onderhandse leningen 101/4% lening, af te lossen in 15 jaarlijkse
termijnen, aanvangende 1 juni 1980, met
de verplichting het complex Zoeterwoude
niet te bezwaren 80.000 80.000
63/4% lening, 5 jaarlijkse aflossingen van
f 2 miljoen vanaf 31 december 1977, met
als onderpand gedeelte bottelarijcomplex
te's-Hertogenbosch 10.000 12.000
43/4% lening, af te lossen per 1 januari
1978, met als onderpand het bottelarij
gebouw van het complex Amsterdam
(1 e v.d. Helststraat) 1.000 2.000
43/4% lening, af te lossen per 31 december
1977, met dezelfde verplichting als bij de
5% obligatielening is vermeld 2.500 5.000
63/4% lening, 6 jaarlijkse aflossingen van
1,7 miljoen vanaf 1 maart 1978, met
dezelfde verplichting als bij de 5%
obligatielening is vermeld 10.200 11.900
8% lening, 3 jaarlijkse aflossingen van
f 1,5 miljoen vanaf 31 december 1977 4.500 6.000
81/2% lening, af te lossen in 5 jaarlijkse
termijnen, aanvangende 31 december 1981,
met als onderpand de terreinen en de gebouwen
van het complex te Schiltigheim, Frankrijk 5.220
11% lening, af te lossen in 3 jaarlijkse
termijnen, aanvangende 31 december 1981 5.220
118.640 116.900
pensioenfondsen
Op deze schuld, tegen een rentevoet
van 8%, dient jaarlijks ca. f 2 miljoen
te worden afgelost.
overige schulden
De gemiddelde rentevoet, waartegen deze
verplichtingen zijn aangegaan, bedraagt
circa 9,5%. De gemiddelde looptijd is
6 jaar.
Tot een bedrag van 7 37 miljoen zijn
zekerheden verstrekt in de vorm van
hypotheken.
SCHULDEN OP KORTE TERMIJN
Handelscrediteuren en verschuldigde kosten
273.642
286.489
Te betalen accijnzen en belastingen
168.153
139.308
Aflossingsverplichting komend boekjaar
26.245
21.291
Deposito's
25.378
21.124
Bankiers
42.811
96.599
536.229
564.811
Ten behoeve van de Ontvanger der
Accijnzen in Nederland zijn de brouwerijen
te Amsterdam (1e v.d. Helststraat) en
's-Hertogenbosch, voor zover deze niet als
onderpand dienen voor de eerder genoemde
onderhandse leningen, bezwaard met een
40