij hadden en dat zij er nog nimmer
klachten over gehad hadden. Dit laatste min of meer als
een verivijt aan mij! De onbeschaamdheid en onbeschaafd
heid der menschen wordt wel met de dag erger! Hoe moeten
wij onszelf niet menigmaal hoeden.
Nog een zeer onplezierige noot uit onze vorige vacantie is
het volgende.
John heeft toen n.l. pertinent geweigerd handschoenen te
dragen en hoewel ik hem er herhaaldelijk op wees dat wij,
juist bij een dergelijk innig contact met de natuur, er meer
dan ooit voor moeten waken dat onze beschavingsvormen
niet worden overwoekerd door onze natuurlijke driften, heb
ik hem er helaas niet toe kunnen brengen deze barbaarse
ingeving prijs te geven.
De enige concessie die hij heeft willen doen was, de hand
schoenen in de zak van zijn costuum mee te dragen, met
als gevolg dat hij bij onze thuiskomst er één bleek verloren
te hebben. Kun jij mij raad geven Agaatha hoe ik een her
haling hiervan thans zou kunnen voorkomen. Misschien kun
je de kwestie eens aan IJsbrand voorleggen, jij vindt bij
hem zoveel begrip en steun.
Elke keer weer als ik naar Diederick kijk ben ik verbaasd,
maar hoogst dankbaar, dat de revolutionnaire ideeën, die
John af en toe verkondigt, zoo geheel aan de jongen voorbij
gaan. Want ik meen toch wel te mogen zeggen dat Diede
rick een stralend voorbeeld is van de deugden en goede
eigenschappen van ons geslacht. Jammer dat ik dat van
Isabelle, sinds zij deze nieuwe werkkring heeft, niet meer
kan zeggen. Zij baart mij meer en meer zorg.
Toen zij Donderdag jongstleden, zoals thans gebruikelijk,
het middagmaal bij ons nuttigde, barstte zij onder het na
gerecht opeens uit: „Hoe vinden jullie Charley? Vinden
jullie hem niet knal?" Hoewel deze uitlating reeds voor
zichzelf spreekt kun je je mijn groeiend afgrijnzen voor
stellen, toen mij bleek dat zij met „Charley" niet een aan
staande fiancé bedoelde, zoals ik eerst dacht, doch de nieu
we reclameplaat van haar fabriek, die reeds meer dan veer
tien dagen, elke keer weer als hij mij legengrijnst, mijn ge
voel voor schoonheid deerlijk stoort.
Het feit dat Isabelle voor een dergelijk product zo in ver
voering geraakt, bewijst wel zonneklaar dat haar gevoel voor
aesthetica in haar nieuwe omgeving sterk geschonden is. En
ik hoop van ganscher harte dat jij spoedig eens in de gele
genheid zult zijn een Donderdagaiond met ons aan de maal
tijd aan te zitten teneinde je persoonlijk van deze terugval
van Isabelle te overtuigen.
Ik neem in deze generlei verantwoording op mij.
Mijn respect voor IJsbrand en groetjes voor jezelf,
je liefhebbende zuster
AMALIA.
In onze dienst traden:
AMSTERDAM:
De heer D. Kamstra trad opnieuw in onze dienst.
Mej. C. Kapteyn, loonadministratie.
Mej. J. W. Caron, afd. reclame.
Mej. H. C. W. Eweg, afd. buitenland.
Mr. A. M. W. Resius, afd. buitenland.
ROTTERDAM:
M. Tania, als ass.-bedrijfsleider.
Mr. P. T. H. Vermeulen als secr. Jhr. Feith.
Mej. A. C. Wuyster, afd. fustencontröle.
J. C. M. Stapels, afd. expeditie.
W. v. d. Burgh, afd. flessenbier bkh.
D. de Groot, afd. flessenbier bkh.
P. M. v. Velzen, exportafdeling.
G. J. Wouters, boekh. bier stad.
C. Timmers, afd. pers.zaken.
J. Durkstra, inkoopafdeling.
J. B. C. M. v. Schooneveld, exportafdeling.
J. W. v. Buuren, afd. expeditie.
Onze dienst verlieten
AMSTERDAM:
P. H. M. Griffioen (brouwgast) wegens het aan
vaarden van een functie in Australië.
J. F. Roelofs, electriciën.
Mej. M. Holst, loonadministratie.
Mej. K. v. d. Zee, inkoop en magazijnadministratie.
J. C. Jansse, buitenlandse boekhouding.
ROTTERDAM:
Mej. A. v. Lee, wegens het bereiken van de pen
sioengerechtigde leeftijd.
Mej. R. Draese,
Mej. C. M. J. Bot,
R. A. v. Putten,
W. v. 't Sant,
W. de Jongh,
allen wegens het aanvaarden van een functie bij een
ander bedrijf.
Mej. J. E. v. d. Ven, wegens huwelijk met de heer
F. Oostdijk.
Mej. J. Wittenberg, wegens huwelijk met de heer
T. v. Bekkers.
Mej. G. Humting, wegens haar op handen zijnde
huwelijk.