EEN NETELIG VRAAGSTUK
Het bier
8
Aan Redactie „Vers van 't Vat":
In het wonderbare en wereldberoemde bloemenpark
welke NEDERLAND als welkomsttapijt bordeert,
is nu eenmaal een nieuwe jwweelbloem opgeschoten,
een bloem welke in vorm en geur aan hemel-
klimmende Hop en aan weeldrige Gerst doet denken.
Bezaait met rijke bellen van het zo pittig Hollands
humour, gemengd met onvertaai- en onvertolkbare
gemoedelijkheid, zo is ze bij ons aangeland in haren
kenschetsenden pot: een vat, en wel een biervat, met
merk H.B.M. en onder den naam van: VERS VAN
't VAT.
Die bloem heten we van harte welkom en lang
leven!
Mochten we, binst jaren en jaren haar aroma onder
den neus krijgen, en ons ook heelemaal laten door
dringen van haar broederlijken en opwekkenden
sjeer-geest. Dit is ons innige wens.
(en mocht er ook eendaags, in Brussel,
een rijke scheut van uitspruiten
PERSONALIA.
Ir van Goor, van wie wij in het vorige nummer
meldden dat hij naar Singapore en Soerabaja was ver
trokken, is inmiddels weer in Rotterdam aangekomen.
Op de terugweg is hij enkele dagen in Cairo over
gebleven.
In verband met het inbedrijfstellen van een nieuwe
bottelarij-colonne te Soerabaja is Ir Tijssens op 10
Mei via Cairo en Singapore naar Soerabaja ver
trokken.
Ten vervolg op zijn kort verblijf in de Franse
brouwerij, waarover wij in het vorige nummer schre
ven, zal de heer Ulenberg begin Juni met zijn gezin
voor enkele maanden naar Frankrijk gaan om in op
dracht van onze directie daar verder advies te geven.
Jhr O. Wittert van Hoogland, administrateur-délé-
gué (welke functie overeenkomt met die van direc
teur) te Cairo komt op 23 Juni a.s. voor een verlof
van plm. 7 weken naar Nederland.
Van de heer B. de Jonge vernamen wij inmiddels,
dat hij zijn verlof niet in Nederland doch in Zuid-
Afrika zal doorbrengen.
De plaats van de heer Mulder te Soerabaja zal in
genomen worden door de heer A. van Berge, die
medio Juni naar Indonesië zal vertrekken. Wanneer
de heer van Berge ingewerkt zal zijn, zal de heer
C. W. v. d. Griendt weer naar Amsterdam terugkeren.
De heer G. P. H. van Elswijk, onze chef-machinist
te Lagos, komt op 2 Juni met verlof naar Holland.
Ook de heer C. Koopman, kelderbaas te Soerabaja,
komt met verlof naar Nederland; hij vertrekt op 10
Juni. Tijdens zijn verlof wordt hij vervangen door de
heer J. A. Scheuer, die inmiddels te Soerabaja is aan
gekomen.
Omstreeks 15 Juni vertrekt de heer C. G. van Meel,
bottelarijbaas, uit Lagos om in Nederland zijn verlof
door te brengen.
De familie van Wijk (Singapore) werd op 7 Mei 1950
verblijd met de geboorte van een dochtertje. Ook de
families Mulder en v. Berge (Soerabaja) werden on
langs verrijkt met een dochter; de heer Mulder op 29
April, de heer van Berge op 14 Mei.
De heer L. van Munching, zoon van onze bekende
agent te New York, verblijft_op het ogenblik te Rot
terdam, waar hij in ons bedrijf als volontair zijn
practische kennis verrijkt. Hij zal vermoedelijk ook
andere Europese landen bezoeken.
Wat voor complicaties het gevolg kunnen zijn van
de kleurstof die moderne vrouwen op haar lippen
aanbrengen weten velen. Ook zij, die zo gelukkig
of ongelukkig zijn persoonlijke ervaring te missen,
zijn met het onderwerp vertrouwd door film, hoor
spel, literatuur of conversatie.
De meeste bierdrinkers echter zal het onbekend
zijn, dat de vrouwelijke neiging tot verfraaiing van
haar mond een funeste invloed kan hebben op de
kwaliteit van een glas bier.
Aan een belangwekkend artikel in het Zwitserse
tijdschrift „Die Hotelrevue" onder het opschrift „Wie
sollen Bierglaser gespült werden?" ontlenen wij het
volgende:
„Wie wird nun das Bierglas vor allem beschmutzt?
Beim Trinken hinterlassen die Lippen einen leicht
fettigen Ansatz, der manchmal kaum sichtbar
ist. Wird Bier zu Speisen, im besonderen zu fett-
haltigem Essen, getrunken, so ist dieser Ansatz
natürlich starker. Auch Abdrücke von geschmink-
ten Lippen verursachen fettige Anschmutzungen,
da Lippenstifte auf fettbasis hergestellt werden.
Fett jeder Art haftet fest am Glas."
Duidelijk wordt ons dus, dat het lippenrood vet
stoffen bevat, die het bierglas verontreinigen. Wij
weten wat het gevolg is: het schuim slaat neer en
het bier verliest zijn aanlokkelijk uiterlijk. Deze
aangelegenheid grijpt dieper in het maatschappelijk
bestel dan men op het eerste gezicht zou vermoe
den. Aan de diepzinnige lezer dringt zich een groot
aantal vragen op:
Als de geschminkte mond de glasrand vet maakt,
veroorzaakt hij dan ook „Anschmutzungen" op de
lippen die hem beroeren en zo ja, is het dan ver
antwoord, dat een liefhebber van een goed getapt
glas bier een „gestifte"dame kust voordat hij zich
aan eerstbedoelde liefhebberij overgeeft of ver
dient het aanbeveling deze liefhebberij aan het
liefhebben vooraf te laten gaan?
Na welk tijdsverloop zijn de desastreuze gevolgen
voor het glas bier verdwenen?
Weegt de geïncrimineerde daad op tegen de be
straffing met een onaantrekkelijk glas bier?
Wat prevaleert, het aanlokkelijk uiterlijk van
het bier of dat van de vrouw?
En zo zouden we eindeloos kunnen voortgaan.
Het personeelsblad echter, dat het juiste ant
woord weet voor elk probleem, lost dit netelige
vraagstuk op door hun die het aangaat met klem
te adviseren: verlangt Uw bier voortaan in een
stenen kruik!
in het begin van de zeventiende eeuw
In een oud boek vonden wij een beschrijving ven
de winter van 1617 en citeren daaruit:
„Gedenckwaerdigh is oock de koude, welcke dit
jaer gheweest is, die deur vel en vleesch passeerde,
en begon met den achtsten December en duurde om
trent 24 weeken tot den 18 Maart, als de Rivieren
ende Wateren met ijs beslooten waren, men liep op
de Zuyder-zee met paerden en sleden, groote be-
naeuwtheyt veroorsaeckte haer langduurigheyt, om
dat er geen Granen, noch Garst Hop noch Boek-
weyt waren, ja dat meer is, Turf, Hout en Kolen
ghebrack er oock om bier te koken: soo dat in 't
Noorderquartier, steden ende vlekken op de platte
landen deur gebreck van Bier, de lieden genoot-
saeckt waren water te drincken!"
Garst gerst.