EXCURSIES EN EXCURSIES 14 ii. Er zijn gezéllige excursies. Excursies waarbij men voelt, dat er belangstelling is voor het product en de wijze van vervaardiging. En waarbij de belangstellenden zich in de raadskelder als een stel „toffe jongens" (in de goede betekenis van het woord) gedragen, uiteraard onder het genot van het beste bier, dat ter wereld ge brouwen wordt. Een vorige maal beschreven we zo'n gezellig gezelschap. Maar het komt ook voor, dat de rondgeleiden eerlijk gezegd geen interesse voor de bierfabricage vermogen op te brengen en plichtmatig meesjokken, om dan later met een verveeld' gezicht in de raadskelder te vragen „of er alleen maar bier te krijgen is hier". Tja, dan fronst een excursieleider wel eens even de wenkbrauwen en wie zou hem dat kwalijk nemen? En wat zou men. denken van een gezelschap scholieren, voor wie brouwerijbezoek uiteraard een vrije middag betekent en die hun jeugdige onstuimigheid dus ook iri de fabriek van het edele gerstenat uitleven? Daar heeft de „chef de réception" soms heel wat mee te stellen, vooral als de begeleidende onderwijskracht z'n discipe len niet goed baas weet. Want wat ze onderweg soms uitvoeren: ,,daor stao je verstaand bij stijl" zoals Merijn- tje Gijzen het uitdrukte. We hebben het beleefd dat twee jongens elkaar in hun overmoed over de rand van de kiembakken duwden en in de ontkiemende gerst terecht kwamen. Sterke handen moesten er aan te pas komen om ze uit hun benarde positie in de diepte te bevrijden. Een andere keer is een grappenmaker zo vriendelijk om „eens aan een knopje te draaien", waar door het hele gezelschap in het duister staat en angstige dames visioenen krijgen van „volvettersspoken" e.d. Maar dat zijn alles gelukkig slechts uitzonderingen; de prac- tijk leert, dat vrijwel al onze gasten zich uiterst correct gedragen. Dan zijn er nog degenen, die er „een daagje" van maken en, de juiste volgorde veronachtzamend, de brouwerij bezoeken na een voorafgaande bezichtiging van een distilleerderij. De gulheid der branders kennen de, zal men zich kunnen voorstellen, welk een zwaar corvee excursieleider en gasten in een dergelijk geval te wachten staatNeen, dan is het maar betar 's morgens een havenrondvaart of grachtentoer te maken en het brouwerijbezoek op het middagprogramma te projecteren. En wanneer dan 's avonds Damstadt of Oud- Rotterdam aan de beurt komt, dan kan men er zeker van zijn, dat de deelnemers u later schrijven: Het was een bijzonder interessante tocht, vermoeiend, maar oer gezellig. Tot slot nog een toelichting bij de foto: Een gezelschap Zweden die vanwege de Rode-Kruishulp in 1945 altijd een streepje voor hebben in Holland bezocht onze brouwerij te Rotterdam. Deze Zweedse Marine-mensen maakten deel uit van een eskader, dat ter gelegenheid van Rotterdam-Ahoy' de haven bezocht. Een oud-afnemer, de heer Lagerlöf, en de Zweedse predikant in Rotterdam traden als tolk op. Beiden waren vergezeld van hun echtgenoten en verklaarden zich gaarne bereid, samen met de Zweedse matroosjes te poseren voor ons kan toorgebouw. Op het bordes, in civiel, de excursieleider, de heer Deen.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1950 | | pagina 14