Indien dit voorstel door de op 27 april 1982 te houden
algemene vergadering van aandeelhouders wordt aange
nomen, zal het dividend 3,50 per aandeel bedragen.
Aangezien als interimdividend al 1,50 is betaald, resteert
een slotdividend van 2,dat op 13 mei 1982 betaalbaar
zal worden gesteld op dividendbewijs nr. 21.
Financiering en liquiditeit
Het Eigen vermogen is in het verslagjaar toegenomen met
180 miljoen tot 1.584 miljoen als gevolg van:
in te houden winst conform voorstel tot
winstverdeling 70 miljoen
herwaardering 105 miljoen
verschillen tussen prijs en waarde bij
aan- en verkoop van deelnemingen, etc. 5 miljoen
180 miljoen
Aan het einde van het boekjaar was de vermogensstructuur
(in miljoenen guldens):
Schulden op lange termijn
Schulden op korte termijn
326 9
864 26
bedrag
1981
bedrag
1980
Eigen vermogen
Aandeel van derden
1.584
51
47
2
1.404
34
45
1
Groepsvermogen
1.635
49
1.438
46
Egalisatierekening investerings
faciliteiten
98
3
91
3
Voorziening voor latente belasting
verplichtingen
429
13
427
13
527
16
518
16
331 11
863 27
1.190 35 1.194 38
Totaal vermogen
3.352 100 3.150 100
Uit de balans kunnen de volgende verhoudingscijfers wor
den afgeleid:
1981
1980
Groepsvermogen
Overig vermogen
Groepsvermogen
Vast kapitaal
Vlottend kapitaal
Schulden op korte termijn
1-
0,7
1,2
0.8
0.6
Herkomst en besteding der middelen
Volgens het overzicht Herkomst en besteding der midde
len, dat op pagina 41 van dit jaarverslag is opgenomen,
bedroeg de cash flow (groepswinst vermeerderd met af
schrijvingen) in 1981 392 miljoen (vorig jaar 314 mil
joen).
Uit het werkkapitaal is 139 miljoen aan middelen vrijge
komen voornamelijk door stijging van te betalen accijnzen
en belastingen. Deze schuld was namelijk einde 1980
aanmerkelijk teruggelopen terwijl bovendien ultimo 1981
een stijging ontstond als gevolg van meer verschuldigde
belasting op de winst door verbetering van'de resultaten.
In Bedrijfsgebouwen en installaties werd 200 miljoen
(1980 327 miljoen) geïnvesteerd. Hiervan had 71 mil
joen betrekking op Nederland en 37 miljoen op Frankrijk.
In Italië en Griekenland bedroegen de investeringen res
pectievelijk 31 miljoen en 21 miljoen.
De ontvangen middelen overtroffen de bestedingen in
1981 uiteindelijk met bijna 289 miljoen.
Op het einde van het boekjaar bedroeg het saldo van liqui
de middelen en kortlopende schulden aan bankiers 120
miljoen positief (vorig jaar 168 miljoen negatief).
Het vermogen werd als volgt aangewend:
Vast kapitaal 2.322 69 2.286 73
Vlottend kapitaal 1.030 31
3.352 100 3.150 100
15