VERSLAG VAN DE DIRECTIE AAN AANDEELHOUDERS
Wij hebben de eer U hierbij ons verslag over het boekjaar 1946 47 aan te bieden.
In de algemeene vergadering van aandeelhouders van 31 Maart 1947 werd de Heer
Mr. A. W. Gerritzen herbenoemd tot commissaris. Thans is aan de beurt van aftreden de Heer
Ir. J. Th. Berkemeier, die terstond herkiesbaar is.
Evenals andere industrieën, heeft ook ons bedrijf nog steeds te kampen met groote moeilijk
heden om onze technische installaties te moderniseeren. Verschillende van de door ons benoodigde
machinerieën worden niet in Nederland vervaardigd, hetgeen én door de schaarschte aan deviezen,
én door de lange levertijden ernstige belemmeringen meebrengt.
Wij hebben ten laste van de bedrijfsrekening een bedrag van 1.500.000.gebracht, dat
bestemd is voor afschrijving op nieuwe aanschaffingen, die wel besteld, maar nog niet ontvangen
zijn. Dit bedrag is voorloopig geboekt onder het hoofd „Reserve voor Nieuwe Aanschaffingen".
Met ingang van 3 November j.l. werd aan de brouwerijen toegestaan het gehalte van het
bier weer op vooroorlogsch peil te brengen. De hoogere kosten voor de meerdere grondstoffen,
welke per hectoliter moeten worden aangewend, zijn geheel voor rekening van de brouwerijen
gekomen. Ook andere onderdeden van onzen kostprijs zijn zoodanig gestegen, dat de prijs in
Nederland van onze producten thans als te laag moet worden beschouwd.
Onze omzetten in het buitenland zijn aanzienlijk toegenomen. Het is echter onzeker of
deze ontwikkeling als blijvend kan worden beschouwd, daar eenerzijds verschillende afzet
gebieden beperkende bepalingen ten aanzien van de beschikbaar te stellen deviezen invoeren,
en anderzijds de kosten voor emballagemateriaal in Nederland belangrijk hooger liggen dan in
andere exportlanden, waardoor onze prijzen in verschillende markten niet meer concurreerend zijn.
De laatste voorstellen tot wijziging van de vermogensaanwasbelasting hebben ons aanleiding
gegeven opnieuw een bedrag toe te voegen aan de Reserve Belastingen, welke onder Crediteuren
is opgenomen. Nog steeds is er een groote achterstand in het definitief vaststellen van de aanslagen
voor diverse belastingen; in sommige gevallen gaat dit terug tot het boekjaar 1940 41. Deze materie
is thans zoo ingewikkeld geworden, dat noch de belastingadministratie, noch wij zelve tot een
snellere afdoening kunnen geraken.
In het afgeloopen boekjaar hebben wij voor het eerst na de bevrijding belangrijke inkomsten
genoten uit onze buitenlandsche deelnemingen. In sommige gevallen betrof dit uitkeeringen over
meerdere oorlogsjaren, zoodat in de toekomst niet op zoo hooge bedragen mag worden gerekend.
In totaal is ongeveer 1.800.000.uit dezen hoofde ontvangen, welk bedrag verwerkt is in het
saldo der Bedrijfsrekening en Interestrekening.
Te betreuren valt, dat onze regeering er nog steeds niet in geslaagd is overeenkomsten te
sluiten met sommige landen over de financieele afwikkeling van bedragen, die daar in de oorlogs
jaren onder beheer van custodians zijn geplaatst. Direct en indirect zijn op deze wijze nog
belangrijke ons toekomende sommen geblokkeerd.
In dit verband moeten wij ook melding maken van het feit, dat tengevolge van deviezen-
schaarschte voor enkele transacties, die wij voor de ontwikkeling van ons internationaal concern
van zeer groote beteekenis achtten, door de betreffende autoriteiten aan ons geen toestemming
kon worden gegeven.
