Doch vóórdat ons bedrijf de vooroorlogsche vaart weer zal hebben verkregen, zal nog veel zich moeten wijzigen; eerst wanneer weer vrijheid van handelen bestaat, zullen wij tot volle ontplooiing van onze spankracht kunnen komen. Dat door de sterk gestegen Staatsuitgaven ook het bedrijfsleven zware lasten te dragen zal krijgen, is onafwendbaar. Zoolang wij echter in het onzekere verkeeren ten aanzien van den omvang der financieele en fiscale maatregelen, wordt elke drang om aan het algemeen herstel mede te werken, geremd. Ook de nieuw aangekondigde belastingen houden zooveel onzekerheid in, dat wij een nadeeligen invloed daarvan op de ontwikkeling van ons bedrijf vreezen. Indien deze nieuwe belastingen zich ook zullen uitstrekken tot vroeger gemaakte en in den oorlog vrijgekomen reserves (waarover in den oorlog dus reeds groote belastingen zijn betaald), dan beteekent dit, dat elk conservatief bedrijfsbeheer, dat in wezen de kracht van onze volkshuis houding vormde, fiscaal wordt afgestraft. Gezien de reeds door ons na den balansdatum gestorte bedragen voor zekerheidstelling voor belastingen, gezien de blokkeering van een groot gedeelte onzer resteerende liquide middeien, en vooral gelet op de enorme sommen, welke wij zouden moeten besteden om onze bedrijfsinstallaties, om enkele van onze dochterondernemingen in de tropen, om debiteuren en door oorlogsgeweld verwoeste panden weer eenigermate in den toestand te brengen, waarin al deze activa voor den oorlog verkeerden, betwijfelen wij of ondanks de aanzienlijke middelen, waarover wij op den balansdatum beschikten, de financiering van al deze objecten mogelijk zal zijn. Ongetwijfeld zouden in de komende jaren groote reserveeringen uit eventueele winsten moeten geschieden, waarbij wij dan echter weer voor de vraag staan, of deze reserveeringen in ons land fiscaal nog als raadzaam kunnen worden beschouwd. Wij zien derhalve met bezorgdheid de toekomst tegemoet. Alle fabrieken, waarbij wij in binnenland en buitenland zijn betrokken, zijn tot dusverre voor oorlogsgeweld gespaard gebleven. Het onderhoud is echter onvoldoende. De totale schade aan huizen en gronden, waarvoor wij vorderingen hebben ingediend bij den Staat en Molest-Risico bedraagt ongeveer 2.750.000,de herbouw zal echter aanzienlijk meet kosten, weshalve wij op deze vordering gedurende den oorlog een belangrijke reserve hebben gekweekt. Het geringe saldo dat na aftrek van den nog aan Molest-Risico verschuldigden omslag overblijft, is onder debiteuren opgenomen. Onder het baianshoofd: „Belangen bij Aanverwante Ondernemingen" komen onder meer voor onze belangrijke deelnemingen, hetzij rechtstreeks, hetzij indirect door holding-companies bij: Van Vollenhoven's Bierbrouwerij N.V., Amsterdam; Sint Servatius Bierbrouwerij N.V., Maastricht; Distilleerderij en Likeurstokerij P. Hoppe N.V., Amsterdam; Brasserie Léopold S.A., Brussel; N.V. Koloniale Brouwerijen „Cobra", Amsterdam; Malayan Breweries Ltd., Singapore (tijdelijk Londen); N.V. Heineken's Nederlandsch-Indische Bierbrouwerij Maatschappij, Soerabaja; Heineken's Curafaosche Bierbrouwerij Maatschappij N.V., Willemstad; S.A. des Bières Bomonti Pyramides, Cairo; Crown Brewery S.A., Alexandrië; Société Internationale de Brasserie (Interbra), Brussel; Brasserie de Léopoldville Sté Cong, a r. 1., Léopoldville (Belgisch Congo); terwijl tevens hieronder zijn opgenomen onze deelnemingen van geringe beteekenis in: Brasseries Glacières de l'Indochine, Saigon; Société des Brasseries du Maroc, Casablanca;

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Jaarverslagen | 1944 | | pagina 5