De houding van overheden en sociale instellingen in en buiten Nederland tegen over alcoholhoudende dranken vraagt in belangrijke mate onze aandacht. Bij de pogingen om overmatig gebruik tegen te gaan worden ten onrechte mis bruik en gebruik steeds vaker aan elkaar gelijkgesteld. Naar ons oordeel is een dergelijke bestrijdingswijze onjuist en kan daarin aantasting van de persoonlijke verantwoordelijkheid en vrijheid worden gezien. Ook wij achten misbruik in hoge mate onwenselijk en wij houden hiermede bij de wijze van aanbieding van onze alcoholhoudende dranken rekening. Gezien de aandacht die aan dit onderwerp wordt gegeven, achten wij het nood zakelijk in ons jaarverslag uit te spreken dat wij ons onze verantwoordelijkheid te dezer zake ten zeerste bewust zijn. Met de aanpassing van de Nederlandse warenwetgeving voor bier en limonades aan de Benelux-reglementen is per 1 september 1976 een begin gemaakt. Het is niet uitgesloten dat onverwachte complicaties ertoe zullen leiden dat de Benelux-accijns-unificatie niet op de voorgenomen datum van 1 juli 1977 tot stand komt. Door deze unificatie zouden in Nederland, België en Luxemburg de reeds jarenlang bestaande verschillen in accijnstarieven worden opgeheven, waardoor de concurrentie-verhoudingen tussen de brouwindustrieën in deze landen in dit opzicht gelijk zouden worden. De tenachterstelling van de Neder landse brouwindustrie ten opzichte van die in de partnerlanden zou dan eindelijk tot het verleden behoren. bier Het totale bierverbruik in Nederland steeg met 9%. Het thuisverbruik, dat relatief sterker toenam, maakt thans 60% uit van de bier consumptie. Het verbruik per hoofd van de bevolking nam toe van 77,3 liter tot 83,6 liter. Aan gezien dit quantum nog steeds belangrijk lager is dan in de ons omringende landen, ziet het er naar uit dat er ruimte is voor verdere groei van de Nederlandse biermarkt. De stijging van onze bierafzet was enkele procenten hoger dan het landelijk gemiddelde. De marktontwikkeling gaf ons aanleiding om de volgende fase van het uitbrei dingsplan van onze vestiging te Zoeterwoude versneld uit te voeren. In de brouwafdelingen werden nieuwe installaties in bedrijf gesteld. Met een belang rijke uitbreiding van de bottelarij is begonnen. Aan het einde van het boekjaar werd in de vestiging te 's-Hertogenbosch een nieuwe colonne voor het vullen van 30 cl flessen in gebruik genomen. In januari 1976 werd het nieuwe kantoorgebouw van deze vestiging geopend. Met de gemeente Rotterdam werd overeenstemming bereikt betreffende de verkoop van een groot deel van ons terrein aan de Crooswijksesingel. Eind januari 1976 stelden wij in het Industriegebied Amstel III te Amsterdam een nieuw distributiecentrum in bedrijf. Vanuit dit centrum - het grootste binnen de Heineken-organisatie - geschieden de afleveringen voor de provin cies Groningen, Friesland, Drente, Overijssel, Gelderland, Utrecht en Noord- Holland. frisdranken De totale verkoop van frisdranken nam in Nederland toe met 10%. De verkopen van onze dochteronderneming Vrumona B.V. bleven met een stijging van 3% in het boekjaar 1975/1976 achter bij de groei van de landelijke markt. Dit is voornamelijk een gevolg van ons beleid ons niet te begeven in de desastreuze prijsconcurrentie in de sector van de vruchtenlimonades. Deze prijsconcurrentie wordt nog steeds veroorzaakt door de overcapaciteit in de frisdrankenindustrie. De opbrengsten worden daardoor ongunstig beïnvloed, hoofdzakelijk in de bovenvermelde sector, doch ook zij het in mindere mate - bij de lemon-lime en cola-dranken. 18

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 22