Ook andere delen van het land zijn weinig bekend, zoals bijvoorbeeld het gebied van de Motilones- Indianen in het grensgebied van Columbië, Zuid- Westelijk van het meer van Maracaïbo. Men reist er niet heen, omdat de ervaring leert, dat men vandaar niet terugkomt. Het land strekt zich uit van ongeveer 12° Noorder Breedte tot dicht bij de evenaar en het klimaat is dus tropisch. Alleen de plaatsen in de bergen, waaronder ook Caracas, dat ca. 900 m boven de zeespiegel ligt, hebben een prettiger klimaat, vooral tot uiting ko mend in koele maar toch niet te koude avonden en nachten. De bevolking is een mengsel van Indianen, Span jaarden en negers. Men schat dat ca. 70 analpha- beet is. De voertaal is Spaans. Van de meer gegoeden spreekt een aanzienlijk deel (vooral de jongeren) Engels, terwijl de ouderen als tweede taal vaak Frans spreken. De godsdienst is Rooms-Katholiek. De arbeiders zijn door wettelijke maatregelen zeer sterk beschermd. De lonen zijn hoog, toch heeft de Venezolaanse arbeider geen goede naam en in het algemeen hebben de werkgevers liever emigranten in dienst, die veelal uit Italië en Spanje het land binnenkomen en die voor hetzelfde loon betere werk prestaties leveren. Het hoge loon door de Venezo laanse arbeider verdiend, wordt door hem gebruikt voor kleding en voor consumptieve doeleinden, maar aan de woning wordt door hem weinig aandacht be steed. Men ziet de woningen van de arbeiders tegen de bergen geplakt, moeilijk toegankelijk en vaak verstoken van waterleiding, electrisch licht en rio lering. Onder de meer gegoeden zal men, mits men in zijn hart geen rashoovaardij draagt, vele prettige goedwillende en bekwame mensen kunnen vinden. De Venezolanen hebben een licht ontvlambaar ge moed en men moet zich er als men een wedstrijd wil bezoeken niet over verbazen bij de ingang op wapens gefouilleerd te worden om ongelukken te voorkomen. De directe belastingen zijn in Venezuela uitermate laag, de indirecte hoog. De hoofdstad Caracas ligt op een zich van het Westen naar het Oosten uitstrekkende smalle hoog vlakte geheel ingesloten door bergen. Evenals vele belangrijke steden in dat deel van de wereld ligt het niet aan zee. Men zegt dat dit komt omdat destijds alles wat rover was van de zeekant kwam en men zich in de bergen gemakkelijk kon verdedigen. De afstand van Caracas naar zee is op de kaart ge meten maar 10 km, maar de mooie, bochtige bergweg is 36 km lang. Een nieuwe weg die de afstand tot ca. 17 km terugbrengt is in aanbouw. De huizen werden oorspronkelijk naar Spaanse trant gebouwd met al leen een begane grond, met re jas (ijzeren rooster of tralies tegen inbrekers) voor de ramen en een patio, een binnenplaats waaromheen zich het leven van de familie afspeelt. Bij de enorme grondprijzen van tegenwoordig is men in Caracas overgegaan tot het bouwen van hoge flatgebouwen. Pure Indianen ziet men in de stad Caracas slechts uiterst zelden, meer kans om die te zien heeft men in de tweede stad des lands Maracaïbo. Eer kan men in Caracas wat bijzonders zien op het gebied van kleding of gewoonten. Zo zag ik dames die ter opluistering van haar witte blouses er het advertentieblad van een krant of ook wel een enorm aantal stadsgezichten op Kadden laten afdrukken, maar dat zijn uitzonderingen. Bij de heren ziet men veel schreeuwende dasversieringen, ook kan men 's avonds op een hotelterras heren in een gemakke lijke stoel hun benen op tafel zien leggen, maar dat zijn dan steevast mensen uit de Verenigde Staten en geen Venezolanen. Bij de begroeting kloppen de Venezolaanse heren elkaar op de rug, een soort om helzing waarbij echter de verwachte klapzoen ont breekt. De duurte is er spreekwoordelijk. In een eerste klas kapperszaak moest ik puur en alleen voor haarknip pen zonder enig wassen, parfumeren of bevochten 4 Bolivar betalen 4.56). Ik geloof dat zelfs de „Herenkapper" in Singapore het nog goedkoper doet al geeft die er allerlei hoofd massages bij cadeau. Caracas vertoont vele kentekenen van een te snel gegroeide stad. Voor de oorlog werd bij projecten voor de toekomst naar men mij vertelde nog aange nomen, dat het inwonertal nooit boven 200.000 zou stijgen, thans wordt het aantal inwoners op ca. 500.000 geschat. Vele publieke diensten als riolering, electriciteits- en watervoorziening hebben dan ook het tempo niet kunnen bijhouden en zijn in sommige gedeelten van de stad nog ver ten achter, maar in koortsachtig tempo tracht men deze achterstand in te halen. In de bin nenstad met zijn nauwe straten is het verkeer over dag vrij hopeloos door het enorme aantal auto's en vaak kan men vlugger lopen dan met een taxi gaan, maar men hoopt met grote kostbare doorbraken hier in verbetering te brengen. De stratenindeling in de oude binnenstad is recht hoekig en de straten zijn genummerd op een manier die aan de steden van de Verenigde Staten doet den ken. Deze indeling is ingevoerd door president GuzmanBlanco, maar de bevolking blijft bij de daar voor geldende aanduiding, waarbij de straatkruisin gen namen hebben en een adres aangegeven wordt door de namen van de twee kruisingen waar het tussen ligt en verder een huisnummer. Het moeilijke is nu, dat die namen van de straatkruisingen vrijwel nergens meer aangegeven zijn, zodat men een platte grond met namenlijst nodig heeft om een adres te kunnen opsporen. Het is een prettige stad en ik hoop, dat er t.z.t. vele H.B.M.-ers een bestaan zullen vinden. Go. PERSONALIA De Heer K. Mulder, vroeger procuratiehouder te Soerabaja, is half Februari in dienst getreden bij de afd. Buitenland in Amsterdam. De Heer L. Bels slaagde voor zijn doctoraal examen Biologie aan de Rijks Universiteit te Utrecht. De familie Bels werd op 2 Februari verblijd met de geboorte van een dochter. De Heer C. Koopman zal begin Maart uit Lagos naar Nederland terugkeren. De Heer B. Pellekaan is op 21 Februari a.s. per K.L.M. naar Lagos teruggekeerd. De Heer G. H. Ulenberg is op 15 Februari j.l. naar Caïro vertrokken om aldaar zijn functie als brouwmeester te aanvaarden. Zijn voorganger, de Heer Jaeger, heeft een functie aanvaard als brouw meester bij de Chandlers Brouwerij te Johannesburg. De Heer A. R. J. Zantman is na zijn verblijf te Singapore op 21 Januari in Soerabaja aangekomen. Het gezin Ver boon (vroeger Soerabaja) werd ver blijd met de geboorte van een zoon. De familie v. d. Post (Soerabaja) werd 12 Februari j.l. verrijkt met een dochtertje, Jenny.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1951 | | pagina 10