V
14
15 December 1950: Lustrumconcert in Lommerrijk
met medewerking van het Brouwers' Mannenkoor, de
Kralingse Orkestvereniging en het Heineken's Ballet.
De heer W. C. Noorthoven hanteerde met tact en
wijsheid al deze jaren de voorzittershamer en was
de stuwende kracht. Aan de bekwame directeur, de
heer Chris Verbeek, dankt het koor zijn vele en grote
successen.
Helaas heeft de voorzitter wegens zijn arbeid in
continudienst moeten besluiten de leiding aan een
ander over te dragen en ook de 2e voorzitter, de heer
J. Bijl, trad uit het bestuur. Deze laatste wegens
verbintenissen elders. Voorts verzocht de heer F. v.
d. Lede ontlast te worden van zijn taak als bibliothe
caris.
Het Bestuur is thans als volgt samengesteld:
P. J. v. d. Bos, le voorzitter; J. C. Grund, le secre
taris; Chr. Th. Vennix, le penningmeester; J. C.
Molijn, 2e voorzitter; P. D. v. d. Werff, 2e secretaris;
J. Kriesch, 2e penningmeester; W. F. Grund, biblio
thecaris.
Rest nog de vermelding, dat het Lustrumconcert
een groot succes geworden is en dat de lof van het
koor wegens zijn artistieke en organisatorische
prestaties in alle toonaarden door de pers bezongen is.
Helaas moet een verslag van het gezellig samen
zijn in Lommerrijk en van de feestviering in de
Raadskelder wegens gebrek aan plaatsruimte ach
terwege blijven.
VAN OVER ALLES
Tis nou karnaval in het zuiden. Dat wil zegge, toen
ik dit screef. Want meestal duurt het een week of
vier voor U siet wat ik gesreve hep. (Hoe bestaat het
dat dat nou toch so lang mot duren voor die drukker
dat allemaal vóórmekaar hept.)
As ik an karnaval denkt, denk ik an leuke din
gen. Zo iets as toen die revu van de brouwerij. Lollige
tijd. Ik had best is naar die karnaval toe wille gaan.
Met een bom duite vanzelf, want als het zou motte
van de spaartpot van Koba, nou dan kwamme me
niet ver. Die is so gesegd wijlen, vanwege een jassie
voor kleine Kobus en de verjaardag van mijn en Piet.
Maar daarom niet getreurt. Vadertje Drees zal wel
voor ons zorge en als die soms gauw onze vader niet
meer is, nou dan hebben we nog Ome Truman en
Ome Jozef, die houe ook van ons, dus zallen me het
er maar op houen, dat me niks te kort kommen.
Heb u ook geen griep gehad? Mensen van de brou
werij krijgen geen griep zee onze melkboer. Maar hij
wist niet of het kwam vanwege de inenterij of van
wege het bier. Wis u, dat ze in Afrika zoveel bier
dronken? Dat mot goed zijn tegen de koortse en zo.
Waar is bier nou niet goed voor? Piet ze meissie heb
der haar gedaan met bier, dat stond in een vorig
krantje. Waar ze op leek, ik weet het werachtig niet,
maar Piet hiew eens zo veel van der. Hij rook als
maar bier en dat vont ie zo'n lekkere lucht zee die.
Ik schei der uit. Die karnaval zonder mijn zit me
een beetje dwars en me hoofd doet een tikkie
vreemd. Van de griep? Bestaat niet. Ik neem een
glaassie bier en dan schiet ik me kooi in.
De hartelijke groeten van
Gerrit.
Vastenavond 1951.
De Springlevende
De jaren snellen voort en veel van hetgeen
in het gebied van onze dagelijkse waarneming
ligt, kan men geleidelijk zien veranderen. Ook
op de brouwerij. Waar vroeger lage en onaan
zienlijke gebouwen stonden of een sappig gras
veld lag, verrijzen nu imposante bouwwerken,
getuigend van durf en ondernemingszin. En
daar waar voorheen de stalbaas met onverholen
trots zijn corpulente viervoeters monsterde,
vindt men nu onze indrukwekkende opleggers-
met-Ford-trekkers, gevaarten, die zich tot de
gewone auto's verhouden als een slagschip tot
een kanonneerboot.
Toch zijn er tal van verschijnselen, die niet
aan verandering onderhevig lijken. Als men de
koortsachtige ijver opmerkt, waarmede dan op
dit dan op ginds punt gebouwd, vernieuwd en
verbeterd wordt, als men dan deze dan gene
installatie ziet binnenbrengen, als men links en
rechts van uitbreidingsplannen en toepassing
van nieuwe vindingen hoort, als men overal een
enthousiast streven waarneemt om topprestaties
te behalen, dan komt men met voldoening tot
het inzicht, dat er in de loop der tijden bij
Heineken naar de geest niets veranderd is.
Gedurende de bezettingsjaren is er nood
gedwongen een stilstand dus achteruitgang
geweest, doch onze kwelgeesten hadden hun
hielen nog niet gelicht, of er werd reeds weer
op de oude voet aangepakt. Het vervoersappa-
raat werd vernieuwd, het verpakkingsmateriaal
op peil gebracht, de bottelarij met de aller
modernste machines uitgerust, er kwamen
nieuwe eesten en de laatste maanden kan men
behalve de blinkende roestvrijstalen transport
fusten een reeks van nieuwe tanks zien binnen
stromen.
De beide brouwerijen in Holland volgen
met spanning de ontwikkeling van de omzet,
die, wind en weder dienende, wel eens aanlei
ding zou kunnen worden om op 1 October 1951
een extra pintje te pakken.
En zo zien we voor Heineken de jaren klim
men, zonder dat haar jeugd wordt aangetast.
Ze is onveranderlijk jong en springlevend.
Wegens overvloed van copie moesten enkele bij
dragen alsmede enige foto's blijven overstaan tot het
volgend nummer.