VAN OVER ALLES 15 K. K. V. HOFFEN R'dam, afd. loonadm. 1 Mei 1950 - 25 jaar K. HARTOG A'dam, timmerman 2 Juli '50 - 25 jaar Mej. A. H. E. VEENENDAAL R'dam, afd. postkamer 1 Mei 1950 - 25 jaar C. LUSINK Amsterdam, molenaar 19 Mei 1950 - 25 jaar H. D. KRIESCH R'dam, afd. magazijn 18 Juni '50 - 50 jaar M. NEUFELD R'dam, voorman-kuiper 30 Mei 1950 - 25 jaar C. SPRUYT R'dam, afd. expeditie 25 Mei 1950 - 25 jaar J. v. d. VAJLK Lzn R'dam, afd. bottelarij 15 Mei 1950 - 25 jaar P. VUNDERINK A'dam, vertegenw. 15 Juni '50 - 25 jaar J. A. V. BEEK R'dam, auto-monteur 15 Mei 1950 - 25 jaar As het mag zou ik ook wel es wat wille schrijve in Versch van 't Vat. 'k Dag eers, het zal wat weze! Maar het viel me nog mee, sommige dingen dan. Dat eerste stukkie was mooi, ik heb Meneer Heineken nooit zo goed gezien as op dat plaatje en die plaatjes achterin ware ook leuk, die jubellarisen. En op 't end over het leve in de brouwerij, dat was ete en drinke. De Schouwburg was niks voor mijn; misschien wel es voor een keertje, maar zo'n abbone- ment is een rip uit me lijf of liever van Coba, want die gaat over de sente. Me zoontje Piet hep zitte leze van de eeste, maar Coba had meer lol om dat plaatje met die negerin en de meheer uit Carasau. En Piet gaat nou naar de wielerbond over zo'n kamphuis. Hij zal vrage of ze meissie mee mag naar dat huis, maar 't zal mijn benieuwe wat of dat ze zegge. Voor de fatsoendelijk- heid, snap u. Der mosten meer stukkies in staan as van die Zwit serse juffrouw in Rotterdam, dat was lollig; reken maar dat die hem lust hoor, die dat geschreven hep (u weet wel dat stukkie met dat sterretje van ondere). Kleine Kobussie zij wat een cluppe benne der op de brouwerij en hij vroeg of ik nie in 't bestuur zat, want der wazze der zoveel. Ik hep gezeg, jonge, zee ik, je vader is pas een jaar of twintig an de brouwerij en altijd bescheie. En voor een clup voel ik niks. Maar hij wou wel in een clup en as ik later ook an de brouwerij ben, gaan ik derin, zee die. Mijn zegen hep tie. Over van buiten hep ik ook geleze; dat was zo gezegt interlektueel en dat mag ik wel. Ik begrijp dat nou best van al die landen, maar het mot voor die meneer Negervecht een hele toer zijn om het allemaal uit mekaar te houe. Nou ja, dat zit wel goed an het end van de week. Ik hep genote van die kampioene van de brouwerij, want een mens hep nou eenmaal z'n ponteneur en as het slecht gaat met Heineken dan is dat zo gezegt een scheut in me rug. Ik wou dat er maar gou weer een niew blad kwam dan stuur ik dit stukkie in en de redaksie zal wel schaave hebbe ze gezegt. Nou dat zal wel motte ook want het is een 30 jaar geleje, dak van school kwam. Affijn, ik hoop gou op weer een blad en as mijn stukkie der dan in sta dan za je es zien wat een blad ofdat word. Zó'n blad! Achtend teken ik die zich noemt GERRIT.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1950 | | pagina 15