3
goot en Jakobsladder naar de top van het gebouw
getransporteerd. Daar komt het eerst in een poets
machine, die vreemde bestanddelen, kaf deeltjes en
stof verwijdert en vervolgens in een moutmolen, die
het tot moutmeel vergruizelt. Dit moutmeel belandt
door een stortpijp in de eerste ketel van het brouwhuis
De 3e foto geeft een mooi beeld van deze zgn. beslag-
kuip van de installatie te Amsterdam. Het moutmeel
valt door de dunne pijp en wordt aan de ingang van
de ketel vermengd met warm brouwwater, zodat het
als een meelpap in de ketel loopt, waarin een roer-
wenk voor een goede vermenging zorgt.
De kunst is nu om dit beslag over te laten gaan in
een heldere oplossing, een zoetige vloeistof, die later
in de gistkelder zal vergisten.
Een tweede ketel dient om een klein deel van het
beslag aan de kook te brengen, welk deel weer te
ruggepompt wordt bij de hoofdmassa, die dan plotse
ling in temperatuur stijgt. Het brouwschema geeft aan
op welke temperaturen en over welke tijden telkens
een rust gegeven wordt om alle omzettingen te
bewerkstelligen.
De oplossing bevat echter altijd nog het kaf van
de gerst, de zgn bliezen, terwijl ook een deel van de
eiwitstoffen niet in oplossing gaan, maar in de vloei
stof blijven zweven. Deze onoplosbare bestanddelen
moeten worden verwijderd. Daartoe dient de kla-
3. Beslagkuip Amsterdam foto Andriesse)
4. Lekbak foto van Dijk)
ringskuip, die hoger geplaatst is dan de overige ketels
en een fijne geperforeerde vlakke bodem heeft, waar
op men alle onopgeloste stoffen rustig laat bezinken
tot een dikke brei. Deze brei vormt de zgn bostel,
een bijproduct, dat gretig aftrek vindt bij de vee
houders als voedermiddel.
De vloeistof trekt door de bezonken bostel en loopt
dan door de geperforeerde bodem naar een aantal
pijpleidingen, die uitmonden in de lekbak, waar men
controleert, of alles helder doorloopt.
Deze lekbak heeft een afvoer naar de lager ge
plaatste bierketel, waarin tijdens dit filtreren alle
heldere vloeistof weer verzameld wordt. Onder toe
voeging van hop wordt het brouwsel goed doorge
kookt. Behalve een steriliserende werking geeft dit
koken met hop de pittig-bittere smaak zonder welke
een glas bier alle aantrekkelijkheid mist.
De hop bestaat uit gedroogde bloemen van de hop
plant, die een geel aromatisch poeder bevatten, waar
aan deze plant zijn onschatbare waarde voor het
bier ontleent.
In deze bierketel ook werpt de fiscus zijn schaduw
op het schuimende moutnat; hij onderzoekt dit op het
gehalte aan moutextract, meet het volume en heft
de accijns, die per brouwsel verscheidene duizenden
guldens bedraagt. Vergeet U echter niet, dat een
brouwsel 350450 hl groot is, zodat het meer dan
100.000 liefhebbers hun onmisbare glas pils zal ver
schaffen.
Maar vóórdat dit eindpunt bereikt is, moet
de hete vloeistof, zoals die de ziederij verlaat, nog
vele bewerkingen ondergaan. Succes is slechts mo
gelijk als in het brouwhuis de grondslag wordt ge
legd door een nauwkeurig geleid brouwproces, juist
aangepast aan de grondstoffen en zuiver afgestemd
op het einddoel: een houdbaar bier, mooi van uiter
lijk en goed van smaak!
Bt.