De ethische kant
van ons vak
2
REDACTIONEEL.
In ons eerste nummer hebben wij U toegezegddat
„droge" woorden uit de redactie-koker zo veel mogelijk
achterwege zouden blijvenBij dit laatste nummer van de
eerste jaargang van Vers van 't Vat evenwel moeten wij
toch even een woord van excuus laten horenomdat dit
Februari-nummer niet zoals gebruikelijk -in de
tweede helft van de verschijningsmaand uitkomtdoch pas
in de eerste dagen van Maart. De redactie betreurt deze
vertragingwelke buiten haar schuld is ontstaan en streeft
er naar het volgend nummer weer op de normale tijd
omstreeks half Aprilte doen uitkomen.
Copie voor het volgend nummer gaarne uiterlijk 4 April
in het bezit van de redactie. Die personeelsverenigingent
welke ditmaal verstek lieten gaanzullen wij dan gaarne
weer aan het woord laten.
uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiitimiiiiiiiii
Ik heb vroeger altijd dokter willen worden, of
tramconducteur of zeeman, maar, ofschoon de stui
vertjes toen nog min of meer vierkant waren, rolden
ze nogal gek. Zo is de maatschappij gelukkig gespaard
gebleven voor mijn geneeskunst, ben ik onschuldig
aan het Amsterdamse tram-trammelant en heb ik
voor de zee een aan afschuw grenzend ontzag. In
plaats daarvan ben ik in het bier terechtgekomen,
hetgeen toen wel een heel grof geintje van het nood
lot leek, aangezien ik de kogelflesjesperiode nauwe
lijks te boven was. Bovendien zweefden mijn aspi
raties op idealistische, poëtische vleugelen heel andere
kanten uit dan kroegwaarts. Persoonlijk haalde ik op
geen stukken na de 15 1 per jaar, die de statistiek
toen voor het bierverbruik per hoofd der bevolking
in Nederland aangaf.
In die begintijd was, als ik het zo eens deftig mag
zeggen, „de ethische kant van ons vak" onderwerp
van lange gesprekken en diepzinnige overpeinzingen.
Kwamen wij op straat eens een zatte kerel tegen,
dan wilde een vriendelijke kennis nog weieens tactvol
opmerken: daar heb je nu het resultaat van je werk!
Klaagde een arme huismoeder over het grote deel
van het gezinsinkomen, dat in de la van het café te
rechtkwam, dan volgden prompt opmerkingen over
het drankkapitaal, in welks verdoemde gelederen ik
nu ook ietwat onwennig meemarcheerde.
Het vinden van de uiteindelijke bevrediging in het
werk en de rechtvaardiging daarvan in andermans
ogen heeft, ik wil het niet ontkennen, indertijd nogal
wat hoofdbrekens gekost. Inderdaad hebben wij het
op dit gebied iets moeilijker dan een arts, een brood
bakker of een ingenieur van een waterleidingbedrijf,
Maar en hier komt de in rechtvaardiging eindigen
de verdediging toch ook weer niet moeilijker dan
de sigarettenfabrikant, de koffiekoopman of de wijn
handelaar. Ook dit zijn immers artikelen, die bij
overmatig gebruik schadelijk zijn voor de gezond
heid en waarbij een zekere verslaafdheid kan op
treden.
Het is ons ongeluk, dat de overigens steeds zeld
zamer wordende uitwassen van het caféleven gedeel
telijk ook op onze brede schouders worden geladen,
terwijl toch dronkenschap hoogst zelden het gevolg
is van biergebruik en de ongelukkigen, die de Blauwe
Vaan en de Strijdkreet aan haar stof helpen voor
haar maatschappelijke treurspelen, zich in de regel
niet met ons product, maar met een ander, sterker
nat plegen vol te gieten.
Maar afgezien daarvan is het natuurlijk volkomen
fout, om een product en de vervaardigers en ver
kopers daarvan in het schandboek te zetten, alleen
om de mogelijkheid, dat er misbruik van gemaakt
kan worden. De fabrikant van de in de geneeskunde
zo zegenrijke morphine is door het bestaan van
morphinisten geen haar minder achtenswaardig; Ford
doet zijn fabrieken niet op slot omdat er zoveel ver
keersongevallen gebeuren en niemand denkt eraan,
meneer Turmac tot maatschappelijk onvolwaardig te
bestempelen wegens het veelvuldig voorkomen van
het kettingrook-verschijnsel.
En zo ben ik dan over de bezwaren van mijn super-
ethische vrienden heengesprongen als Fanny over de
horden. Ze kunnen me nog veel meer vertellen, maar
het brouwerijbedrijf is niet alleen technisch, maar
ook in zijn maatschappelijke functie een mooi be
drijf. Het laven der dorstigen is vanouds een der
werken van barmhartigheid en na een lange wan
deling op een van onze zeldzame zonnige vacantie-
dagen, ben ik, happende in een grote pils, onmiddel
lijk bereid om te stemmen voor de zaligverklaring
van de schepper van deze onvervangbare weldaad.
Ik heb nooit begrepen, waarom men nooit een brou
wer heeft voorgedragen voor de Nobelprijs voor de
vrede. Bestaat er vreedzamer tafereel dan een stam
tafel, beladen met grote glazen schuimend gerstenat
en omringd door vrolijke, tevreden mensen?
De grote vreugden der mensen zijn in deze tijden
zeldzaam. Geprezen zij derhalve de brenger van de
kleine, weinig kostbare en gemakkelijk bereikbare
vreugden, waarvan ons pilsje er één is.
De ethische kant van ons vak? We zijn dokter,
broodbakker, dorstlesser, vredestichter, alles tegelijk.
Wat wensen we nog meer?
vdz
iiHiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiii in iiiHiiiiiiiiH illinium i lil immuun n mimi hui mimi iiiiii iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiii