EXCURSIES EN EXCURSIES
14
Brouwerijen vormen in het algemeen een geliefd
object voor een bezichtiging. Ik ben er nog niet achter
of dit veroorzaakt wordt door de intense belangstel
ling voor de vervaardiging van ons heerlijk gerstenat
dan wel door de grote gastvrijheid, die de brouwerijen
doorgaans aan de dag leggen. Want hoe gaat het als
men de zware tocht over graanzolders, langs bier
tanks, door machinekamers en langs indrukwekkende
bottelcolonnes achter de rug heeft; men valt dan
vermoeid van kruin tot teen op de (eenvoudige)
stoelen van een (eenvoudige) raadskelder neer en
heeft dan doorgaans nog slechts één gedachte: Waar
blijft m'n verdiende beloning voor dit zware karwei?
Met die beloning is onze directie vast niet karig
en het bedienend personeel geen fooien alstublieft
zeker niet traag, want voordat uw benen gestrekt
zijn onder de (eenvoudige) tafels staat er een heerlijk
glas Heineken's voor u met een schuimkraag waar een
ouderwetse rijksdaalder op blijft liggen (probeert u
het maar, als hij er door zakt hebt u hem er niet goed
opgelegd).
En dan komt in die allersimpelste omgeving de
gezellige sfeer vanzelf mét het bier. Zitten wij op ons
kantoor over onze papieren onze honderden, dui
zenden, millioenen, telkens weer terugkerende pa-pie
ren gebogen, of sjouwen wij vat 21320 69 pils
over de plaats, dan hóren wij het derde glaasje
serveren. Op dit moment nl. begint de stugge Hol
lander aan zijn eerste lied iets wat de gemoedelijke
Brabander reeds een glas eerder gedaan heeft en
wanneer zo aan het eind van het gezellige napraatje
het vierde glas geledigd is, klinkt het „Daar zijn de
appeltjes van Oranje weer" met een élan, of ons Brou
werskoor dit lied ten beste gaf.
Maar, er zijn excursies en excursies. Wij hebben
gasten, die Polar prefereren en anderen die één glaasje
Pils beschouwen als de uiterste limiet waartoe zij
gaan kunnen. Andere gasten zien na het vijfde glas
nog met verlangende ogen naar des tappers handen,
of hij de kraan niet haast weer in beweging zet. Deze
biertrek is niet aan landaard gebonden. Fransen, Bel
gen, Zweden Engelsen, Zwitsers, Amerikanen, zij wa
ren allen dit jaar reeds te gast in onze raadskelder
en zij hebben de smaak van ons product (lager, zoals
men in de Engels sprekende landen ons pils noemt)
te pakken gekregen. En voorzover zij het nog niet
wisten zijn zij na afloop van een bezoek allen over
tuigd van onze leuze: „Heineken's, world's finest
lager beer".
Landgenoten in den vreemde kennen onze naam
evengoed als de Amsterdammers en de Brabanders,
dat bleek ons weer bij een excursie van een groep
gerepatrieerde militairen. Heineken leefde mee met
de jongens overzee, maar de jongens in Indonesië
evenzeer met Heineken. Want ook daar ging telkens
de grote voorkeur uit naar Heineken. De jongens van
2-12 R.V.A. vertelden het ons en zij vertelden nog
veel meer. Van moeilijkheden daarginder en van ple
zier, vaak rauw plezier, dat weinig geschikt was voor
kuise oren. Maar wat ons bij al die verhalen onder
een gezellige pot bier zo opviel, was de goede geest
onder deze kerels, die na drie jaren tropen dienst niet
als een stel kankeraars, maar als een ploeg goede
kameraden terugkeerden, die stuk voor stuk bezield
waren met de gedachte opnieuw te gaan bouwen en
van het leven te maken wat er van te maken valt.
Hun liedjes echte soldatenliedjes, ook van Aruba
en Bonaire en Curagao waren om van te smullen.
Hebt u zelf ook gediend in de Oost of is uw jongen
er geweest? Dan zult u ook het lied kennen, dat ein
digt met de trotse betuiging te dienen: „de Koningin
der Nederlanden".
Er werd nog meer gezongen. Onder anderen het
Heineken's bierlied, dat velen van onze lezers mis
schien niet volledig bekend is en waarvan wij twee
coupletten en het refrein hier laten volgen:
Er gaat een naam van mond tot mond
De grote, wijde wereld rond.
De naam, die Holland's roem zal blijven sieren
In iedere rang, in iedere stand,
In Holland en in 't buitenland,
Daar kent men Heineken's beroemde bieren,
Waar of men op de wereld komt,
In Zuid of Noord of West,
Daar zegt men: „Man, drink Heineken's,
Dat bier is opperbest!"
De Papoea, de Hottentot,
Zij zijn op Heineken's verzot,
De Engelsman, die laat het zich ook smaken.
Ik zag een Griek en een Javaan
Met tranen in hun ogen staan,
En zelfs een Beier in vervoering raken.
Men zegt: „Als je niet roken kan,
Dan bij je ook geen vent".
Maar ik zeg u, het is geen man,
die Heineken's niet kent.
Heinekens' Bieren, dat is toch je dat;
Lekker geschonken vers van het vat.
Heineken's Bieren, heerlijk voor de dorst
Op snikhete dagen en tien graden vorst.
En dan niet te vergeten het:
Bier, Bier, Heinekens Bier,
Enis de leverancier
(in te vullen naar verkiezing en te zingen op de wijze
van Trink, trink, Brüderlein, trink) dat op klonk na
het vijfde of was het 't zesde? glas.
Er volgden nog vele sterke verhalen en vele
grote glazen maar de inwendige mens vroeg om
een rijsttafel en dus werd een Chinese „tent" opge
zocht om na een kopje koffie van een heerlijke nasi
goreng te genieten, natuurlijk besproeid met een voor
treffelijk glaasje Heineken's („la perfecta cerveza",
zoals onze Spaanse schone zegt).
Er zijn excursies en excursies. Och, waren alle gas
ten zo van goede wil, zo vol belangstelling, maar ook
zo vol eerlijke gezelligheid, het leven eens excursie
leiders ware te benijden.
Er zijn echter ook wel eens problemen, waar de
haren van te berge rijzen. Maar daarover een vol
gend maal.