KRUISWOORDPUZZEL 14 BIERDRINKEN IN CHICAGO De in Nederland zo Amerikaans aandoende bena ming „bar" betekent in Chicago alleen maar toon bank, de zaak zelf heet „tavern" of iets sjieker, b.v. „Carribbean- of Hawaiian- (dan wel iets anders exotisch) Room". In de eerste vindt u de onvermij delijke „juke-box," een automaat, waarmee u voor stuivertjes gramofoonplaten kunt laten draaien, in de laatste de even onvermijdelijke café-musicus, die zijn stuivertjes via een kleine verhoging van de con sumptie-prijzen ontvangt. U klimt moeizaam op een kruk overal klimmen Amerikanen moeizaam op krukken en u zet een gezicht of u al jarenlang overal moeizaam op kruk ken klimt. Dat helpt u toch maar weinig, want nauwelijks bent u geïnstalleerd of er schiet 'n indi vidu met opgestroopte hemdsmouwen op u af om u toe te roepen „Yes Sir?", op tegelijkertijd inviteren de en intimiderende toon. U had reeds opgemerkt, dat iedereen hoopjes wisselgeld en dollars voor zich heeft liggen en u begrijpt dan ook, dat u pas bediend wordt als u eerst geld op tafel legt, iets dat u een zondig gevoel geeft. U moet echter de Amerikaanse vernuftigheid direct toegeven, want eerst drinken en dan hard weglopen is er hier niet bij, no Sir, wij zijn er hier wel achter. Als u dan, van de weeromstuit en om te laten zien, dat u maling aan alles heeft, op bijkans de zelfde toon „beer" hebt gezegd, krijgt u een flesje met een glas neen, waarde lezer, niet geserveerd, maar min of meer naar u toegesmeten waarmee de barkeeper die blijkens een bordje boven de kassa blij is u te bedienen en Eddy heet op zijn beurt laat zien, dat hij, hoewel blij, toch vrij blijft om ook maling aan alles te hebben: dat standbeeld aan New York's haven staat er tenslotte niet voor niets! Uw dollar verdwijnt en wel zo rap, dat u de eerste tijd moeite hebt het goed te volgen en drie kwartjes komen er voor in de plaats. Fooien zijn over bodig. De zware concurrentie hier, heeft dit goede gevolg, dat de bediening er voor de klant en niet de klant voor de bediening is, een waarheid als een buffel zegt u, maar u moest er voor naar Amerika gaan om haar te hervinden. Het personeel van eet- en drinkgelegenheden krijgt hier een vast, behoor lijk salaris en fooien kunt u dan ook alleen maar kwijt als u in restaurants aan tafeltjes bediend wordt en dan moet u ze nog stiekum onder een schoteltje schuiven voor u weggaat. Uw bier, intussen, is ijskoud, tè koud en vrijwel dood. Het smaakt u dan ook maar half. Als u bovendien meent uw biertje te kunnen opdrinken in de tijds spanne, die u daarvoor oirbaar acht, heeft u het (al weer) mis, daarover beslist de gedienstige ziel aan gene zijde van de bar, die net zo lang uw glas vol schenkt totdat het flesje leeg is, om het dan onder veel toonbank-geveeg weg te nemen. Is vervolgens het bekende lage peil in uw glas bereikt en heeft u de onnozelheid alleen maar vaag in 's barmans rich ting te staren, dan komt er als bij toverslag een tweede flesje op de proppen en wederom wordt er vliegensvlug een kwartje in bier omgezet. Ik bedoel maar, er is geen aardigheid aan. Na enige tijd wordt het u duidelijk, dat wij „back in Europe" het eigen lijk toch maar altijd verkeerd gezien hebben: je komt in de eerste plaats in de kroeg om bier en je krijgt hier bier, het kost een kwartje de fles en verder geen flauwe kul. Dit alles kan echter niet verhinderen, dat u hier soms zo intens kunt verlangen naar een door een „echte" kellner, goed-geserveerd glas bier in een rustig café. Overgenomen uit „Horeca." SERGEANT H. PAKKER Toen liet bericht van het sneuvelen in Korea van onze vriend Pakker (oud-cursist van de bazen- cursus te Rotterdam) ons bereikte waren wij diep getroffen. Pakker's ervaringen als militair, opgedaan in Indonesië, hadden hem tot het inzicht gebracht, dat het zijn plicht tegenover zijn land was zich als Korea-vrijwilliger aan te melden. Hij laat bij ons de herinnering achter aan een eerlijke, geschikte kerel, die een toekomst met vele beloften voor zich had. Aan zijn familie betuigen wij onze warme deel neming met dit tragische verlies. OVERLEDEN: Met leedwezen geven wij kennis van het overlijden op: 27 Februari 1951 van de Heer J. H. SOM BEEK, gep. arb. in het silogebouw te A'dam, op 77-jarige leeftijd. 14 Februari 1951 van Mevrouw J. W. DIJK STRADIJKSTRA, wed. van overleden por tier te A'dam. 3 Maart 1951 van Mevrouw E. F. HIPPE LUTTER, wed. van overleden hulp-portier te A'dam. 4 Maart 1951 van de Heer M. NENDELS, gep. koetsier te A'dam op bijna 83-jarige leeftijd. Amsterdam sloeg met zijn inzendingen Rotterdam, dat het niet verder dan 25 kon brengen. Vele oplossingen waren bijna goed, jammer voor de inzenders die nu niet aan de loting konden deel nemen. Maar „hel" is niet hetzelfde als „bel" en „beleerd" is iets anders dan „geleerd." Zo waren er meer oplossingen waarin maar één letter fout was. Feilloos waren de inzendingen van: Amsterdam: mej. Weiman, mej. Kodde, de heer H. Vis. Rotterdam: mej. J. H. Agatz, de heer J. Stoutenberg, de heer R. Lussenburg. De loting wees als winnaars aan: Amsterdam: de Heer H. Vis. Rotterdam: mej. J. M. Agatz. Onze gelukwensen! Aan elk van hen komt een kistje bier toe. De 4 overigen ontvangen een kleine troostprijs.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1951 | | pagina 14