buitenland. Naast een aantal uitbreidingen bij de bestaande brouwerijen zijn thans bij het projectenbureau in bewerking de ontwerpen van vijf geheel nieuwe brouwerijen. In binnen- en buitenland strekt de technische controle zich uit over een omzet van ruim 4.000.000 hl. met het daarbij behorend productie-apparaat. Het aantrekken en opleiden van technisch personeel heeft bij dit alles onze grote aandacht. Bij het ont breken in Nederland van instellingen, zoals die in de meeste West-Europese landen sedert geruime tijd bestaan voor het opleiden van brouwtechnici, hebben wij deze opleiding sedert enige jaren zelf ter hand moeten nemen. Bij de toenemende behoefte aan personeel, geschikt voor uitzending overzee, is deze opleiding een even zo belangrijke als kostbare aangelegenheid. Veel wordt in dit opzicht ook verricht voor het opleiden van technici, geboortig in landen waar geaffilieerde brouwerijen zijn gevestigd. Wij kunnen ten aanzien van het bouwen en brouwen samenvattend stellen, dat er ook in deze sector binnen onze groep in het verslagjaar zeer veel is tot stand gebracht. Binnenlandse markt Zoals in vele andere landen, was ook in Nederland de zomer 1961 qua weersomstandig heden slecht. Voor ons bedrijf is het verheugend daarbij te kunnen constateren, dat bij het stijgen van het bierverbruik, fluctuaties als gevolg van weer- en seizoeninvloeden steeds geringer worden. Het is ongetwijfeld juist te stellen, dat deze ontwikkeling A speciaal ten goede komt aan die brouwerijen, welke zoals Heineken een landelijke debietsspreiding alsmede een goede omzetverhouding in de sectoren horeca en huis- verbruik hebben. Als gevolg van het bovenstaande kan de productie zich op constanter niveau dan in het verleden het geval was bewegen, waardoor een rationeler en economischer bezetting van onze productie-apparatuur te verwezenlijken is. Niettegenstaande de ongunstige weersfactor steeg het Nederlandse bierverbruik in 1960/1961 in vergelijking met de daaraan voorafgaande periode van 12 maanden met 11 Ons percentage ligt hoger. Voor de eerste keer in de geschiedenis van de vennoot schap overschreed de verkoop in Nederland 1.000.000 hl., terwijl binnenland en export samen een recordomzet van meer dan 1.500.000 hl. konden boeken. Terwijl wij derhalve over de omzetontwikkeling tevreden mogen zijn, baart het feit, dat het rendement van het in ons bierbrouwerijbedrijf belegde vermogen niet in over eenkomstige mate is gestegen, grote zorg. Dank zij de gunstige ontwikkeling van de omzet zijn wij in staat geweest de kostenstijging op te vangen. Hierbij is echter te bedenken, dat het daartoe geïnvesteerde vermogen, mede als gevolg van diepte-inves teringen, niet onbelangrijk is gestegen. Wij zijn ons er terdege van bewust, dat hierbij krachten in het spel zijn, waarmede vrijwel het gehele Nederlandse bedrijfsleven te kampen heeft en die dus niet alleen de bierbrouwer aangaan. Onze in het vorig jaarverslag vermelde teleurstelling over de beslissing van de regering om de tijdelijke verhoging van de omzetbelasting op bier tot 10% een definitief karakter te geven, is sedertdien eerder gegroeid dan verminderd. De Nederlandse brouwindustrie immers ondervindt, behalve de stijging van een aantal kostenfactoren in het algemeen, in het bijzonder een aanzienlijke druk van de specifiek op bier rustende overheidslasten, welke aanmerkelijk uitgaat boven de in alle andere bij de Europese Gemeenschap aangesloten landen, afgezien van het nog weinig bier drinkende Italië. Als gevolg van het feit, dat de lasten op bier in de partnerlanden lager liggen, terwijl de verkoopprijzen zich op nagenoeg gelijk niveau bewegen, is de marge, welke de buitenlandse brouwerijen tot hun beschikking hebben, groter. Daarenboven vormt in de partnerlanden de export een veel kleiner gedeelte van de totale omzet dan in Nederland, hetgeen de buitenlandse brouwerijen in staat stelt met een lagere opbrengst van hun exportbier genoegen te nemen. Tekenend is dat brouwe rijen uit E.E.G.-landen blijk geven bij commerciële investeringen hier te lande verder te willen gaan dan de Nederlandse brouwerijen tot nu toe verantwoord hebben geacht.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Jaarverslagen | 1960 | | pagina 14