Nederlandse Werkgeversverbonden om te geraken tot een mogelijkheid de risico's verbonden aan investering in ontwikkelingslanden te verzekeren. Resumerend zouden wij willen stellen, dat hoewel er, zoals boven werd uiteengezet, omstandigheden zijn, die ons met zorg vervullen, wij kunnen terugzien op een jaar, waarin wij op verschillende fronten toch goede vooruitgang hebben geboekt. Een stijging van de omzet in het binnenland heeft de vermindering van het export volume vrijwel geheel gecompenseerd. De totale omzet van ruim 1.500.000 hl. was 0.4% lager dan die van het voorafgaande boekjaar. Het lot van het bij de Tweede Kamer ingediende ontwerp Drank- en Horeca wet wordt in kringen van belanghebbenden met spanning tegemoet gezien. Met ons begroeten velen het voorstel tot opheffing van het maximumstelsel met vreugde; anderzijds geven de 'verdergaande en andere eisen' bedoeld in artikel 6 van het ontwerp van wet, aanleiding tot gemengde gevoelens. Het betreft hier eisen, welke bij gemeen telijke verordening ten aanzien van de inrichting, waarin een horecabedrijf wordt uitgeoefend, kunnen worden gesteld. Onzekerheid heerst in dit opzicht over de vraag, op welke wijze de gemeenten - wordt het ontwerp wet - van deze zeer ruime bevoegd heid gebruik zullen maken. Ten aanzien van de overgangsbepalingen inzake de nieuwe inrichtingseisen verwachten wij, dat de overheid het belang zal onderkennen van de continuïteit van de horecabedrijven. Dit houdt in, dat bedrijven, die krachtens bestaande voorschriften zijn gevestigd, niet door nieuwe voorschriften in hun voortbestaan worden bedreigd. Tenslotte menen wij, dat de in de memorie van toelichting van het wetsontwerp aangekondigde verzwaring van de vakbekwaamheidseisen voor de horeca- exploitanten een bron van zorg zal worden, omdat er reeds bij de bestaande eisen een groot tekort aan deze ondernemers bestaat, zeer tot schade van diegene, die zijn bedrijf aan een opvolger wil overdragen en geen gegadigde meer vindt. Men is geneigd zich af te vragen of door de betrokken instanties niet teveel waarde wordt gehecht aan parate kennis, terwijl uit het oog wordt verloren, dat vooral de persoon van de exploi tant bepalend is voor het welslagen van het bedrijf. Het duidelijkst openbaart zich dit bij de kleine exploitatie, die in de horecabedrijfstak sterk in aantal overweegt. De uitbreiding van het productie-apparaat vond verder voortgang. Wanneer de onder handen zijnde werken in 's-Hertogenbosch in 1962/1963 zijn voltooid, dan zal ter plaatse een afgerond geheel zijn verkregen. In de brouwerij te Amsterdam vonden afbraak- en opbouwwerkzaamheden plaats. Met de uitbreiding van de capaciteit aldaar zijn nog enige jaren gemoeid. In de brouwerij te Rotterdam vonden geen bouwwerkzaam heden van grote omvang plaats. Binnen het kader van de gedifferentieerde loonpolitiek kwam in het afgelopen boekjaar wederom een loonsverhoging tot stand. Tevens werd een begin gemaakt met een nieuw beloningssysteem voor het personeel op uurloon. Wanneer, zoals wij verwachten, dit systeem in 1962/1963 tot gehele afronding zal komen, zullen de inkomens van onze werknemers op uurloon niet alleen op een goed verantwoord niveau liggen, doch zal tevens een doeltreffende stimulans tot verhoging van de productiviteit en een efficiënte bewaking van het productiviteitsverloop zijn bewerkstelligd. Het overleg met de ondernemingsraden in onze binnenlandse vestigingen leverde wederom goede resultaten. Wij blijven dit overleg met de verschillende schakeringen van ons personeel op hoge prijs stellen. De activiteiten van 'De Hooiberg' ontwikkelden zich in het kader van de doelstelling, zoals in ons vorig jaarverslag geformuleerd. Deze activiteiten hebben ertoe geleid, dat enkele verliesgevende exploitaties zijn afgestoten en andere zijn resp. worden gesaneerd. 13

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Jaarverslagen | 1961 | | pagina 19