15 JBILARISSEX J. M. AMM Amsterdam, kuiper, 25 Augustus '50 25 jaar. J. DE RIJK A'dam, hulp-bankwerker 2 September '50 ?5 jaar. F. C. J. STJ2ENIIORST Rotterdam, controleur, 3 September '50 25 jaar. VAN OVER ALLES Sommige denke, dat ik me gegrepe voelt. Weet U werom? Omdat de redaktie niet geschaaft heb an me vorige stukkie- En dat hadde ze belooft. Ben jij der effe ingetippeld, zegge ze. Ik heb die lui es angekeke. En toen heb ik ge- vraagt of ze dachte dat de redacxie geen héére ben nen. Geen heere alleen met een hoed, maar van binnen bedoel ik. Netuurlijk hebbe me van te vore gekonfeereert. Wij srijvers doen dat so (hoe fin U mijn: srijver?). Enfijn, mijn stukkie is geplaast ook. En daar ben ik over in me zas en helemaal niet gegrepe. Ik schaam me niks dat ik van me twaalfde jaar me hande uit de mouwe heb gestoke. Ik had geen tijd voor studie in die dage. Maar alles wat ik heb (en je mot es komme kijke bij mijn en Koba thuis, fijne spulle en een lekker flessie bier voor as U dorst hep!) is met me eigen handen verdient. En kenne alle rnense dat segge? Ik seg maar so, die sit. Ik serijf nou maar een kort stukkie, want ik heb het tog zo merakels druk op de brouwerij. As een klein baassie. Iedereen lus eencens weer bier. Der is nou een koppie van een vrouwspersoon voor de café's en der staat op: ook een biertje? 't is best- Me soon Piet praat wel es over een moordgriet maar dat is er één. Om te soene. Haas so lief as Coba toen ze jong was. En nou drinke ze netuurlijk nog eens so graag der pilsie as in een saak die schat hangt. Coba heb se nog nie gesien, die komp ook haas nooit in een saak. Kan ook nie want met de kin deren en de was is het altijd druk. En naaie en so en voor der moeder. Alleen af en toe een bioskopie. Me sagge de Sird Man. Ken U die film? Haas ieder een op de brouwerij heb em gesien. Prachtig hè? Ik krijg der een aandoening van zee Koba en gelijk had ze. Met dat lietje en so. Maar ik hou der mee op want het was vanavend Weer laat op de brouwerij en nou hoogste tijd voor de koets. O ja, het mog toch, dat van vorige keer, Piet en se meissie zamen met vakansie, het was voor manne en vrouwe net als jeugherberge. (Wat een raar woord toch herberge, 't benne toch geen kroege). Ze hadde mooi weer omdat het niet de bouvakarbeiders- week was. Adie GERRIT! LAATSTE NIEUWS VAN HET AHOY'-FRONT Op instigatie van onze directie vereerde Vorst Karol van Venray op 10 Augustus Oud-Rotterdam met een bezoek. In het gevolg van Zijne Hoogheid merkten wij op Prins Jan en de elf Raadsheren, als mede een aantal leden van de Hofhouding en de onafscheidelijke hofnar. Jhr. Feith viel de eer te beurt te worden benoemd tot Commandeur in de Orde van de Peelhaas met de strikjes. De versierselen (vergezeld van een grote Limburgse vlaai) werden Jhr. Feith door Vorst Karol persoonlijk op het Hof van Weena in Oud-Rotterdam uitgereikt. Een zelfde onderscheiding viel de Burgemeester van Oud-Rotterdam ten deel. DE GROTE ONBEKENDE DE onve««,TÏO<?3ARE B'ERrje fteNEER 15 wcer etst

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1950 | | pagina 15