op eiqen ecf 4 xuiperswerhplaals in Rotterdam DE KUIPERIJ Het kuipersvak geeft aanleiding om eens wat nader bekeken te worden, daar het aan het uitster ven is. Het bierfustkuipen is namelijk een echt Duits beroep dat in de loop der jaren door Neder landers op de brouwerijen is aangeleerd. Het bierfust wordt gemaakt van eikenhout. De soorten die hiervoor gebruikt worden zijn: Russisch-, Pools-, Slavonisch-, Zwitsers-, Duits- en Amerikaans eikenhout. Dit hout wordt uitgezocht daar er geen kwasten in mogen zitten deze kunnen later lekkage ver oorzaken daarna wordt het gekloofd. Gezaagd eikenhout wordt ook wel gebruikt maar is dan minder geschikt voor bierfusten daar men nooit precies met de draad van het hout mee kan zagen wat ook tot lekkage kan leiden. Met gekloofd hout is dit niet het geval, dit splijt altijd met de draad mee en er ontstaat dus minder kans op lekken. Bierfusten worden machinaal en ook uit de hand gemaakt. Het bierfust maken gaat als volgt: Men berekent eerst de inhoud en de diameter van het fust en gaat dan een mal maken. Dit is een eikenhout plankje wat zo uitgezaagd wordt dat er een gedeelte van de omtrek van het vat opstaat. Daarna gaat men de duigen met de trek- en krom messen bewerken en fügen (schaven), daar de dui gen uit rechte stukken hout geheel in model worden gemaakt. Is dit gedaan dan gaat men de duigen opzetten door er een kop- en buikband op te slaan. Zo ontstaat er een romp welke aan één zijde de vorm van een vat heeft en aan de andere zijde wijd uitgespreid staat. Nu doet men de romp in een grote bak met dek sel en voorzien van stoomleiding. Deze bak vullen we met water en voegen daarbij wat soda. Door stoom toe te voegen, welke door gaatjes in de stoom leiding naar buiten kan komen, gaat men de romp koken, plm. 20 a 30 minuten. Dan wordt de romp op een plank gelegd waar aan één zijde een lier staat met een staaldraad die aan de andere zijde van de plank vast zit met een ring. De staaldraad is zo ruim dat er een mastworp in gemaakt kan worden. Daar wordt de romp in ge daan en langzaam aangedraaid en gerold tot de romp gesloten is, dan een band er op geslagen en de romp is gevormd. Verder wordt de romp met kop- en buikbanden goed aangedreven en wordt er een vuurtje in ge stookt van houtspaanders. Dit vuurtje mag niet te hard gestookt worden. De romp mag niet gaan schroeien of branden. Hier worden ronde bakken voor gebruikt met in het midden een kleine vuurpot. In de ronde bak wordt een laagje water gedaan. Daar gaat de romp dan in en de andere kopzijde wordt regelmatig met een bor stel nat gehouden om scheuren tegen te gaan. Is dit allemaal gebeurd dan laat men de romp afkoelen en drogen. Bij machinaal buigen wordt elke duig apart ge bogen en met een z.g. haak vast gehouden totdat hij is afgekoeld, daarna worden de duigen tot een romp opgezet. Gaat men nu van de romp verder een vat maken dan wordt deze weer geheel uit elkaar geslagen en wordt elke duig opnieuw geschaafd, de romp weer

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1951 | | pagina 4