een ontwerprichtlijn inzake de wetgeving op bier aan de Raad van Ministers van de
Europese Gemeenschappen heeft voorgelegd. De Raad heeft zich over deze richtlijn
op het ogenblik van het schrijven van dit jaarverslag nog niet uitgesproken. De
laatste tijd is in de pers, met name in Duitsland, veel aandacht besteed aan het feit dat
in deze richtlijn door de Europese Commissie niet de in Duitsland geldende voor
schriften inzake het gebruik van grond- en hulpstoften voor de bereiding van bier
zijn overgenomen. Wij prijzen ons gelukkig dat de Commissie dit niet heeft gedaan.
Wij hopen en vertrouwen dat ook de Raad van Ministers van mening zal zijn dat de
toepassing van uitsluitend zeer traditionele produktiemethoden in de gemeenschap
pelijke markt weliswaar mogelijk moet blijven voor diegenen die zulks wensen,
doch dat zij zeker niet dwingend mogen worden voorgeschreven voor de gehele
E.E.G. In de gemeenschappelijke markt immers wordt evenals in veruit het
grootste deel van de wereld het meeste bier op modernere wijze geproduceerd,
uiteraard geheel volgens de nationale warenwettelijke voorschriften. Wij hebben ons
steeds op het standpunt gesteld dat het aanleggen van critische maatstaven en het
geven van duidelijke voorschriften omtrent fabricage en handel nuttig en nood
zakelijk is teneinde ongewenste praktijken te voorkomen. Hierbij pleiten wij echter
voortdurend voor een zodanige benaderingswijze van deze problematiek dat deze
voorschriften de technische vooruitgang niet belemmeren. Te dezer zake mogen wij
wijzen op het Benelux-ontwerp inzake de harmonisatie van de voorschriften omtrent
bier, die zonder voorbij te gaan aan het doel van de warenwetgeving ruimte
laten voor het toepassen van moderne produktiemethoden.
De bovengenoemde en vele andere problemen, waarvoor wij ons zien gesteld, hebben
vanzelfsprekend onze voortdurende aandacht. Wij vertrouwen dat, binnen het kader
van gezonde concurrentieverhoudingen, de gemeenschappelijke belangen steeds in
onderling overleg kunnen worden behartigd, zowel op nationaal niveau in het
Centraal Brouwerij Kantoor als in de Communauté de Travail des Brasseurs du
Marché Commun, de branche-organisatie in de E.E.G., waar binnenkort de brou
werij-organisaties van de toekomstige partnerlanden zich zullen bijvoegen. Het ver
heugt ons dat de autoriteiten van de Europese Gemeenschappen deze landen reeds
thans in het beraad betrekken.
personeel Het overleg met onze ondernemingsraden was ook dit jaar frequent en vruchtbaar.
Als eerste stap in de richting van een geïntegreerd personeelsbeleid werden met
ingang van i december 1970 de weeklonen omgezet in maandlonen. Bij deze gele
genheid werd tevens een aantal arbeidsvoorwaarden geharmoniseerd. De regelin
gen kwamen tot stand in volledige samenwerking met de bij onze C.A.O. betrokken
vakbonden. Ter voorbereiding voor de volgende fase van de integratie werd van een
groot aantal functies opnieuw een classificatie opgesteld.
Voor het personeel werkzaam bij Vrumona N.V., werden bovengenoemde regelin
gen ingevoerd per 1 juni 1971, zodat hiermede de arbeidsvoorwaarden van dit per-
10