VERSLAG VAN DE DIRECTIE AAN AANDEELHOUDERS
Wij hebben de eer U hierbij ingevolge de bepalingen onzer statuten ons verslag over het
boekjaar 1939 40 aan te bieden.
Tot ons leedwezen moeten wij vermelden, dat één der leden van ons personeel gedurende
de oorlogsdagen het leven heeft gelaten. Zijn nagedachtenis zal bij ons in eere blijven.
Daarentegen mogen wij met groote dankbaarheid vermelden, dat onze brouwerij te
Rotterdam van het oorlogsgeweld geen schade heeft ondervonden.
In Uw vergadering van 1 Februari 1940 werd Dr. H. P. Heineken, die toen als directeur
aftrad, tot commissaris benoemd, terwijl de Raad van Commissarissen hem vervolgens tot
gedelegeerden commissaris heeft aangewezen. In dezelfde vergadering werd Mr. Th. A. Fpuin,
die aan de beurt van aftreden was, tot commissaris herkozen.
Uw vergadering van 9 Mei 1940 benoemde den heer J. M. Honig tot directeur.
In den loop van het boekjaar werd aan Jhr. P. R. Feith de titel van onderdirecteur verleend.
De omstandigheden, waarin ons land thans verkeert, zijn ook op ons bedrijf van grooten
invloed en slechts met volle inspanning is het mogelijk aan alle moeilijkheden, die zich voordoen,
het hoofd te bieden. Daarbij zijn de vele wijzigingen in onze wetgeving en in het bijzonder alle
nieuwe financieele maatregelen aanleiding, dat het niet meer mogelijk is met rust en bezonnenheid
de daaruit voortvloeiende vraagstukken op te lossen. Dat hieruit nog geen achterstand in onze
administratie is ontstaan en onze organisatie nog steeds goed functioneert, is slechts te danken
aan de volledige medewerking van ons geheele personeel; voor deze toewijding spreken wij op
deze plaats gaarne onzen dank uit.
Met het begin der vijandelijkheden moesten wij den export van ons bier staken. Inmiddels
werd een uitvoerverbod afgekondigd.
Kort voor het uitbrengen van dit verslag moesten als eerste symptoom van grondstoffen-
schaarste voor ons bedrijf verschillende maatregelen worden genomen om eenige beperking
in de gehalten en de productie van onze bieren te brengen; wij vreezen, dat nog verdere in
grijpende maatregelen noodig zullen zijn. De buitenlandsche hop, die voor de Nederlandsche
brouwindustrie onontbeerlijk is, kon in ruime hoeveelheden verkregen worden.