waardoor in een aantal landen de verkoop van
standaardbier, ook wel aangeduid als
'mainstream', onder druk staat. In Europa was in
1996 sprake van een lagere bierconsumptie in
vergelijking met het voorgaande jaar. In Azië en
Zuid-Amerika vertoonden de markten opnieuw
een krachtige toename, zij het dat het groeitempo
lijkt af te nemen. Het voor ons zo belangrijke
premiumsegment is in de zich ontwikkelende
markten nog gering, terwijl alle internationaal
opererende brouwerijgroepen zich ook op deze
groeimarkten richten.
De omzet steeg met 20,2% tot ƒ12.189
miljoen, waarbij het bedrijfsresultaat met 0,6%
toenam tot f 1.012 miljoen. De nettowinst kwam
uit op ƒ655 miljoen tegen ƒ664 miljoen in 1995.
De stijging van de omzet hing voor driekwart
samen met nieuwe consolidaties en was voor het
overige het gevolg van per saldo positieve effecten
van veranderingen in de wisselkoersen, hogere
verkoopprijzen en een gunstige verschuiving in
de samenstelling van de omzet. In Europa daalde
- exclusief acquisities - het afzetvolume, welke
daling niet volledig kon worden gecompenseerd
door de stijging van onze export en de activiteiten
buiten Europa.
De daling van de nettowinst was het gevolg van
positieve en negatieve factoren. Positief was voor
al de gunstige ontwikkeling van het verkoopvolume
van het merk Heineken. Daar stond tegenover dat
de totale kosten van grondstoffen en verpakkings
materialen stegen en de concurrentie toenam,
vooral in Europa; hierdoor konden de gestegen
kosten slechts in beperkte mate in de verkoop
prijzen worden doorberekend. De druk op de
marges bleef overigens beperkt dankzij onze
sterke positie bij de verkoop van premiumbier.
Andere factoren waren de kosten van integratie
en hogere financieringslasten als gevolg van de
acquisities en hoge investeringen. De ontwik
keling van het resultaat moet voorts beoordeeld
worden tegen de achtergrond van de overwegend
ongunstige weersomstandigheden en de tegen
vallende conjunctuur in veel van onze werk
gebieden, vooral in Europa.
Strategie
De strategie van Heineken is erop gericht de
vooraanstaande positie als meest internationaal
opererende onderneming op de mondiale
biermarkt te versterken en verder uit te bouwen.
Een belangrijke pijler is het merkenbeleid, waarin
het merk Heineken centraal staat. Daarnaast zijn
van belang onze andere concernmerken Amstel
en Murphy's. Het assortiment wordt gecomple
teerd door een scala van nationale en regionale
merken. Door het aanbieden van een breed pakket
kwalitatief hoogwaardige bieren kunnen wij
inspelen op de wensen van de consumenten.
Bij de marktbewerking richten wij ons primair
op versterking van onze positie in het premium
segment, waarin de onderneming vanouds goed
is gepositioneerd. Dit beleid biedt goede
mogelijkheden, omdat de belangstelling voor
premiumbier wereldwijd toeneemt - ook in de
meer verzadigde markten - en er bovendien
betere marges kunnen worden gerealiseerd.
Kwaliteit is een integraal onderdeel van onze
bedrijfsvoering. Heineken wil op alle onderdelen
daarvan excelleren. Om deze reden besteden wij
niet alleen tijdens het eigenlijke brouwproces alle
zorg aan de bereiding van een voortreffelijk
product, maar ook in de fasen daarvoor en daarna:
'van graan tot kraan'. Zo wordt bij de inkoop het
accent gelegd op verkrijging van de beste
grondstoffen, maar ook verpakkingen, distributie
en logistiek krijgen veel aandacht.
De toenemende internationale concurrentie
en een zekere verzadiging in sommige regio's
maken het van het grootste belang dat de kosten
optimaal worden beheerst - dat wil zeggen
zonder concessies te doen aan de kwaliteit van het
product. Kostenbeheersing is essentieel om de
marges intact te kunnen houden. Dit gebeurt
onder meer door de prestaties van de verschillen
de brouwerijen wereldwijd op systematische
wijze met elkaar te vergelijken. De daaruit
resulterende 'best practices' worden voor de
verschillende onderdelen van het productieproces
toegepast. Daarbij wordt in toenemende mate
gebruik gemaakt van de vele mogelijkheden die
ƒ12.189 miljoen.
o p 655 miljoen tegen 664 miljoen in 1995.
H E I N E K
19 9 6
VERSLA
VAN DE
VAN BE
I 0
II
EN N. V.
C
RAAD
STUUR