Cambrinus en Pluvius 14 ontmoeten elkaar bij een glas bokbier Vrijdag 1 December 1950, de eerste dag van het nieuwe bokbier, was voor Amsterdam een bijzon dere dag, daar voor het eerst sinds 12 jaar weer een bokbierfeest georganiseerd werd door het Rem- brandtsplein-Ccmité in samenwerking met de Am sterdamse Brouwerijen. De onvermijdelijke bokbieroptocht was van grote allure, maar het meest interessant was wel de stille strijd tussen Cambrinus, die als carnavalsfiguur in de optocht werd meegevoerd, en Pluvius, die met regenwater het bierfestijn trachtte weg te spoelen. Zoals gewoonlijk won het bier. De enige concessie aan de zijde van Cambrinus was, dat hij zich per autodak in plaats van per mankracht voortbewoog. In dit weer kon geen mens de reus op zijn schouders staande houden. Het feest werd er niet minder door, de reuzen- bok (bemand met twee brouwersknechten) en de acht pages met bokkekoppen zorgden ervoor dat het publiek zich niet verveelde. Zes brouwerswagens zwaar beladen met fusten, verlicht met honderden lampen, versierd met groen, vlaggen en linten en getrokken door 6x2 fiere brouwerspaarden, vormden een indrukwekkend brouwerij-element in de stoet. Voor de vrolijkheid werd gezorgd door de Tram harmonie en de „Kikvorsen" speciaal voor dit feest overgekomen uit den Bosch, de stad waar men van feesten iets afweet. Bij gebrek aan bokken uit de Haarlemmermeer (waar blijven die beesten) liepen er zeer fraaie bok ken uit Artis, waaronder de beroemde Kees de Bok, in de feeststoet mede. Het geheel werd omzoomd door 50 fakkeldragende studenten en besloten met een praalwagen van het Rembrandtsplein-comité. Nadat aan de studenten-sociëteit aan de Sarphati- straat onder luidruchtige toespraken en wilde adhaesiebetuigingen van de zijde der studenten, twee vaten bokbier waren aangeboden, ging de optocht verder naar het Leidseplein om hier opnieuw te stoppen teneinde de K.L.M. vier dozen bokbier aan te bieden ter verzending naar Zuid-Afrika, het stamland aller bokken. Wij laten nu de optocht verder door Amsterdam trekken om u nog iets te vertellen over de extra attractie aan dit feest verbonden. Op het Rembrandts- plein stond gedurende 5 dagen een zeer groot glas (erfenis van de Horeca tentoonstelling) opgesteld. Het publiek moest raden hoeveel liter bokbier dit glas kon bevatten. Van de duizenden inzendingen was er slechts één, een eerzaam Amsterdams bouwkundige (kennelijk met een goed timmermansoog) die de juiste inhoud, 2097 liter, raadde. Hij is op het moment dat u dit leest reeds met zijn vrouw .teruggekeerd van de 4-daagse reis naar Parijs „met attracties" en voetbalwedstrijd Holland Frankrijk. Inderdaad een groots bokbierfeest, een feest waar een God door een Koning werd overwonnen, want hoe Pluvius zijn best ook deed om het beste bier met water te verdunnen, Cambrinus bleef onbetwist de heerser en toen wij om een uur of zo het ons zo dierbaar Rembrandtsplein verlieten, was Pluvius reeds lang vertrokken, zich bewust van het feit dat niets het van bokbier kan winnen. Ti.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1950 | | pagina 14