r ente BIJ EEN AFSCHEID V Op een oud caféterras Waar het gisteren winter was Domweg in de zon te suffen en te turen naar de juffen Die zo lieflijk langs ons lonken Met hun argeloos spel van vonken In dit milde lentevuur Hecht ik aan de levensduur Al die waterstofbombarie Lijkt mij thans de grootste larie In dit voorjaarslicht vergulden Zelfs mijn allernaarste schulden Heel de aarde weegt geen zier Naast een glas vol schuimend bier. JACQUES GANS. (Uit „Vizier") itiiiitiiiiiiiiiiuiiiiiimiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiimiHtiiiitiitiiiiiftfimiiniiiiiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Ir. J. A. EMMENS In de jaarlijkse publicatie van de Koninklijke onderscheidingen komt wederom de naam van onze directeur ir. J. A. Emmens voor. Ditmaal betreft het zijn bevordering tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Wij wensen de heer Emmens met deze bevordering van harte geluk. VOOR DE KANKERBESTRIJDING Het voorbeeld van ons Amsterdam brouwerij-per soneel heeft inderdaad navolging gevonden; ook de mensen van kantoor „haakten in" en zo kon de vol gende brief aan het Bestuur van het Koningin Wilhel- minafonds worden verzonden: „Op initiatief van het personeel onzer brouwerij te Amsterdam is het loon, verdiend in één uur arbeid, en het salaris, tot een maximum van één uur arbeid, door de leden van ons personeel afgestaan voor het door uw fonds voorgestane doel, met name tot aan koop van radium. Het bijeengebrachte bedrag, door ons aangevuld tot 800.hebben wij heden gestort op uw girorekening No. 26000. Het was ons personeel en ons een genoegen deze bijdrage voor dit bijzondere doel te kunnen geven." Rotterdam wilde natuurlijk niet achterblijven en heeft met ruim twee maal zo veel personeel ook ruim twee maal zoveel bij elkaar gebracht, n.l. 2.200. Over de aanbieding aan de heer Bodegraven van de „Haak-In-Actie" heeft men door de radio kunnen horen: het geld werd in een miniatuur biervaatje overhandigd. Dat alle gevers zich van de dank van hen voor wie zij offerden verzekerd kunnen houden hoeft wel geen nader betoog. Iemand, wiens leven gewijd is geweest aan onze onderneming en die in haar ontwikkeling een machtig aandeel had, heeft hij het bereiken van de 65-jarige leeftijd verkozen de banden met haar te slaken. Dit besluit, kenbaar gemaakt in de Algemene Vergadering van 28 Maart 1951, zal Dr. H. P. Heineken, die van 19141917 directeur, van 19171940 president-directeur en sedertdien gedelegeerd commissaris was, zwaar gevallen zijn en heeft ook in de harten van vele employé' s en oud-employé's gevoelens van weemoed gewekt. Dr. Heineken heeft bij het personeel steeds een bijzondere plaats inge nomen. Ofschoon hij wars is van elk streven naar populariteit, is hij ongemeen populair, ook bij hen die hem slechts van aanzien kennen. Bij de bijzondere zorg aan zijn opvoeding besteed en de levensomstandigheden welke zijn deel werden de moeder van Dr. Heineken behoorde tot de Hofadel zou men van hem, die bij het personeel onveranderlijk als de opperbevelhebber gold, zelfs nadat hij zijn plaats als president-directeur wisselde voor een zetel in het college van commissarisseneen meer autocratisch gerichte houding verwacht hebben. In plaats hiervan heeft Dr. H. P. Heineken zich doen kennen als de eenvoud en gemoede lijkheid zelve. Opgewekt en hartelijk met een fijnere zin voor humor en een grote belang stelling voor de mens, zo leerden zij, die het voorrecht hadden met hem in aanraking te komen, hem kennen. Het moet voor Dr. Heineken een voldoening zijn te weten, dat er waardering en dankbaar heid is voor zijn houding jegens het personeel en voor al hetgeen hij voor zijn medemensen heeft gedaan. Dat het vertrek van Dr. Heineken samenvalt met zijn 65ste verjaardag is mogelijk toeval, immers voor commissarissen geldt deze leeftijdsgrens niet. Voor ons, personeelsleden, zal het echter de betekenis hebben van een zich één voelen met het personeel, dat op die leeftijd vaak met tegenzin een hem dierbaar geworden taak neerlegt. Wij wensen Dr. Heineken nog tal van goede jaren toe en zijn overtuigd van zijn voort durende belangstelling voor de onderneming en zijn oude medewerkers.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1951 | | pagina 2