Buitenlanö SOERABAJA Op 't platje 6 Tot dusverre heeft de lezer van deze rubriek steeds een momentopname uit Surabaja aangetroffen, die het leven hier van de vrolijke kant liet zien. Aange zien de ingezonden stukken van de buitenlandse brouwerijen m.i. een beeld moeten geven van het leven zoals het ter plaatse wordt geleefd, is het beeld dat tot nu toe in deze rubriek is weergegeven, onvol ledig, daar in werkelijkheid het leven in Surabaja in het afgelopen jaar in genen dele beheerst werd door luchthartige vrolijkheid. Het leek mij daarom goed de bij de lezer gewekte indruk aan te vullen door de meer sombere kant van het hedendaagse leven in Indonesië en in het bijzonder in Surabaja naar voren te brengen. Als gevolg hiervan zult U geen afgerond verhaal aantreffen, maar een beschou wing over de situatie zoals die hier langzamerhand voor normaal doorgaat. Ter illustratie beschrijf ik even het volgende toneeltje, dat zich enige weken geleden in de avond afspeelde, toen wij met bezoek op ons platje zaten. Ter verduidelijking moet ik vertellen, dat ons huis op een hoek ligt, met een pleintje er vóór, waarop verschillende straten uitkomen. Tot ongeveer 10 uur bevinden zich doorgaans op het grasveld van dit pleintje een aantal kampongbewoners uit de zeer na bijgelegen kampong, hoofdzakelijk grotere kinderen, die zitten te roken, te praten of aan het stoeien zijn. Wij zaten dus onder genoeglijke kout een glaasje bier te drinken, toen we werden opgeschrikt door een luide knal. Wij zagen tegelijkertijd in een schuin- weglopende straat een fietser van de fiets afsprin gen, en stelden de herkomst van deze explosie, n.l. het springen van een band, onmiddellijk vast. De reacties van de mensen om ons heen waren echter verbijsterend. De buren van het tegenover ons lig gende huis verdwenen naar binnen, terwijl de heer des huizes ging kijken wat er aan de hand was. In het huis naast ons werden alle lichten gedoofd en hoorden we verwarde stemmen, terwijl de op het grasveldje aanwezige kampongbewoners zich, ge deeltelijk hardlopend, uit de voeten maakten. Aan gezien wij zo gelukkig waren geweest dadelijk de oorzaak van de knal te kunnen constateren, kon den we niet anders dan om deze algemene opschud ding lachen. Maar napratend over het geval, waren wij het er unaniem over eens, dat de reacties, die we zo juist hadden waargenomen, verre van normaal waren. Ook u als lezer zal het thans duidelijk zijn, onder welke hoogspanningen de mensen hier leven, dat een dergelijk fictief pistoolschot ze dadelijk in beroering brengt. Ook het feit, dat bij daadwerkelijke moord aanslagen op Nederlanders, onmiddellijk ijverig ge zocht wordt naar een aanleiding in het verleden van het slachtoffer, is wel een bewijs, dat men in de Nederlandse gemeenschap doodsbang is tot de con clusie te moeten komen, dat het feit, Nederlander te zijn, reeds kan worden beschouwd als een reden voor een aanslag. Reeds voor de Souvereiniteitsoverdracht op 27 De cember 1949 werd bij de bevolking een anti- Europese en speciaal een anti-Nederlandse stemming aangetroffen. Hoewel dit zich hoofdzakelijk beperkte tot een agressieve houding, brutaliteit, onbeschoft heid en dergelijke, gaf dit een sfeer van onbehaag lijkheid, juist omdat de Indonesische bevolking voor dien onderdanig en beleefd was. In de loop van 1950 is hier een grote mate van onveiligheid van have en goed bijgekomen, doordat de talrijke diefstallen, overvallen en de z.g. rampokpartijen onvoldoende werden nagespeurd en gestraft. Al deze kleinere en grotere uitingen van agressiviteit, hoewel niet aan wijsbaar gericht tegen een bepaalde bevolkingsgroep, hebben toch de onbehaaglijkheid, welke reeds eind 1949 bestond, aanzienlijk doen toenemen. De groeiende onveiligheid is niet alleen gericht tegen de Europese gemeenschap, want aanvallen en moordpartijen geschieden in de kampongs ook in toe nemende mate; het ontbreken van een voldoend krachtig gezagsapparaat is hier ongetwijfeld schuld van. In de laatste maanden is echter het aantal aan slagen gepleegd op Nederlanders toegenomen, waar aan ongetwijfeld ook het mislukken der Irian-confe- rentie schuld is. Ogenschijnlijk heeft de bevolking van Indonesië zich over dit mislukken niet erg druk gemaakt, waartoe de duidelijke taal van de huidige Indonesische regering heeft bijgedragen, maar slecht - willende benden en deserteurs uit het Indonesische leger vinden in dit mislukken aanleiding om acties tegen Nederlanders te ondernemen, niet alleen om dat naar hun mening de Nederlanders moeten ver dwijnen, maar eveneens omdat de door hen gepleegde aanslagen niet of volkomen onvoldoende worden ge straft. Het zal de lezer duidelijk zijn, dat de dagelijkse moordaanslagen, die dit jaar op Nederlanders in Oost- Ja va plaats vinden, en het feit dat men zonder grote risico's te nemen, de stad Surabaja niet kan verlaten, het werken op Java thans slechts mogelijk maken wanneer men niet te veel stilstaat bij hetgeen aller- wege gebeurt, en men het plezier zoekt in eigen om geving. Jé. Op het gemasker de bal van de ver eniging Spes Patriae te Paramaribo op 8 Maart j.l. verwierf mejuffr. Bernadette Chang Jon Chu, em ployé van onze agent, de heer W. E. van Romondt, een tweede prijs. Wan neer wij nevenstaan de afbeelding van de charmante Heine- ken's vertegenwoor digster aanschouwen zouden wij van uit de verte en zon der één der andere deelneemsters te heb ben gezien des kundig als wij zijn, onmiddellijk voor een éérste prijs stemmen. De heer van Ro mondt legt eer in met mejuffr. Ber nadette en mej. Bernadette met haar bekoorlijk costuumj Dames, wat zoudt u zeggen van zo'n aoedje model kroon- kurk. Is het niet om te stelen? SURINAME

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1951 | | pagina 6