VERSLAG VAN DE DIRECTIE
Aan Aandeelhouders
Ingevolge de bepalingen van art. 11 onzer Statuten hebben wij de eer U hierbij ons jaar
verslag aan te bieden over het boekjaar 1951/52.
In de behoefte aan versterking van het college van directeuren werd in Uw vergadering
van 20 Februari 1952 voorzien door de benoeming van Mr. B. ter Haar, die reeds sinds 1936
aan onze vennootschap verbonden was.
Het is ons een genoegen te kunnen vermelden, dat de resultaten, die wij U mogen voor
leggen, gunstig zijn te noemen. Daarbij dient er echter aanstonds de aandacht op te worden
gevestigd, dat de bijdrage daartoe geleverd door het binnenland wel aan de zeer lage kant
is gebleven. Dank zij de steeds toenemende inspanning, die de brouwerijen zich getroosten,
zijn in 1952 de binnenlandse omzetten 3,8 hoger dan in 1951. Ook wij hebben daarin
ons aandeel gehad. Maar de exploitatiekosten stijgen nog steeds wij denken hierbij o.a.
aan de wachtgeld- en werkeloosheidsverzekering, de hogere grondstoffen- en fustenprijzen
zodat de marge, die voor de brouwerijen op de binnenlandse verkoop overblijft, te gering
is om het bedrijf lonend en dus de nodige investeringen mogelijk te maken.
Dat de zeer hoge accijnstarieven in Benelux-verband nog steeds niet verlaagd zijn, is een
tegenslag voor de brouwerij-industrie, waardoor een ontwikkeling gaande is, die tot on
gewenste structurele wijzigingen aanleiding geeft.
Ter onderstreping van ons betoog diene, dat de binnenlandse bierverkoop slechts voor
13,6 tot onze winst heeft bijgedragen. Hieruit blijkt maar al te zeer met welke moeilijk
heden onze industrie te kampen heeft, en met welk een spanning wordt uitgezien naar het
ogenblik, dat de accijns verlaging, die reeds jaren lang in uitzicht is gesteld, werkelijkheid
zal worden. Daarbij spreken wij de hoop uit, dat op dat moment de omzetbelasting voor
bier niet verhoogd zal worden, omdat dan veel van wat gewonnen is, weer verloren zou gaan.
Het bierverbruik per hoofd van de bevolking heeft in het jaar 1952 10,8 1. bedragen.
Gelijk wij bij vorige gelegenheden reeds betoogd hebben, heeft de omstandigheid, dat
de verkoop van bier op fles na de oorlog zo zeer is toegenomen, kostbare investeringen
nodig gemaakt. Om bovendien onze exportpositie te kunnen handhaven en waar mogelijk
verder uit te breiden, is het nog te meer noodzakelijk geweest grote bedragen aan te wenden