Aan Aandeelhouders
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
Wij hebben de eer U hierbij, overeenkomstig de bepalingen van artikel 11 van onze statuten, aan
te bieden ons jaarverslag met de bijbehorende jaarstukken.
Het afgelopen boekjaar heeft wel zeer in het teken gestaan van de officiële opening op 4 September
1958 van onze nieuwe brouwerij te 's-Hertogenbosch. Gaarne willen wij van deze plaats Z.K.H. de
Prins der Nederlanden nogmaals onze eerbiedige dank betuigen, dat Hij deze brouwerij officieel
in gebruik heeft willen stellen.
Zoals wij reeds in ons vorig jaarverslag vermeldden, waren de legkelders, tapinstallatie en
bottelarij-afdeling in 's-Hertogenbosch in Mei 1957 in werking gesteld. Door het gereedkomen
van het brouwhuis aldaar in April jl. en de voltooiing van de nieuwbouw van onze brouwerij
te Amsterdam, hebben wij voor het eerst na een reeks van jaren voldoende productiecapaciteit.
Ondanks de slechte zomer vertoonde onze binnenlandse omzet een kleine stijging en konden wij
onze positie ten opzichte van de concurrentie handhaven.
Het volume van onze export bereikte in het afgelopen boekjaar een recordhoogte, niettegen
staande de steeds toenemende concurrentie op de buitenlandse markt. Vrijwel algemeen bleven
onze verkoopprijzen op het bestaande niveau.
Dat ondanks de gestegen omzetten de resultaten van de bedrijfsrekening over het verslagjaar
minder gunstig zijn dan over het boekjaar 1956/1957, vindt zijn voornaamste oorzaak in de eind
1957 zo buitensporig gestegen prijs voor de grondstof hop, waartegenover geen stijging der ver
koopprijs plaats vond. Inmiddels is de prijs voor de hop van de oogst 1958 wederom tot het niveau
van 1956 gedaald.
Hoewel wij het totale resultaat van onze activiteiten in binnen- en buitenland zeker bevredigend
achten, willen wij niet verhelen dat één facet van deze op zichzelf gunstige situatie ons met zorg
vervult. Wij moeten n.l. helaas constateren, dat wij bij ons onverminderd streven naar een verlaging
van de kostprijs weinig steun van de Overheid ondervinden. Hierbij denken wij in het bijzonder
aan de teleurstellende gang van zaken bij de accijnsunificatie met België, waarvan de wettelijke
basis reeds in 1950 is gelegd. Voorts heeft de monopolieheffing de prijs van onze voornaamste
grondstof, de gerst, in de nazomer 1958 belangrijk doen stijgen. Ook het feit dat de Minister van