11 diep in de nacht en, toen de anderen de volgende dag informeerden, waar ze over gesproken hadden, bleek het over „la guerre" te zijn, het enige woord, dat de Duitser en de Engelsman van elkaar verston den, omdat ze beiden in Frankrijk hadden gevochten. Malayan Breweries Toen ik aan de beurt kwam in 1937, was men dus nog niets opgeschoten. Een, verdere moeilijk heid was, dat de Heer Weller als Duits Brouw meester zich niet erg voor Stout interesseerde en in dat opzicht niet veel steun verleende. Niettegenstaande dat, werden de experimenten doorgezet en na het vertrek van Weller in 1938 werd het eerste Stout op de markt gebracht ,en hoewel wij toen ver achter waren bij Lion, was de situatie toch zo, dat, toen wij einde 1940 de A.B.C. over namen, het Tiger Stout zich al een vaste plaat.s o,p de markt veroverd had. Ondertussen hadden bij de M.B.L. verschillende uitbreidingen plaats gevonden, voornamelijk kelder uitbreidingen. Hiervoor kwam steeds dezelfde mon teur over, die dus Singapore op z'n duimpje kende, hoewel hij vrijwel geen woord Engels of Maleis sprak. Maar hij kon zich uitstekend verstaanbaar maken aan de voorman van de ploeg Indische werklui, die voor hem werkten bij het installeren van de tanks. Grim mer sprak dan Duits en Hamid Indisch, maar ze wis ten, waar het om ging. De eerste keer kwam Grimmer met een splinter nieuwe hoed in Singapore, die hij speciaal voor de gelegenheid had gekocht. Tijdens een ietwat losban dige avond verspeelde hij dit hoofddeksel. Bij terug keer in Duitsland stond de hoed op zijn declaratie, maar werd niet vergoed. De tweede keer kwam Grimmer zonder hoed en bij terugkeer stond, er geen op de rekening. Toen de kassier hem vroeg, of er weer een hoed op stond zoals de vorige keer was 't antwoord: „Er staat geen hoed op, maar er zit wel een hoed in". Een andere Duitse monteur was Quadbeck van Holstein Kappert. Deze kwam hier voor de mon tage van de nieuwe bottelarij colonne in 1935. Hij woonde in een van de zgn. Brouwerij flats, de wonin gen door de brouwerij gebouwd voor het Europees personeel. Deze flats bestaan uit drie verdiepingen met een centraal trappenhuis en twee woningen op iedere verdieping. De deuren zijn allemaal gelijk. Dus op een avond, toen onze vriend Quadbeck wat laat uit de stad1 terug kwam, opende 'hij de verkeerde deur en stapte de verkeerde flat binnen. Daar vond hij de bewoner, een Engelsman, die achter zijn laat ste nightcap in de vorm van een whiskey-soda zat en werd prompt voor een „drink" uitgenodigd. Ze hebben een heel geanimeerd gesprek gevoerd tot SINGAPORE Juni 1950. Babylonische spraakverwarring. Eindelijk is dan ook hier het Aprilnummer van „Vers van het Vat" verschenen, niet geheel vers meer (27 Mei). Er werd al voor wilde gisten gevreesd en boze tongen mompelden al van Kaamgisten, maar het was allemaal de schuld van het m.s. „Oranje", dat iets met zijn koelwater had, (komt dus niet alleen voor op brouwerijen) en daardoor 14 dagen te laat binnen kwam. Het werd ons ter hand1 gesteld in de gezellige ontvangzaal der „Malayan Breweries", kort weg „de Bar" genoemd,, waar de H.B.M. Staff der Singapore brouwerijen trachtte een reprise te geven van „Hoog het Glas!" (zie Aprilnummer), na afloop der jaarlijkse vergadering van de „Breweries Sports- club". Het eerste nummer werd druk besproken, het enthousiasme was groot, men moest wat schrijven. Maar wat? Laat ik dan, daar er in „Vers van het Vat" toch een grote plaats aan het sportleven wordt ingeruimd, maar eens schrijven over de eerste jaarvergadering van de „Breweries Sportclub" der Singapore brouwerijen, waarschijnlijk de meest internationale club ter wereld. Lach niet, waarde lezer, want dan kent gij Singapore, de smeltkroes van het Verre Oosten, nog niet. Daar zaten ze dan, in de Bottelarij op bierkisten broederlijk dooreen: Maleiers, Javanen, Chinezen (Kantonnezen, Hokkiens en Hylams), Indiërs (Ta mils, Malebaren, Ceylonnezen en Muslims uit Pakis tan) in een harmonie alsof er geen „United Nations" bestaat. De vergadering werd geopend, door de President de Heer Wanchers, die in z'n beste Maleis een ieder hartelijk welkom heette en de 'hoop uitsprak dat de Sportclub nog vele jaren zal blijven bestaan en een activiteit ten toon zal spreiden zoals zij dat in het afgelopen jaar had gedaan. Verder verklapte hij dat de „Board of Directors" met veel interesse de ver richtingen van de Club had gevolgd en besloten had om een jaarlijkse donatie van 500 te schenken. Daarna was het woord aan de secretaris met het jaar verslag. Toen, kwam ons aller toeverlaat Nadaisen (Chief Clerk der A.B.C.) in z'n functie van Hono rary Treasurer aan het woord met het financieel ver slag. Hij deed dit op zijn gedegen manier, in een, ik Zou. het bijna literair Engels kunnen noemen. Hierna gaf hij een vertaling van het geval in het Maleis voor 'hen die het Engels niet voldoende meester zijn. (Vie toen dacht, dat het hiermee gedaan zou zijn, had buiten de waard, in casu de Tamils gerekend. Deze mensen, afkomstig uit het voormalige Brits-Indië, nu India, maken voor een groot gedeelte de bevol king uit van onze brouwerijen alhier, en spreken een taal, die in mijn gehoor bestaat uit alleen maar Rrrr's. Zij zijn al'len wel het Maleis meester maar zij von den, dat een dergelijk belangrijk verslag ook wel in hun taal voorgelezen kon worden. Wie gedacht had dat hiermee een probleem geschapen was, kent Nadaisen nog niet; die schudt vertalingen zo maar uit zijn mouw. Nadat ook deze minderheid tevreden gesteld was kon het programma verder afgewerkt worden. Er werd o.m. besloten om, daar voetbal tot dusver de hoofdschotel is, ook wedstrijden in

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1950 | | pagina 11